Verslag NK 100KM Stein 2002

Vincent Schoenmakers liep zijn eerste 100 km. Het NK 100 km werd gekenmerkt door emoties, verslagenheid, angst, pijn en vreugde

{b}EMOTIONELE START NK 100 KM STEIN{eb}

{b}NIEUW EENMALIG SPORTEVENEMENT GESLAAGD{eb}

Ongeveer 20 maanden geleden pas maakte ik mijn debuut in de ultraloopsport op de Fat Ass Fifty 50 km Soerendonk. Na enkele maanden volgde de 6 uur van Breda en nu al de 100 km. Wat is het snel gegaan! Ik weet nog precies hoe ik me voelde op de dag van de 50 en 6 uur, zoiets vergeet je niet. De twijfel en onzekerheid of het wel zal lukken, maar ook het euforische gevoel dat deze 2 lopen uitstekend geslaagd waren. Dus kon ik de ultra’s verantwoord verder uitbouwen. De 100 is de volgende stap. Bij de 6 uur in Stein heb ik de knoop doorgehakt, het ging lekker, er was nog ruim een half jaar training in het verschiet, dus moest het er maar eens van komen. Begin september vroeg Rob van den Hoek of ik zin had om in de marathon van Eindhoven te hazen. Enorme zin, mailde ik terug, maar het is een week voor de 100. Een marathon lopen een week voor de 100 is een ideale voorbereiding, liet Rob mij weten. Ik nam aan dat hij me een subliem advies gegeven had en stemde toe. Ik win nooit adviezen in van anderen, doe alles zelf, maar bij ultra’s kom ik pas kijken en kan ik veel opsteken van mensen uit de praktijk. Op 6 oktober 6 uur Amersfoort, 13 oktober marathon Eindhoven, 20 oktober 100 km, de reguliere loopsport zou me voor gek verklaren. Toch had ik er vertrouwen in tot de 6 uur van Amersfoort. Ik liep daar 57½ km. Dan nog ruim een marathon erbij. Kan ik dit wel aan binnen de limiet van 12 uur! Han liet me weten dat er in de M60 klasse slechts 2 deelnemers waren. Volgens de KNAU richtlijnen te weinig. Ik werd daarom bij de M55 ingedeeld. Er vallen er veel uit, je maakt kans bij de eerste te finishen, zei Han optimistisch. Uitlopen zou voor mij al een ultieme prestatie zijn.
Ja, dan komt het moment dat je zondagnacht 4 uur opstaat om een heel ongewisse dag tegemoet te gaan. Henk en Marian Knapen, leden van a.v. DES waar ik ook bij ben, gingen mee als supporter en hulp in nood voor onvoorziene omstandigheden. Half zeven waren we in Stein. In het socio-centrum was het lekker warm. Deelnemers die er geslapen hadden ruimden hun nachtspullen op, anderen zaten te ontbijten. Gijs begroette me met: “goedemorgen jongeling. Je hoort vandaag toch bij de jonkies, M55 klasse, mijn groep”. “Het zal mij worst wezen Gijs, waarin ze mij indelen, als ik maar binnen de 12 uur finish ben ik supertevreden”. Gijs nuchtere advies was: “Direct gewoon starten en denken vanavond heb ik 100 km gelopen, dan schiet de tijd voorbij”.
Ton Smeets kwam binnen en vertelde dat Guus Smit verongelukt was. Ik ken hem niet, wel genoot ik van zijn prachtige verhalen op UtraNed of in Marathon Plus. Dan naar de brandweerkazerne. Ik stond bij Henry. Wim Epskamp kwam erbij staan. “Heb je het al gehoord van Guus?, vroeg hij. Ongeloofwaardig. Diverse mensen informeren elkaar. Ton Smeets maakt het trieste nieuws officieel. Tijdens de minuut stilte slaan een groepje deelnemers hun handen en armen om elkaar schouders. Verbondenheid, meeleven. Op dat moment was ik blij bij het kleine ultrawereldje te horen. ‘Ze nemen hun sport uitermate serieus, maar missen de afgunst en killersmentaliteit die zo kenmerkend is voor een harde competitie’. Waar las ik dit onlangs? In het NRC handelsblad n.a.v. de 100 van Winschoten. ‘Het is een kleine familiaire wereld, waar wederzijds respect de boventoon voert’. Deze laatste regel was vandaag hier in Stein wel erg van toepassing. Prachtig, wat een solidariteit, om kippenvel van te krijgen.
Na het startschot gaat iedereen zwijgend zijn eerste ronde in. Nee, niet iedereen. Ik zie Cees v d Woude naar de kant lopen. Nu al een sanitaire stop? Na een half uur loopt hij mij voorbij en ik begin over zijn snel vollopende blaas. Nee, Cees vertelt dat hij een deelnemer op gang moest helpen die het heel moeilijk had met de dood van Guus. Klasse. De eerste ronde moest in het donker worden afgelegd hoewel in het Steinerbos verlichting was aangebracht. Ik zei tegen Henry die naast me liep: “Als ik vandaag doorloop tot het wéér donker wordt zit het wel goed”. Zelfs de snellere Henry zou daar zou daar ook tevreden mee zijn, vertelde hij. Eerste ronde 6½ km, dan nog 17 van 5½ km. Het voordeel van dit parcours is dat je enkele kilometers lang elkaar ook eens van de voorkant kunt zien i.p.v. altijd maar tegen die saaie achterkant aan te kijken. Een Turkse deelneemster en Peter Lorenz uit Duitsland vond ik het vriendelijkste. De vrouw groette en lachte tegen iedereen die ze tegen kwam. Peter zei er altijd iets bij, zo van: “dass geht super” of “die nächste geht besser”. Ik kwam 3 versies van interpretaties over het parcours tegen. Han schreef in zijn informatiebrief dat het vlak was. De Steinse wethouder schreef in het programmaboekje dat er gelopen wordt over een afwisselend vlak parcours (wat is afwisselend vlak?). Een bestuurslid schreef: het oogt vlak maar niks is minder waar. De laatste is winnaar. Na er 3 maart 11 ronden gelopen te hebben weet ik heel zeker dat dit beslist geen vlak parcours is, vooral als je het Steinerbos ingaat en het lange laatste stuk naar de finish.
Het ging lekker, de eerste helft liep ik redelijk vlak. De vrijwilligers hebben een zware dag gehad. Het was koud, ze werden niet afgelost. Ik denk dat ze de lopers benijdden die wel lekker mochten bewegen. Af en toe kwam de koffiewagen met gebak langs, hun enige afleiding tussen al die fanatieke lopers, want publiek was er weinig. Af en toe keek er eens een groepje mannen. Toen een vrouwelijke deelneemster langs kwam hoorde ik iemand zeggen: “Dat was een goei aan het buffet vanavond”, waarop ik niet kon laten te zeggen: “loop enkele rondjes mee, en vraag of ze dan nog trek in je heeft”. Hilariteit alom. Gijs passeerde me in de vierde ronde: “Mijn benen lopen nu al vol”, zei hij. Je zult het toch met je eigen benen moeten doen”, zei ik. Later, na 11 ronden zag ik hem aan de kant staan. Verwondert vroeg ik hem hoe dit kon, want Gijs sleurt er zich normaal wel doorheen. “Ik ga geen onverantwoorde dingen doen, anders loop ik alles kapot”. Je grenzen kennen, heet dat. De 50 km in 5.15. Moet lukken, dacht ik toen. Bij de verzorgingszone stonden verschillende bekenden die telkens riepen: “Het gaat nog lekker”. Bij de 60 km riep ik terug: “Maar nu begint het pas”. Dat was inderdaad het geval. Op dat moment realiseerde ik me dat het nog bijna een marathonafstand was die ik moest overbruggen en het ging o zo moeizaam. Dat was ook te merken aan de rondetijden, die vielen enkele minuten terug. Bij de 70 km begon mijn lies op te spelen. Ik las een wandelpauze in. Dat gaf verlichting. Het ging niet goed als ik weer aanzette. Patrick Kloek hoorde ik telkens zeggen: “Kom op Vincent, je kunt het”. Lex was aan het wandelen, wat ik nog nooit van hem gezien had. “Ik weet nog niet wat ik doe, ik kom niet meer op gang”, zei hij. Toch hernam hij zijn ritme weer op. De meerderheid moest strijd leveren. Ik had, na de 70 km, weinig oog voor de omgeving, maar de omgeving wel voor mij. De pijn schijnt van mijn gezicht af te lezen te zijn geweest, hoewel ik steeds hoorde dat ik lekker soepel bleef ronddraaien. Bij de tweede verzorgingspost las ik een korte wandelpauze in, vooral met het oog op de steentjes vlak voor de fietspad, die je naar zoveel ronden door je hele lichaam voelt bonken. Tom Hendriks is klaar. Hij loopt even met me mee. Ik vraag hoe het gegaan is en suggereer dat dit bij hem wel goed zal zijn. “Wat noem je goed, op een dag als vandaag, je zit er de hele tijd met je gedachten bij”, zegt hij. “Nog 3 ronden, maar ik weet niet of ik de limiet haal”, zeg ik. “Makkelijk”, zegt Tom. Nog steeds die onzekerheid hoewel ik voor 16/17 km nog ruim 2½ uur heb. Ik ben bang dat ik niet meer vooruit kom, de lies, ook de knie speelt op. Dan maak ik er een 12 uur wedstrijd van en kom uit op ongeveer 90 km, waren mijn gedachten. Nog 2 ronden, 11 km, ik begin erin te geloven. Henk roept: “Je hebt nog bijna 2 uur, verdelen en niet forceren”. Sinds uren loop ik weer relaxed. Ik ga het halen. Ultraloper, nu nog niet, straks wel, vandaag ben ik ontgroend. De laatste ronde, ik heb nog ruim een uur. Marian vraagt of ze bij mag lopen, ter bescherming van obstakels die ik in het donker moeilijk zal zien. Graag. Ze stuurt me over het midden van de weg. “Nee, niet links, dan stoot je tegen de trottoirband”, zegt ze. Je moet er niet aan denken te vallen, alles is dan voor niets geweest. Nog iemand voor me. Het is Cees Vedder, ongeveer mijn leeftijd. Zijn kleinzoon loopt een stukje mee. “Het is wat met die opa’s die het oud worden proberen te onderdrukken”, zeg ik tegen hem. Smeuïg gelach, waaruit ik opmaak de juiste snaar geraakt te hebben. Het Steinerbos, de laatste klim. Ik loop samen met Cees. Op 1200 meter wordt ik opeens door ongekende krachten gedreven en zakt alle vermoeidheid uit mijn lijf. Ik trek een sprint aan en finish 2 minuten voor Cees in 11.42.25. Met mijn handen in de lucht, alsof ik de wedstrijd gewonnen heb. Felicitaties, kussen. Een hoogtepunt. Wat was het zwaar, maar onvoorspelbaar mooi. Dat heb je toch weer mooi geflikt, ouwe lijf van me, complimenteerde ik mezelf.
Voor mij een debuut, voor Cees zijn laatste 100 km. Daarom was zijn hele familie meegekomen. Ze brachten hem dan ook een hartverwarmende aubade. Binnen in het socio-centrum werd hij niet goed en is met de ambulance naar het ziekenhuis in Sittard vervoerd, waar hij tot vrijdag moet blijven. Een combinatie van onderkoeling, licht hartinfarct en eiwitproblemen hebben hem in die situatie gebracht. Ik wens hem het allerbeste toe en hoop dat hij weer spoedig zijn hobby kan oppakken. Hij wilde dan geen 100 km meer lopen, maar wel deelnemen aan andere wedstrijden.
Op maandag ontving ik diverse felicitatiemailtjes van medelopers. Dat doet je goed. Een week of 4/5 laat ik mijn lichaam meegenieten van deze prestatie, dus even geen wedstrijden.
Emoties, verslagenheid, angst, pijn, vreugde, dit alles maakt 20 oktober 2002, de 100 km te Stein, een dag die niet uit mijn geheugen te bannen is.

Han, medeorganisatoren, vrijwilligers, bedankt.

{b}Vincent Schoenmakers{eb}
vincentschoenmakers@hetnet.nl