{b}2E LOUIS PERSOONS MEMORIAL{eb}
Weinig websites geven zoveel volledige informatie als die van atletiekclub de Demer in Genk. Binnen enkele minuten weet je alles over de jeugdatletiek, marathons in binnen- en buitenland en natuurlijk alle informatie over hun eigen marathon. Dit alles is heel logisch gerangschikt, zodat een onhandige internetter zoals ik, zonder krachttermen de muis kon hanteren.
Boven verwachting was het zondagmorgen half acht droog toen Jos en ik vanuit Eindhoven vertrokken. We spraken elkaar moed in door te zeggen dat we al blij zouden zijn als we het eerste uur droog zouden lopen, want er was de hele dag regen voorspeld. Jos had er vorig jaar ook de marathon gelopen, maar toch verdwaalden we in het centrum van Genk. Op zondagmorgen is er weinig verkeer, dus kwamen we toch nog ruim een uur voor aanvang op de plaats van bestemming. In de ruime kantine druppelden de deelnemers binnen, vooral ultralopers. Zij beseffen dat een praatje maken, samen wat eten en drinken, de saamhorigheid en gezelligheid van het evenement verhoogt. Jack, Patrick, Lex, Sjoerd, Henk, Gijs, Carrie en Ben, zij waren weer van de partij. Carrie had Willy Jonckers weer meegebracht die 5 januari zijn debuut op de 50 kilometer maakte, zonder ooit een marathon te hebben gelopen. Dat deed hij vandaag. Zijn tijd mocht er zijn: 3.34.50. Ook Han en Henry waren er. Zij en ik gaan in mei de Ronde van Aruba lopen (75 kilometer), dus werd er gekscherend gesproken dat wij de atleten uit het Caraïbisch gebied eens een poepie zullen laten ruiken. Peter Suikerbuijk, Tom Hendriks, Wim Epskamp, Simon Pols en Peter Adriaans gaan er ook naar toe.
In de kleedkamer heerste twijfel over de aan te trekken kleding. Blijft het droog of niet. Ik heb mijn regenjack toch maar aangetrokken. Vanuit de kantine vertrokken de 90 deelnemers (vorig jaar 37) naar de start die een kilometer verderop lag. Daar kregen we te horen dat Louis Persoons, degene naar wie de marathon is genoemd, anderhalf jaar geleden veel te vroeg is overleden. Er werd een minuut stilte gevraagd. En het was ook echt stil, we stonden immers niet op een voetbalveld. Hierna kregen we uitleg over het parcours dat bestond uit een aanloopstuk van 4,4 kilometer en 7 ronden van 5,4 kilometer. Anders dan in andere marathons werd hier begonnen met de 195 meter, dat normaal het laatste stukje is. Hierna werden we weggeschoten, om ongeveer tien over tien. Ik maar denken wat het verschil zou kunnen zijn tussen 195 meter bij de start en 195 meter op het eind, een marathon is toch een marathon. Na 195 meter was ik er achter, op een bordje stond 0, dus wel lekker als je 41 ziet staan, dan is het ook echt 1 kilometer. Eigenlijk moet je zoiets niet denken als je nog maar net gestart bent. Je doet het omdat het je hobby is, je doet het om onderweg lekker ontspannen te kletsen, je doet het voor de mooie omgeving van het parcours, maar je weet ook dat je bijna iedere keer op het laatste stuk moet afzien, en dan 195 meter mooi meegenomen.
Ik loop het liefst waar ik nog nooit ben geweest Alles is dan nieuw en je bent benieuwd wat de organisatie je voorschotelt, zeker als je 8 keer dezelfde ronde loopt. Een fietspad tussen de bossen. Een stukje openbare weg tussen de villa’s van rijke Belgen (of Nederlanders?) waar we geen hinder hadden van het verkeer. Dan weer een mooi fietspad tot we anderhalve kilometer voor de doorkomst in een soort recreatiegebied terechtkwamen. We liepen langs Hemellichamen. Er was een pad dat naar Mars voerde. Ongeveer honderd meter verder was je al bij Jupiter, of de Aarde. In mijn gedachten zat ik al op Mars, mijn krachten te meten met de levende wezens die daar wonen. Na mijn dood zal dit ongetwijfeld gebeuren door andere ultralopers. Ik werd uit mijn concentratie gehaald door een hoge groene skibaan even verderop. Er werd geen gebruik van gemaakt. Dat leek me duidelijk, op een groene skibaan sport je alleen maar in de zomer. Elke kilometer werd exact en duidelijk aangeduid. Na de doorkomst zat er een venijnige klim van zeker honderd meter in het parcours, een kilometer verder vals plat. Een zwaar parcours, hoorde ik om me heen zeggen. Het waren leden van de eigen vereniging, die er wekelijks liepen.
Om 11 uur startte de halve marathon, het was gezellig druk. Voor me liep een jongeman met een jack aan waarop New York marathon bedrukt stond. In de veronderstelling dat hij daaraan deelgenomen had, zei ik: ‘wat een verschil hé, de drukke New York marathon en de rust hier’. ‘Ik ben niet naar New York geweest’, antwoordde hij, ‘heb ik op de markt gekocht, bij de solden (Belgisch voor uitverkoop)’. Rond het 18 kilometerpunt tikte Patrick me op mijn rug, hij had me al gedubbeld en liep nog lekker soepel. Toch liep ik goed. Op de halve afstand kwam ik door in 1.52. Er was een bevoorradingspost waar je in elke ronde kon kiezen uit water, cola, warme thee met suiker, rozijnen, honingkoek en bananen. Ik neem altijd ruimschoots de tijd om me goed te verzorgen en waardeer het zeer als er ook iets te eten is, wat we helaas in vele marathons missen. Met nog 3 ronden te gaan staat plotseling Lex bij de bevoorrading naast me. ‘Lex, kom op, je kunt veel sneller, gaat het niet?’, vroeg ik hem. ‘Ik had nieuwe schoenen aan en kreeg blaren. Gelukkig had ik mijn oude bij me en heb ik in de kleedkamer gewisseld. Dat kost tijd’, aldus Lex. Het ging nu stukken beter, want met nog 16 kilometer te gaan, finishte hij toch nog 14 minuten voor mij.
Om 1 uur ging de 10 kilometer van start. Opvallend veel jongeren deden mee, vooral vrouwen. Het weer was goed, dus droegen er velen een korte tight. Ze startten vlak voordat ik doorkwam en daardoor had ik een goed uitzicht op de winterse melkflessen en zonnebankbenen. Aardig om die verschillen te zien. De melkflessen waren sneller dan de zonnebankbenen. Waarschijnlijk anders getraind. In de laatste ronde liep ik in een groepje van de 10 kilometer. Heel belangstellend vroegen ze alles wat met marathonlopen te maken had. Leuk zo’n nieuwsgierige en geïnteresseerde jeugd, dat belooft wat voor de toekomst. Ik vertelde dat ik het een nogal zwaar parcours vond. Ze adviseerden me in november naar Herve te gaan, een loop van 33 kilometer, vreselijk zwaar. In de laatste 500 meter passeerde Gijs me nog in een fikse sprint. Het is zijn specialiteit om in de tweede helft sneller te lopen, de zogenoemde negatieve split. Ik finishte heel tevreden in 3.52.50. Op mijn leeftijd geeft het extra voldoening om binnen de 4 uur binnen te komen.
Onaangenaam waren de koude douches. De man van de organisatie die overal tegelijk aanwezig moest zijn Micha Havreluk, vertelde dat er verderop wel warm water was. Er waren geen geld- en naturaprijzen te verdienen. Helemaal niet erg, want het alternatief was dat nu iedere deelnemer voor de 10 euro inschrijfgeld een gratis kop soep en een belegd broodje kreeg. Daarbovenop kreeg je nog een gratis consumptie naar keuze. Heel goed aangevoeld van de organisatie, dat in een marathon iedereen zijn eigen prestatie levert. In Genk waren het allemaal winnaars. Dames en heren van de organisatie, bedankt.
Vincent Schoenmakers
Redactionele toevoeging:
Op http://www.addemer.com/Gust.doc kunt u ook het verslag van Gust Maes lezen.