KWALITEIT

Column van Vincent Schoenmakers over kwaliteit

Donderdag 23 januari konden we genieten van de eerste column van Ron Teunisse. Hopelijk zullen er velen volgen. De strekking van het verhaal is dat die maffe hardlopers in andermans ogen niet goed wijs zijn, om in ongure weersomstandigheden toch het lichaam blijven afbeulen. Heerlijk, lopers zijn geen mensen van de middelmaat, maar houden van extremen. Het psychologische effect van volhouden, doorbijten, nooit opgeven, kennen ze als geen ander. Door lopen leer je discipline op te brengen die je in je werk of waar dan ook, goed van pas komt. Wij willen ons leven kwaliteit bieden.

Lopers die de 100 kilometer in 13 uur afleggen zouden hiermee geen prestatie, dus geen kwaliteit geleverd hebben, begrijp ik uit de column. Ik denk dat vele ultralopers, waaronder ikzelf, het hier niet mee eens zijn. In mijn ogen is ultralopen grenzenverleggend, in extreme omstandigheden zoals de Spartathlon, een vorm van overleven. Ik heb 2 jaar geleden voor de ultrasport gekozen, omdat ik het gevoel kreeg dat presteren niet op de eerste plaats kwam. Bovendien worden in geen enkele andere tak van sport de veteranen prestaties herleid tot senioren prestaties. Het equalizer systeem waarbij prestatie en leeftijd uitgangspunt vormen is uniek. Ik ben ook opa, mijn tijden lopen terug, maar dankzij dit systeem heb ik nog heel goed gepresteerd in de Ultracup. Een marathon lopen onder de 4 uur, de 50 kilometer binnen de 5 uur geven me enorme voldoening. In tegenstelling tot de traditionele lopen waar ik vroeger veel aan deel nam en waar alles op prestatie gericht was, heeft de (ultra)marathon me het echte loopplezier bezorgd. Het landschap, de omgeving, de kletspraat onderweg, de filosofische overpeinzingen in je hersenpan, hebben mijn leven verrijkt. Maar we leven in het ik-tijdperk. Velen willen het beter doen dan de anderen. Ze vissen naar complimentjes, schouderklopjes. Ze zijn prestatiegericht zowel in de sport als in het werk. Meer salaris, meer status, en dus meer presteren. Als ze worden aangesproken op sportprestaties willen ze horen dat ze het zo goed doen. Ze blijven zich inspannen om als beste te presteren. Kwaliteit is dan een toverwoord geworden, aangewend om de ander te imponeren.

Ultralopers zijn anders, althans de meeste. De wereldkampioen 100 kilometer Jean-Paul Praet heeft me enkele maanden geleden een geweldig compliment gegeven: ‘Als ik je verslagen lees, ben jij nu reeds meer echte ultraloper dan ik ooit geweest ben, ondanks de vele 100 kilometer wedstrijden, want bij mij stond de prestatie voorop’. Hopelijk vind je mij geen opschepper, ik ben kritisch genoeg om reëel naar mezelf kijken, ik ben echt nog maar een kleintje met mijn 35 (ultra)marathons. Toch heb ik in de afgelopen 2 jaren enorm veel vreugde zien uitstralen, ook en misschien wel vooral bij de wat minder snelle loper.
Ze beschouwen ultralopen niet als een kwaliteit op zichzelf, nee, ze genieten ervan.

Vincent Schoenmakers