{b}WIM EPSKAMP PODIUMPLAATS MET 84,162 KM{eb}
Na 6 uur gelopen te hebben, op weg naar het kleedlokaal, kwam Paul Beckers naar me toe, gaf me een hand en bedankte me voor het supporteren. Tja, wat krijgen we nou, zou de vermoeidheid parten spelen zodat hij niet weet dat ik meegelopen heb! ‘Hoezo Paul’. ‘Ja, iedere keer als ik je in een ronde passeerde had je wat leuke oppeppers, heel fijn’. Ben je derde geworden’, vroeg ik hem. ‘Nee, vierde, maar Wim Epskamp heeft een prachtige gelijkmatige race gelopen, hij is derde’. ‘Hoe kan dat dan, jullie zaten samen in een groepje, na ongeveer de helft van de wedstrijd zag ik dat Wim moest lossen’, ging ik verder. ‘Ik moest kakken, ging de bosjes in en daarna is het groepje uit elkaar gespat’, vertelde de sympathieke Herenthalser. ‘Wim liep een mooie race, maar jij ook, jij hebt een mooie stijl en op zo’n leeftijd boven de 60 kilometer finishen is knap’, ging Paul verder. ‘Dat is het mooie van ultralopers’, vulde Jan Willem aan, ‘of je nu in de top eindigt, middenmoot of achterin, iedereen heeft respect voor de prestaties van de ander’.
De deelnemerslimiet was al weken geleden bereikt. Hoe komt het toch dat Stein altijd zoveel deelnemers trekt? Is dat omdat het dichtbij België en Duitsland ligt? Dat 6 uren in de ons omringende landen maar mondjesmaat georganiseerd worden? Ligt het aan het PR offensief van Han Frenken of aan zijn perfect organisatieteam? Voor ons lopers is dit minder belangrijk, wij komen een dagje naar Stein om er te genieten van eigen en andermans prestaties. Wedstrijdsecretariaat, kleedruimte en douches, EHBO en het massageteam waren deze keer gevestigd in het zwembad. Het ligt midden in het parcours, dichterbij kan niet. Een kantine ontbrak, maar er was voor de liefhebber wel koffie, thee en chocolademelk. Half elf werd van de Aruba gangers een foto gemaakt. Op Henry na, die helaas geblesseerd was, liepen ze allen de wedstrijd.
Aan de startstreep was het nog koud maar de voorspellingen waren goed, dus konden we vandaag veel blote witte benen zien. In Limburg was het nog steeds karnaval, want heren keurig in het zwarte pak met een carnavalssteek op waren onze toeschouwers bij het vertrek. De aanvangsronde was 3500 meter, 400 meter langer, Dit is gedaan om na 16 ronden op een 50 kilometer tussentijd uit te komen. Voor mij is dit een té ingewikkelde rekensom, ik denk onderweg meestal en ook liever, aan andere dingen. Sommigen hadden daar evenzeer moeite mee, maar Jos had een geniale oplossing bedacht. Hij had 8 bruine bonen in zijn linkerbroekzak gestopt. Bij iedere doorkomst verhuisde er een boon naar de rechterbroekzak. Na 8 doorkomsten herhaalde hij dit spelletje in omgekeerde richting. Zaten alle bonen weer op de plaats zoals hij om 11 uur begon dan waren er 50 kilometer gelopen. Je moet maar op het idee komen. In het begin liep ik samen met Theo de Jong. Hij voelde er wel wat voor om ook eens een verslag te schrijven. Heel graag natuurlijk, dan wordt het weer eens van een andere invalshoek bekeken. Ook Marathon Plus, dat deze week zijn herstart beleefde, kan nog best verrijkt worden met andere verslagen.
De belangstelling was groot, veel meer toeschouwers en supporters dan bij de 100 kilometer. Dankzij de deelnemerslijsten die de organisatie verstrekt had, hoorde je regelmatig je naam noemen. Er was zelfs een vrouw, ik kende ze helemaal niet, die me exact na een rondje kon vertellen hoelang ik erover gedaan had. Een stille aanbidder?
‘Mevrouw, wilt u me coachen?’, vroeg ik toen maar. Een verlegen lachje was het antwoord. Met Rob van den Hoek heb ik enkele uren lekker ontspannen samengelopen. Heerlijk om wat gedachten uit te wisselen en al lopend te filosoferen over de 75 kilometer van Aruba. Helaas vernam ik van hem dat Rob Tieleman, goed voor 96 (ultra)marathons en nog een relatief jonge sporter, ermee opgehouden is. Hij ging weer voetballen. Jammer voor de ultrasport. Rob was een gezellige, sociale man, altijd in voor een geintje. We zullen hem nog wel eens als toeschouwer tegenkomen, dus wie weet, want het lopers virus raak je zomaar niet kwijt. Ik passeerde Ferry van der Ent. Hij vroeg me niet te vergeten in het verslag te vermelden dat de organisatie perfect geregeld was. De koffie was op, maar heel snel kreeg hij verse. Je hoefde daarvoor trouwens niet afhankelijk te zijn van de organisatie. Theo Cloosterman vertelde dat hij tijdens het lopen door omwoners koffie aangeboden kreeg.
Na ongeveer 3 uur lopen begon een oude blessure in mijn rechterlies op te spelen. De knie liet me vandaag gelukkig met rust, waarschijnlijk omdat ik de voorafgaande week helemaal niet getraind had. Na een uurtje wat rustiger aan gedaan te hebben, verdween langzaam de pijn. In de laatste uren waren de kleine steentjes bij het zwembad goed voelbaar. Een voordeel was dat de wind ging liggen, zodat het vals plat nabij de parking wat vlotter te belopen was. Het fietspad dat hierna volgde, was op dit kleine parcours nog een behoorlijk lang stuk van bijna twee kilometer. Het laatste stuk liep omlaag. Kwam je dan weer het Steinerbos in, dan moest er weer licht geklommen worden, maar dat vond ik geen straf. De omgeving: veel bomen, een grote plas, wandelaars met hun gezinnen en supporters, dat verveelt nooit. Aan de rechterkant het pannenkoekhuis. Ik moet nu even denken aan de mocrofonist die, later bij de prijsuitreiking aan Hans Nieuwenhuijse vroeg wat hij het prettigst ervaren had. ‘Dat het pannenkoekhuis deze keer geopend was, zodat de supporters er terecht konden’, was zijn antwoord. Zo zie je maar weer, voor ultralopers is het niet alleen hun eigen prestatie die telt. De bevoorrading was zoals we gewend zijn in Stein, ruimschoots voorzien van alle mogelijke koolhydraten. Iedere doorkomst nam ik een beker cola, want plaagde ik tegen Patrick, misschien hebben ze hier wel Bels water, het slechtste ter wereld. Ik passeerde Jos en dankzij het bonenspelletje wist ik dat ik bijna op het 50 kilometer punt zat. Hé, acht minuten sneller dan mijn eindtijd in Zolder, dus de 60 zat er gemakkelijk in. Rob van den Hoek was even aan het snelwandelen. ‘Straks geleerd van Jan Willem, wie weet komt het me ooit in moeilijke momenten van pas’, zei hij.
We naderen de 6 uur. Je ziet er velen wandelen, de vermoeidheid slaat toe. Diverse deelnemers staan aan de kant, ze zijn uitgestapt. Was het zwaar? Niet voor mij. Prachtig loopweer, mooie entourage, op het laatst nog een fanfare die wel in de gaten had dat dit geen carnavals festijn was. Nee, na 6 uur lopen kun je trotser zijn op je prestatie dan na 6 uur feestvieren. Met nog een kwartiertje te gaan ging ik de laatste ronde in. Omdat ik nog wat over had ging ik er als een speer vandoor. Ik wist dat ik bij het 1000 meter punt 60,300 kilometer had afgelegd. Vorig jaar liep ik in Stein 62,400 kilometer, maar kon dit nu niet evenaren. Dat kwartiertje leverde me toch nog 2750 restmeters op. Ik kwam uit op 62,072 en was hiermee dik tevreden. Eerste worden van de 11 deelnemers in de M60 klasse doe je niet iedere wedstrijd.
Tijdens het lopen zijn er vele foto’s gemaakt. In het socio-centrum zagen we het resultaat. Hele mooie duidelijke dia’s geprojecteerd op de muur. Ik zag mezelf drie keer terug, dus neem ik aan dat ze geen enkele loper vergeten zijn. Een heel leuk initiatief, als geslaagd pauzenummer in afwachting op de prijsuitreiking. ‘De 6 uur van Stein is ingeburgerd in de gemeenschap’, hoorde ik de wethouder in zijn toespraakje zeggen.
Hetzelfde geld voor de lopers. Tot volgend jaar.
{b}Vincent Schoenmakers{eb}