{b}Stein 9.03.2003{eb}
{b}{u}Zes uren loeren naar 100 km{eb}{eu}
In onze lage landen spreekt een zesuurswedstrijd tot de verbeelding. Angelsaksisch dromen ze liever van 50 mijl. Internationaal geldt het meest als kennismaking van marathonlopers met de ultra of als test voor de conditie na een rustperiode. Laten we hier eens op inspelen.
De “fastest six hours run” zag nummer 1 uit Oekraïne vier uren lang de 90 km bedreigen, maar die laatste twee uren moest Laziuta buigen voor de klok en de afstand. Het is niet de eerste keer dat Oost-Europa op zijn plaats gezet wordt, maar het besef dat zijn eindscore een 100km-tijd beneden de 7 uren belooft mag de winnaar toch niet ontgoochelen.
Nederland ziet zijn toplopers niet opdagen, op één uitzondering na. Wim Epskamp loopt niet alleen een zeer wijze wedstrijd. Ondanks zijn bijna vijftig toont hij eens te meer dat een wedstrijdje meer niet hoeft te schaden. Integendeel, de Nederlandse veelloper haalt een niveau als nooit tevoren. Hij laat zowaar een 100km tijd beneden de 7u15′ verhopen.. In het EK te Moskou reeds ?
Voor de rest mag Nederland met Math Roberts een 7u40′ verhopen. Ook Tom Hendriks en Jan Suijkerbuijk mogen van een sub-8 uren honderd dromen.
Het Duitse toptrio Schneider, Graf en Schwerk, die elkaar nauwelijks iets toegeven fascineren vooral door de combinatie leeftijd-niveau. Schwerk herpakt zich wonderlijk na een glansperiode bijna 20 jaar geleden (wereldtop op 100 km en 24 uren) en een mirakelstunt vorig jaar over een paar duizend kilometer. Karl Graf is de fascinerende vijftiger, die we een paar jaren geleden in Apeldoorn ontdekten en die sedertdien maar blijft verbeteren. Voor de wetenschap moet de ultra een aanlokkelijk onderwerp zijn.
De Belgen daarin ?
De 88,1 km die de voorlopige uitslag op naam van Lucien Taelman zette, wordt door Lucien zelf tegengesproken en gecorrigeerd naar 85 km. “Reeds voor de start voelde ik me niet goed” zegt hij “ik startte daarom rustig en de 85 km vallen me zowaar niet tegen. Dat het bovendien nog goed is voor een tweede plaats valt dubbel mee.” Als vooruitzicht voor de 100 laat zijn score toch nog 7u05 verwachten. Dit niveau loopt Lucien sinds enkele jaren.
Jan Vandendriessche loopt vier uren zijn niveau maar haakt toch nogal vroeg af, hetgeen erop wijst dat hij na zijn kwetsuur van september zijn tempo wel al aankan, maar de uithouding is er nog niet helemaal. Hopelijk brengt de stielkennis en het voorbeeldige planningsvermogen van Jan hem tijdig terug om er in Moskou en Torhout te staan.
Paul Beckers herstelt vrij goed na Zolder. Nu laat zijn score een 100km-tijd rond 7u15′ voorzien. Voor Moskou, waarvoor hij nipt buiten de nationale selectie schijnt te vallen, is het misschien niet bruikbaar, maar ook voor de prominente 48 uren-klassieker van Surgères waarvoor hij als wereldtopper uitgenodigd is zal dat niet ongelegen komen.
Het was ook uitkijken naar de ervaring van de ultra-nieuweling, de Antwerpenaar van Griekse herkomst, Papanikitas. Met de marathonvlakte heeft Marc wellicht voldoende vertrouwdheid – hij liep de 42,2 km al in 2u22 – de kennismaking met de Spartaanse ultra volgen we met meer dan gewone aandacht. Zijn 50 km van Zolder deed ons vrezen nadat hij gelost was en steil afging, nu geeft zijn doorzetting ondanks het gelost zijn ons hoop. We geloven zowaar dat hij al 7u15 waard is. Mits wat meer ervaring is een 100 km onder de 7 uren zelfs best mogelijk. En dat is toch het internationale niveau met quasi garantie op selectie.
De Nederlandse ervaring leert dat selectieheren soms wel met de handen in het haar zitten.
Ook in België is opvolging wenselijk. Daarbij denken we vooral aan de neofieten en de jongeren. Bekijken we daarvoor de prognoses van Dirk De Pooter (prognose 7u45′), Philip Verdonck (7u50′) en zelfs Patrick Kloek (8u00′).
Iets boven de 8 uren treffen mij de vooruitzichten van Johan Cornelis (8u10), Leo Van Tichelen, die zowaar zijn bestprestatie benadert (8u13) en, waarom niet, Renaat Moyson, indien hij erin slaagt bij vermoeidheid de echte ultrastijl aan te nemen en verlost geraakt van zijn voedingsproblemen.
In deze buurt ontmoeten we uiteraard ook onze eerste dame, Inez Jacquemart. De uiterst spannende strijd voor de damesleiding met de twee Duitse tegenstandsters, dreef haar na vier uren zowaar naar een zesurenschema van 74 km. Dat ze naar het einde toe hiervan de rekening gepresenteerd kregen is begrijpelijk. Laten we evenwel niet onderschatten dat haar eindresultaat toch nog doet denken aan 8u30′ op 100 km. Geef toe, niet zo bar ver verwijderd van haar PB in Winschoten vorig jaar.
{b}Jos Cleemput{eb}