Regelmatig hoorde ik bij medelopers de naam Diever vallen. Men was enthousiast over het unieke parcours, de moeilijkheidsgraad in de winter als de te belopen sneeuw de paden in een ijslaag verandert, maar ook het fantastische natuurschoon dat de bossen in een wintersprookje omtovert. Ik was er nooit geweest. Vandaag zou ik aan mijn 39e marathon beginnen, nog niet veel, maar ik kreeg pas met 61 jaar de ultrakoorts. In die twee en een half jaar is die koorts niet gezakt, maar gelukkig nog steeds in versterkte mate aanwezig. Ik heb een hekel aan massamarathons, maar ambieer wedstrijden waar ik nog nooit gelopen heb, waar omgeving en parcours nieuw zijn. Een loop moet voor mij een combinatie zijn met medelopers en omgeving. Theo Cloosterman was er al diverse keren geweest en roemde de omgeving. Hoewel wij vorige week de 6 uur van Wijdewormer gelopen hebben, moeten de 4 uur van Dieverbrug geen problemen vormen. Samen reden we zaterdag in 2 uur naar Dieverbrug waar we al om half tien arriveerden, met 2 verstekelingen aan boord, want we pikten onderweg nog de Belgische deelnemers Patrick Kloek met zijn broer op, die in Dwingeloo hadden overnacht. Bij de binnenkomst van het Grand Café waar de inschrijving plaatsvond, vroeg ik aan Theo of we wel goed zaten. Ik kwam een hele sjieke ruimte binnen met een brandende open haard, fraai versierde tafels en zachte stoelen voor de verwende bezoeker. Hardlopers hoeven niet verwend te worden, die zijn gehard in het pure lopen, in al zijn eenvoud. Maar luxe, als het er is, zullen ze niet ontvluchten.
Het verschil tussen de 6 uur en de 4 uurloop plus, zijn niet de 2 uren. Er worden geen restmeters geteld. Na 4 uur mag niet meer aan een nieuwe ronde begonnen worden, de huidige ronde mag helemaal voltooid worden. Er was ook een zwembad bij. Wij mochten gebruik maken van hun kleed accommodatie. Die was wel erg krap bemeten, maar wat wil je ook als die voor zwemmers en lopers tegelijkertijd gebruikt wordt. De saunahitte sprak me wel aan, in tegenstelling tot de buitentemperatuur. Dus niet de fout van vorige week gemaakt door me onvoldoende te kleden. Vandaag dan maar een lange tight en 2 T shirts met lange mouwen. Achteraf had ik spijt geen handschoenen aangedaan te hebben, na de wedstrijd waren mijn handen nog ijskoud.
Voor de start nog wat onderlinge gedachten uitwisselen. De meeste beschouwen deze wedstrijd als laatste training voor de 60 van Texel. Simon en Lex voor de 120. Lex:”Eigenlijk is een marathon al lang genoeg, maar ja, de uitdaging, dat is het mooie ervan. Bij de JKM (160km)ging het in het begin helemaal niet, heb rustig doorgezet en kwam weer helemaal in mijn ritme”. Bij de start vertelt Sjoerd dat de eerste ronde 5,5 kilometer is en de overigen 4,1. Bij 10 ronden heb je de marathonafstand afgelegd. Hij vraagt een minuut stilte voor Egbert van der Molen, een bekende loper uit het noorden, die vorige week is overleden. De 56 deelnemers trekken de bossen in rond vakantiepark Landgoed ’t Wildryck. Het eerste halve uur vind ik altijd het belangrijkste, niet alleen omdat ik moeilijk op gang kom, maar ontdekken wat de organisatie je 4 uur lang voorschotelt. Ik was al blij dat ik op de website las, dat het parcours gelegen is in een schitterend natuurgebied en er gelopen wordt over vrij vlakke schelpenfietspaden. Vandaag dus geen klinkerwegen en bergjes beklimmen. Na de manege (ook uw paard is welkom) komen we in een open gebied terecht. Het is behoorlijk winderig en nog wel kopwind. Je snijdt als het ware door de wind heen. Routineus behouden de meeste deelnemers hun snelheid op dit ongeveer 2 kilometer lange stuk. Pas ettelijke ronden later zie je de grimmige verbetenheid op de gezichten, als ze voor de zoveelste keer diep hijgend hun lichaam door de wind duwen. Hierna komen we in de bossen, we lopen op een fietspad, heel mooi die bossen rechts, links een prachtig ven. Er zijn wat wandelaars, fietsers en ruiters te paard. Ze houden goed rekening met ons. Ik loop alleen, een groepje volgt en sluit aan. “Laat die ouwe man toch niet de hele tijd kop trekken”, hoor ik iemand uit het groepje zeggen. Van deze opmerkingen geniet ik, want dan zet ik een tandje bij. Inderdaad, het groepje valt uit elkaar. Ben Mol en ik gaan verder. Hij had er dit jaar al 17 (ultra)marathons opzitten, vorig weekend nog 3 in Duitsland, allemaal als voorbereiding op de twee 24 uurwedstrijden die hij dit jaar wil lopen. Ben zegt te hard gestart te zijn en ik ga alleen verder. Ik vergeet te vragen of zijn sponsor invloed heeft op de keuze van wedstrijden. Het gaat lekker, na 5 ronden het halve marathonpunt ruim gepasseerd in 1.55. De marathontijd onder de 4 uur zit er gemakkelijk in. Edwin en Patrick, de nummer een en twee, lopen me druk pratend voorbij en nemen ook nog tijd om mij een opbeurend woordje toe te roepen. Gewoonlijk zie je dat de snelle jongens geen oog hebben voor hun medelopers en omgeving, ze willen zo snel mogelijk van A naar B lopen. Gelukkig is dit niet zo bij ultralopers.
Ik draai mijn rondjes zonder problemen, heb nergens last van. Sinds ik twee maal daags glucosamine gebruik, heb ik geen last meer van mijn knie. Mijn rechterlies en linker grote bilspier willen ook nogal eens protesteren. Vandaag werd ik helemaal met rust gelaten. Wat ben ik toch een geluksvogel dat ik hier mag lopen. Een wedstrijd in zo’n omgeving is een feest. Carrie passeert me in de zesde ronde. Hij is er even uit geweest, maar heeft waarschijnlijk energie geput uit zijn verjaardagsfeest (50) van vorige week. Nog steeds voel ik geen vermoeidheid. Wel moet ik denken aan wat ik deze week in de kranten las. Eerst hadden mensen het allemaal ‘druk, druk’, tegenwoordig zijn ze ‘moe, moe’. Hoe kan dat nou? Welke sport zouden ze beoefenen? Kennen ze de vrijheid die ik nu ervaar? Marathonpunt in 3.48.58. Ik mag nog een ronde, en loop even bij Gijs. Wat een verschil met vorige week zeg, het gaat steeds beter, hij is er ook tevreden mee. Mijn finishtijd is 4.11.52, na 11 ronden is dit 46,3 kilometer. Lekker vlak gelopen, alle ronden gingen in 21 / 22 minuten.
Het verzorgingsteam heb ik een dikke pluim gegeven. Gek toch eigenlijk, dat alleen als ultralopers een wedstrijd organiseren er volop te eten en te drinken is, er was zelfs chocolade. In massamarathons ben ik enkele keren in de problemen gekomen omdat er alleen maar water aanwezig was. De snelle jongens worden in de watten gelegd, hier is iedereen gelijk. Edwin had gewonnen met 58,5 kilometer in 4.17.26 en Patrick uit Antwerpen wist met 54,4 kilometer in 4.05.20 een mooie tweede plaats te veroveren. Dat het een internationale wedstrijd was bewees Paul Engels uit Duitsland die ook 54,4 kilometer aflegde, maar zijn tijd was niet snel genoeg om Patrick van de tweede plaats af te houden. Theo had zijn PR met 10 minuten verbeterd, hij wordt met de week sneller. Na afloop hebben Theo en ik nog even een biertje gedronken met Simon, Ton Epskamp en Peter Zuidema. Heerlijk zo’n dagje. Wat stelt 4 uur autorijden toch voor, als je kunt deelnemen aan een schitterende loop in een betoverend landschap.
{b}Vincent Schoenmakers{eb}