{b}Parcours vrijwel identiek aan 2001{eb}
Het programmablad is afgelopen vrijdag naar de Belgische en Duitse deelnemers verstuurd, en begin deze week ook naar alle Nederlandse deelnemers. Op pagina 5 wordt daar in het kort de route beschreven, waarin ik later zag dat in het begin de vermelding van de Watermolenweg tussen Pontweg en Molwerk is vergeten. De route is identiek aan die van 2001 (en 1997-1999) behoudens een kleine verandering in de laatste etappe, op het tweede deel van de haven van Oudeschild. Daar gaan de lopers nu niet helemaal naar boven naar de Laagwaalderweg (met verderop het weggetje langs de dijk bij de molen) maar slaan iets eerder linksaf terug naar beneden, de haven weer op, en langs Havenzicht de weg blijven volgen. Die havenweg gaat dan in een grote bocht de haven weer af naar de gebruikelijke route, de binnendijkse Redoute (richting Schansweg). Op de wedstrijddag ligt het in de bedoeling dat er behalve de vrijwilligers die posten op alle cruciale kruispunten, ook veel extra pijlen worden neergezet in de laatste etappe van 15.3 km van Krassekeet via Oost, Oosterend en Oudeschild naar de finish op de wielerbaan. Die blijven zo lang mogelijk staan, zodat ook de lopers die door de bezemauto gepasseerd worden, en op eigen risico de wedstrijd willen uitlopen, daar nog profijt van hebben.
De afgelopen maanden heeft AV Texel om de twee weken een etappe proefgelopen, eerst 4 keer tegen de klok, en daarna 3 keer in de looprichting van de 60 km en de estafette. Komende zondag gaan de Texelaars de laatste etappe nog lopen. De klimmetjes op de Schansweg en de Leemkuil vormen straks de laatste loodjes voor met name de ultralopers, dus of die dan nog veel oog hebben voor het prachtige landschap van het Hoge Berg gebied is de vraag ;-). Als men zaterdag 19 of zondag 20 april nog wat in wil lopen of verkennen, zou ik dat ook daar gaan doen. Vlakbij de route over de Schansweg kan men ook het graf van Jan Knippenberg bezoeken op het kerkhof van Oudeschild, naast de Georgische Begraafplaats (op Texel beter bekend als het ‘Russenkerkhof’), aan de Zuidhaffel. Jan’s graf is gesitueerd aan de noordkant en is herkenbaar aan de markante bronzen ‘steen’.
{b}Het strand en het getij{eb}
De afgelopen periode met veel zon en weinig regen heeft de conditie van de zandplaat De Hors goed gedaan. De opgang van het weggetje tussen de Horsmeertjes naar de Hors is bijna droog en de Hors zelf is momenteel goed hard. Verderop staat ook de ‘trechter’ tussen de duinen door richting strand geheel droog. De doorsteek naar het strand kent een, velen van jullie bekend, rul stuk van ongeveer 100 meter, maar het strand zelf is na de laatste periode met veel NW wind behoorlijk vlak.
Wel is er op de ochtend van 21 april langdurig hoogwater van ongeveer 8.30 tot 12.30. Met hopelijk weinig wind zal er dan langs de hoogwaterlijn een paar meter breed goed begaanbaar strand zijn. Alle lopers, zowel de 60 km (met start 10.35) als de estafette en de 28 km lopers (met start 11.35), krijgen te maken met dat hoogwater van Paal 8.5 tot Paal 12, en na De Dennen, voor de meeste 60 km lopers ook van Paal 16.5 naar Paal 21. Voor de estafettelopers zal het water net wat gaan zakken in dat tweede stranddeel langs De Koog. Ook de kop van de 120 km heeft in de eerste ronde bij De Koog nog geen last van het opkomende water maar na De Dennen komen ze dan rond 8.30 bij het begin van de lange hoogwaterperiode op het volgende strandstuk richting Hors.
Begeleiders op de fiets kunnen bij het wedstrijdsecretariaat een kaartje krijgen waarop aangegeven staat hoe zij de twee strandstukken om kunnen rijden om hun loper weer op te wachten bij Jan Aijeslag (Paal 12), en bij Paviljoen Beach Inn (Paal 21) of het begin van De Nederlanden.
{b}Lezing en UN rapportage Ton Smeets{eb}
Op zondag 20 april zal de organisatie vanaf 15.00 op de Potvis aanwezig zijn om slapers te ontvangen en de 120 km lopers van startnummers en info te voorzien. Om 18.00 satrt dan de pasta party (er is nog plek: reserveringen bij pjbakelaar@tref.nl) en omstreeks 19.45 zal de lezing van Ton Smeets aanvangen: “Ultramarathon: de andere helft van de atletiek”.
Thuisblijvers zijn ook dit keer niet verstoken van nieuws over het verloop van de wedstrijd op Texel, want op maandag 21 april zal Ton zo mogelijk op allerlei punten langs de route waar hij een stopcontact kan vinden, verslag doen.
Voor alle geinteresseerden die wel naar Texel komen is het een absolute aanrader om de radio in de auto of een transistor mee op de fiets af te stemmen op Radio Texel, FM 106.1, met een live rapportage van ‘s morgens 10 uur bij het NIOZ tot ‘s middags 5 uur op de wielerbaan.
{b}Startveld op papier{eb}
Al eerder is hier op UltraNed de volledige lijst van de ultralopers van de 120 km en die van de 60 km gepubliceerd (zie het lijstje onderaan dit bericht). Het startveld voor de 120 km lijkt nu 18 lopers (m/v) te gaan omvatten want helaas hebben drie lopers zich moeten afmelden vanwege ziekte en blessureleed: Ron Teunisse, Mik Borsten en Gijs Honing. Die laatste twee overwegen nog wel om op de 60 km te starten, als testen in de training goed uitpakken. Bij die 60 km zijn een paar andere late inschrijvingen ook nog geaccepteerd, en staan er na in totaal 13 afmeldingen nu toch nog 234 namen op de startlijst. Maar er zullen ongetwijfeld nog late afmelders zijn en lopers die op de wedstrijddag verhinderd zijn om te komen. Aan de hand van het startnummer zijn bij de mannen de leeftijdscategoriën herkenbaar, en Nico Achterberg meldde attent dat zijn leeftijd verkeerd was overgekomen (45 ipv 42) en krijgt daarom nu nummer 488 in plaats van 177. Voor de volgers en het publiek is dat startnummer-systeem niet altijd even doorgrondelijk, maar voor het oog is het nu wat simpeler omdat de ultralopers nu met de nieuwe Gamma-startnummers het onderschrift De ZESTIG van TEXEL in rood zullen dragen, terwijl bij de 28/32 km lopers dat onderschrift in groen, en bij de esatfettelopers in blauw is.
{b}Kanshebbers{eb}
Hoewel veel grote ‘kanonnen’ die op het EK 100 km in Moskou (zaterdag 19 april) van start gaan, blijft het moeilijk om torenhoge favorieten voor de overwinning op zowel de 120 als de 60 km aan te wijzen. Voor de 120 km mannen gaat het wellicht tussen de startnummers 20-30-40-50, maar je weet maar nooit. Uit het grote veld van de 60 km mannen noem ik namen als 666 Veron Lust, 6 Erik van Zessen, 16 Patrick Kloek en 7 Aad Butter. Die laatste staat na een afwezigheid van 3 edities aan de start en zou best na 8 jaar weer het podium kunnen halen. Alleen bij de 60 km vrouwen is er een duidelijke favoriete: de Belgische ultratopper Inez Jacquemart uit Antwerpen (met startnummer 410).
Bij de publicaties van de deelnemerslijsten op UltraNed ontbreken de estafetteteams en de 28 & 32 km prestatielopers, per slot is dit een website voor marathon-plus-lopers. Die estafetteteams staan natuurlijk wel uitvoerig in het programmablad, evenals de inschrijvers voor de 28 km 1e helft of 32 km 2e helft.
Bij de vrouwenteams is titelverdediger Haag Atletiek favoriet en zij gaan onder aanvoering van Sylvia Dingemans proberen de wisselbeker definitief mee naar huis te nemen. Bij de mannen estafette is de nodige strijd te verwachten want 6 teams gaven op onder de 4 uur te gaan finishen: titelverdediger AV Rijnsoever 1 (Katwijk, nrs 1-4), de Lanzarote Hazen (uit diverse plaatsen, 11-14), Speedy’s AVM (Monnickendam, 21-24), Old Boys (Delft, 321-324) en Running Team Kempen 2 (uit Vorsselaar, België, 361-364). Die Belgen wonnen indertijd als Vlaanderen 2002 ook de Zes Uur van Texel (16 april 2001) dus de Nederlandse ploegen zijn gewaarschuwd. Maar op de valreep heeft zich ook nog een snel team van AV Daventria (Deventer, 641-644) aangemeld.
{b}Waarom wordt die 120 km niet opengesteld voor iedereen?{eb}
In den lande zijn de toelatingslimieten en de selectie voor de 120 km regelmatig onderwerp van gesprek, zo is ons gebleken. En bereikt ons nu en dan de vraag of de organisatie van De Zestig van Texel niet genegen is om dat onderdeel helemaal open te gooien en te gaan werken met eliminatiepunten onderweg zoals bij de Spartathlon. Wij blijven echter kiezen voor de huidige opzet: de 120 is er alleen voor een selecte groep van de wat snellere ultralopers. De beperkte omvang van de deelname aan de 120 stelt de organisatie in staat een bepaalde kwaliteit van verzorging en gidsing in die eerste ronde tegen de klok te waarborgen, die bij een groot startveld niet gehaald zal worden.
De eerste edities van de 120 km (1993 en 1995) onder supervisie van Jan Knippenberg verliepen vrij chaotisch, omdat de deelnemers zelf verantwoordelijk waren voor het vinden van de goede route en voor hun eigen verzorging in die eerste ronde tegen de klok. De route lijkt zo simpel maar is dat in de praktijk eigenlijk niet. Een en ander resulteerde na afloop van die eerste edities in opmerkingen van deelnemers als ‘hier kom ik nooit meer’. Dat slechte imago heeft de 120 inmiddels van zich afgeschud, gelukkig, maar het geeft wel aan hoe smal de grens is tussen een redelijk goed georganiseerde uitvoering en een scala aan dwaaltochten die alle partijen met een kater laat zitten. Met de toelatingseis van een 100 km in < 9.30 (voor 2003 verruimd naar < 10.00) heeft de organisatie natuurlijk geen garantie dat een deelnemer binnen de limiet van 12 ½ uur finisht, maar wel dat die persoon potentieel in staat is om dat te halen. En de deelnemers die om wat voor reden ook dan onverhoopt langzamer zijn dan verwacht op de wedstrijddag zelf, en gepasseerd worden door de bezemauto, weten dat zij op dat moment teruggeworpen zijn op zichzelf of hun eigen begeleider: men loopt dan verder op eigen risico, maar zo mogelijk wordt hun eindtijd geklokt en in de uitslag opgenomen. De organisatie vindt dat een sympathiekere behandeling dan mensen uit de wedstrijd te verwijderen. We zouden ook niet weten hoe dat te doen: met geweld iemand in een busje dwingen?
{b}Bijna 90% haalt de finish van de 60 km{eb}
De 120 km kent gezien de zwaarte van het parcours een naar verhouding groot aantal uitvallers vergeleken met de 60 km. Als we alle edities bij elkaar optellen, finishten van de 567 starters op de 60 km er 504, dat is 89 %. Dus gemiddeld stopt maar ruim 10% onderweg. Het slechtste jaar was 2001 met 87%, het beste jaar was 1993 met 94%. Van de 69 starters in totaal op de 120 km wisten er maar 39 te finishen, oftewel 57 %. Dat is zelfs nog geflatteerd want normaliter haalt slechts de helft of minder de eindstreep (nog even ongeacht de eindtijd). Het finish-percentage lag voor de edities 1993-95-97-99 namelijk op 50-39-50-41 % en wordt gemiddeld boven de 50% getrokken door de editie van 2001 toen liefst 90 % finishte (17 van de 19 reguliere wedstrijdlopers).
Stel nu dat de 120 km wordt opengegooid, en bijvoorbeeld 50 lopers trekt. Als er dan 25 onderweg uitstappen, hebben we als organisatie veel werk om die uitvallers weer in de bewoonde wereld terug te brengen. Terwijl we nu aan 1 terreinwagen in de eerste ronde van de 120 km en 2 personenauto’s voor de 60 km voldoende opvang voor uitvallers hopen te hebben. Want alle vrij-beschikbare bussen en busjes op Texel zijn al voor de estafette en de 30 km lopers nodig. Kortom, alleen al dat organisatorische aspect van een grote toename van uitvallers verhoedt ons als organisatie om lichtvaardig over verandering van de opzet van de 120 km te denken.
Bovenstaande houdt niet in dat u ons niet mag blijven bestoken met opmerkingen hoe het anders en in uw ogen beter zou kunnen. En hoe meer er over het ‘Rondje Texel’ en het ‘Dubbele Rondje Texel’ geouwehoerd wordt, hoe liever het ons is ;-).
{b}Texel-ambassadeurs tijdens de Rotterdam-marathon{eb}
Tijdens de Rotterdam Marathon komende zondag 13 april loopt ook een aantal bijzondere ‘Texel-ambassadeurs’ mee. Het maandblad Runner’s World (RW) heeft in samenwerking met UltraNED ook dit jaar weer een twaalftal pacers aangesteld die groepen lopers naar eindtijden varierend van 3.15 tot 4.30 gaan leiden. Die pacers zijn overwegend ultralopers, en voor RW bij elkaar gezocht door UN-redacteur Rob van den Hoek. En onder dat twaalftal zijn er maar liefst 6 (of meer?) die 8 dagen later op Texel gaan acteren
3.15 Sacha Muhlebach (slotloper AV Monnickendam 4 x 15 km Texel)
Edwin Lenaerts (50 km Trail des Chapeliers in Glons)
3.30 Tom Hendriks (120 km Texel)
Wim Heijenk (60 km Texel)
3.45 Willem Mutze (Keulen 50 km)
Edo Nugteren (60 km Texel)
4.00 Cees van der Woude (60 km Texel)
Henk van Bakel (onbekend)
4.15 Ron Bakker (120 km Texel)
Rob van den Hoek (60 km Texel)
4.30 Gerry Dumont (60 km Texel)
Ad Voortman (marathon Aalborg in Denemarken)
Kortom, een flink deel van die 12 pacers zal ongetwijfeld tussen neus en lippen aan hun volggroep antwoorden (op de vraag wat en waar de pacer zelf zoal loopt) dat deze marathon in Rotterdam maar even een pikkietanussie tussendoor is, en een makkie is vergeleken met een week later het zand en de wind op Texel 😉 Mooiere reclame voor het ultralopen is er niet: zelf ontspannen-lopend duidelijk maken, aan hen die met hangen en wurgen hun marathon-streeftijd willen halen, dat er ook nog een lopersleven is voorbij die 42.2 km!
{b}Tot slot{eb}
Droom zelf straks op Tweede Paasdag niet teveel van streeftijden etc etc Veel beter is het om ontspannen lopend lekker te genieten, dan komt die eindstreep vanzelf naderbij. De organisatie is op papier zo goed als rond, en samen met alle vrijwilligers hopen we dat het een mooie dag voor jullie en voor ons gaat worden!
Texel, 11 april 2003 Martien Baars