Loop-soap: de cliffhangers van Texel 2003

Na het lief en leed in de ‘lange mars’ naar Texel 2001, verhaalt Irene van Wijk nu over haar aanloop en verloop van Texel 2003

Een loper stopt niet. Als het drama in de benen zich begint te voltrekken verlang je naar het einde. Maar zodra je klaar bent is het leed vergeten en lonkt de volgende uitdaging. Er is altijd wel een cliffhanger: je wilt je titel verdedigen, je wilt volgende keer sneller of verder dan je liefste concurrent of, nog vaker, dan jezelf. In elke volgende trainingsepisode gebeurt er van alles maar eigenlijk niet zo veel anders dan daarvoor. Toch kun je er geen genoeg van krijgen. Zolang de techniek het blijft doen zul je blijven lopen. En alleen de andere verslaafden begrijpen dat. Kortom: loop-soap.

Anderhalf jaar geleden schreef ik een stukje van mijn loop-soap voor ons clubblad over de episode Texel 2001 en alle lief en leed tijdens de voorbereiding. Compleet met het uitstel door de MKZ van april naar oktober. Een éénmalig ultra-avontuur, dat was de bedoeling. Maar ja, cliffhangers te over. Wat een leuk wereldje die ultra’s, bijvoorbeeld. En wat een leuke reacties op mijn loop-soap die het zelfs tot UltraNED bracht (‘Een lange mars’, 4 nov.’02, zie de lijst artikelen onderaan). En niet tot het gaatje lopen zoals in een marathon, dát is ook lekker zeg. De laatste cliffhanger was clubgenoot Paul Wiering. Die was helemaal verkocht.

Dus Paul plande een volgende ultraloop in 2002: de Eemmeerloop. Samen is leuker dus Paul poogde met paaien en pleiten mij ook zo ver te krijgen. Maar ik had andere plannen: 2002 was mijn marathonjaar. Rotterdam dus en snel een beetje. Goed, 3 minuten van mijn PR af maar het moest sneller kunnen want ik had door de warmte zoveel tijd verloren bij de drankposten (cliffhanger!). De herkansing zou in Berlijn zijn. Wat te doen in de tussentijd? Paul verrassen. Dus verscheen ik ook bij de start van de Eemmeerloop en liep ik zowaar naar een 2e plaats. Ben ik dan toch een ultraloper?

De zomer van 2002 stond in het teken van de voorbereiding op Berlijn. Een trainingsperiode vol lief en leed. Het zwaarste deel speelt zich af op een boot: Rijnreisje met mijn invalide moeder. Een hele week op 200 vierkante meter! Zitten en eten! Natuurlijk sjouw je de hele dag de gevulde rolstoel van hut naar dek naar eetzaal heen en weer. Maar wat doe je met de rest van je energie. Gelukkig stond er op het dek een bijna overleden hometrainer. Die heb ik elke dag een uur getraind, tot groot vermaak van de andere bootreizigers.

Ook op mijn werk is het niet rustig. Ik beleef er goede tijden maar ook vaak slechte tijden en wat is lopen dan een mooi medicijn. Tijdens een lange duurloop net doen of je al bezig bent met een keer Texel rond en je bent na afloop alles vergeten.
Berlijn 2002 brengt goede tijden: weer 6 minuten van mijn PR afgesnoept (voor de kenners: 3:24:27). Dit is geen soap, dit lijkt wel een sprookje: in het jaar dat ik 50 word loop ik op alle afstanden PR’s. Dat hoort helemaal niet als je ouder wordt. Sprookjes bestaan niet dus wellicht heb ik voordien nooit genoeg mijn best gedaan? Nog sneller een marathon lopen is nu geen cliffhanger meer (lijkt me niet mogelijk). Maar een leuke ultraloop… Het zou de Two Oceans Marathon in Zuid Afrika moeten worden, op paaszaterdag 19 april 2003.

Een topaflevering van de soap is mijn 50e verjaardag half november 2002, gevierd met schaatsen, dansen en drinken samen met heel veel lieve mensen waaronder natuurlijk mijn loopmaatjes. Maar elke piek hep se dal. De verjaardagspiek was hoog dus zou het dal daarom zo diep geweest zijn? Het begon met een blessure: in de snijdende kou een steek in mijn kuit. Weken niet meer lopen. In januari 2003 overleed mijn moeder. De scenarioschrijvers van deze soap zouden meer fantasie moeten hebben want dat hadden ze in de vorige aanloop naar Texel ook al gepresteerd: blessure en overlijden van mijn vader. Een troost is dat ze die truc niet nog een keer kunnen uithalen (en blijf van mijn vriend af). De soap die de pastoor van de uitvaartmis maakte zal ik jullie besparen maar het betekende niet alleen een afscheid voorgoed van mijn moeder maar ook van al haar familie.
En weer heelde de tijd en, nu, de zachte handen van een nieuwe fysiotherapeut. En Zuid Afrika kan later wel, ik ga lekker naar Texel (je moet soms lief zijn voor jezelf).

Mijn grote angst bij Texel is harde wind tegen. Een lichtgewichtje als ik waait daarbij om. Dus had ik hard geduimd voor windstilte. Stom, stom, stom. Texel was Goudkust. Ik had me voorbereid op kilometers mul zand, op kou, op regen, op wind ook. Het strand was een eitje vergeleken bij vorige keer, de wind blies een beetje tegen op het strand dus ik dacht nog: lekker mee bij de dijk. Maar daar scheen de gouden zon op de oostkust van Texel en de wind was veel te gehoorzaam. Met schaamrood op de kaken moet ik bekennen: ik heb moeten wandelen. Niet veel en niet lang maar toch. Ik ben een watje geworden. Mijn lijf had genoeg van de hitte en vooral ook van al die zoete rommel. Kunnen ze die koolhydraten niet eens zout maken? Met kaassmaak of zo.

Het decor van deze editie was wel weer fantastisch. Vorige keer was het herfst. Nu liepen overal heerlijke lammetjes en lag het landschap vol met bollenkleuren. De medespelers waren ook weer in topvorm: leuke lopers, fanatieke fietsers en volmaakte vrijwilligers. Ook heb ik Martien nu in levende lijve gesproken, één van de grote mannen achter Texel en UN! In het echt is hij net zo aardig als op e-mail.

De cliffhanger is natuurlijk al bekend: nu moet Zuid Afrika toch echt gebeuren. Mijn soap-personage heeft zich inmiddels toch ontwikkeld tot een ultraloper. Uren rondjes lopen, of 100 kilometers vreten doe ik (nog) niet. Maar je weet nooit wat de scenarioschrijvers nog voor me in petto hebben. Ik heb wel een verzoek: mag het volgende keer met ietsje minder slechte episoden in de voorbereiding. Daar wil ik desnoods mijn goede looptijden wel voor inleveren.

Irene van Wijk, AV’23, Amsterdam

Naschrift Martien Baars: ondanks de warmte, en het wandelen, finishte Irene in 5.47.21, toch nog 3 minuten sneller dan de 5.50.17 in haar ultradebuut van Texel 2001.