Beekse Marathon, warm en gezellig.

Theo de Jong doet verslag van de Beekse marathon van 21 september 2003

Er lijkt wel of er dit jaar geen einde aan de zomer komt. In de toeristische sector hoor je daar geen klagen over. IJsfabrikanten draaien overuren, bier en frisdrank kan niet genoeg aangesleept worden en op de stranden ligt men bruine bil aan bruine bil. En ook dit weekend, nota bene het derde weekend in september en het weekend van de Beekse marathon, was het weer prachtig zomerweer met temperaturen van rond de 27 graden C in de schaduw. Als je er van houdt, zoals ik, is het prachtig loopweer, kan je niet tegen de warmte, dan is het een ramp.
Vorige week waren er tijdens de Mergellandmarathon maar weinig ‘veellopers’ aanwezig, maar in Hilvarenbeek leek het wel een reünie. Theo Cloosterman, Regina, Henry, Vincent, Hans, Jos, Dick, Rob Steijger, Rob van den Hoek en Jack Hendrixks gaven acte de présence. Hinrick Klugkist was de zaterdag al uit het hoge noorden vertrokken en had in een tentje overnacht. En natuurlijk was Ben Mol er ook. Vorige week werd hij nog derde bij de mannen 50+ bij het Nederlands kampioenschap 100 km.Over drie weken maakt hij deel uit van het Nederlands team voor de 24 uur van Uden. De Beekse bergenmarathon is voor hem een training. Voor de start werden Vincent en ik aangesproken door de voorzitter van de organiserende vereniging Achil ‘87 met de vraag wat wij volgend jaar bij het 25 jarig jubileum van de Beekse Marathon zouden willen, vier gelijke rondes zoals dit jaar, of een parcours waarbij er door het dorp wordt gelopen. Als je zoiets groots viert als het 25-jarig jubileum moet je dat naar mijn mening, doen met veel publiek, met muziek en attracties, met gezelligheid en feest. Dan moet je de route dus door het dorp leggen. Dan krijg je de mensen warm voor het hardlopen en de marathon. Daarna was er een vraagje over de 100-marathon club, want Jack van de Sande van Achil ’87 liep zijn 100ste marathon! Jack, van harte gefeliciteerd.

De Beekse Marathon bestaat uit vier rondjes van 10 km. Je kan er ook 10 en 30 km lopen en de halve marathon. Dit laatste deed mijn vrouw Marijke. De start van alle disciplines was om 11.30, dus was het bij de startlijn een drukte van belang. En opeens waren we weg. Ik had geen schot of wat dan ook gehoord, maar de meute liep en ik liep mee. Vandaag zou Eric Sweens met me mee lopen naar een tijd van rond de 3:40. Na de start gaan we eerst door een woonwijk en dan het buitengebied in. Al snel duiken we een prachtig bos in waar het nu nog heerlijk koel is. Gelukkig ligt meer dan de helft van de route in het bos. Na het bos volgt een stuk met deels schaduw, deels zon. Hierna loopt de route tussen akkers en weilanden door, richting Hilvarenbeek. Daar hadden de bewoners ook wel door dat het voor de lopers warm was. Op drie plaatsen waren tuinsproeiers opgesteld om de verhitte lopers af te koelen. Er werd gretig gebruik van gemaakt.
De eerste ronde gaat in een lekker tempo van rond de 5:10 per km. Dat gaat goed, zo komen we wel op de 3:40 uit. Ook de tweede ronde gaat in hetzelfde tempo. Het halve marathonpunt op de atletiekbaan bereiken we in 1:49:48. Daar op de baan worden we luidkeels aangemoedigd door het talrijke publiek bij start en finish. Ook aan de vele fietsers is het goed te zien dat het prachtig weer is. Over het algemeen gaat het goed samen, die fietsers en de lopers op een smal pad. We worden ook door de fietsers aangemoedigd. Maar één keer werd mij door een groep fietsers duidelijk te verstaan gegeven dat ik op het fietspad niets te maken heb en op de onverharde weg moet lopen. Op mijn reactie “of jullie doen dat” kreeg ik een regen van verwensingen naar mijn hoofd geslingerd. Verdraagzaamheid is zelfs op zondagmiddag in het prachtige nazomerzonnetje voor sommigen nog een onbekend begrip.
In de derde ronde moet Eric afhaken. In de schaduw gaat het wel, maar in de zon loopt zijn hartslag te hoog op. Hij heeft het de laatste tijd nogal druk gehad en heeft daardoor een trainingsachterstand. Daar heb ik gelukkig geen last van, ik train nauwelijks en volg geen schema. Bijgevolg kan ik dus ook geen achterstand hebben. Om te benadrukken dat het echt warm is vliegt er bij het begin van de vierde ronde een prachtig gekleurde vlinder, een koninginnepage, over de weg. Het is een vlinder die je in jaren met normale zomers slechts sporadisch in Zuid-Limburg tegenkomt. Dit jaar echter zijn ze, onder invloed van de hoge temperaturen naar het noorden opgerukt en zijn ze in het hele land te zien. Net zo als de kolibrievlinder, een trekvlinder uit het Middellandse-Zeegebied.
Ondanks de warmte probeer ik het tempo in de laatste ronde zo vlak mogelijk te houden. De paar kilometeraanduidingen geven daarbij wat houvast, maar eigenlijk gaat het gewoon op gevoel. Die laatste ronde lijkt langer dan de anderen te zijn, er komt maar geen eind aan. Dat lijkt vooral ook zo doordat er alleen nog maar een handje vol marathonlopers op het parcours bezig is en de afstand tussen de lopers groot is. Ik haal nog een paar lopers in, maar één is hardnekkig en loopt ongeveer hetzelfde tempo als ik. In de laatste kilometer versnel ik en haal hem net voor we op de baan komen in en zet hem snel op een meter of 20. Dan, net voor de streep, laat ik me bijna verrassen. Het is dat het publiek begint te joelen en te schreeuwen, anders had ik niet achteromgekeken. Met een verschrikkelijke eindsprint probeert hij me toch nog voorbij te komen. Ook ik zet aan en doe mijn uiterste best hem achter me te houden. Naast elkaar vliegen we naar de streep en komen er samen overheen in 3:38:50. Ik denk dat niemand weet wie van ons het eerste over de streep komt. In ieder gaval was het voor het publiek een aantrekkelijke finish.
Achter de finish zaten de al binnengekomen lopers bij te komen. Velen hadden het toch wel erg warm gehad en waren een tandje lager gaan lopen. Dat gold in ieder geval niet voor Rob van den Hoek die hier in Hilvarenbeek en geweldige prestatie neerzet door een PR te lopen van 3:14:25! ‘De warmte bevalt me wel’, vertelde Rob, ‘tijdens de marathondriedaagse in Diever was het nog warmer en daar werd ik tweede overall’. Dat weet ik nog goed, zelf werd ik daar werd in 30 graden C zevende.
Na de finish zocht ik gauw de tafel met water op. Twee kleine meisjes reikten mij een beker water aan. Toen die leeg was nam ik nog een beker mee naar de anderen. Toen ik het water bijna ophad zag ik dat het niet fris was, met zand op de bodem, een dode mier aan de rand. Teruglopend naar de tafel zag ik dat de meisjes de bekers vulden met water uit de sponzenton, de ton waar iedereen zijn spons in uitknijpt, waar de in het zand gevallen sponzen in worden gegooid! Het zag er goor uit en ik had dat gedronken, bah! Vriendelijk heb ik ze verzocht daar maar mee op te houden, daarin als snel gesteund door iemand van de organisatie. Een half uurtje later begon ik me beroerd te voelen en even later heb ik alles wat ik na de finish gedronken heb er weer uitgekotst. Ik denk dat het vieze water er de oorzaak van is. Pas een uur of twee erna voelde ik me weer beter.
Langzamerhand druppelen de lopers binnen, moe en verhit, maar toch allemaal tevreden dat ze het weer gered hebben. Het was dan ook niet niks om met dit weer een marathon te volbrengen. Zelf ben ik ook zeer tevreden, zowel over mijn tijd als over weer een negatieve split, weliswaar van slechts 46 sec. maar toch een negatieve split.
De organisatie krijgt een pluim, het was allemaal goed geregeld, met name de entourage op de baan met een enthousiaste speaker die af en toe binnenkomende lopers interviewt. Toch was er op het eind nog een minpuntje. Doordat er op het eind van het parcours al hekken waren weggehaald (onduidelijk is of dat door bewoners of door de organisatie is gebeurd), hebben een aantal laat binnenkomende lopers zich verlopen, de een wat meer dan de andere. Maar het mag toch eigenlijk niet gebeuren dat als je aan het eind van een marathon nog honderden meters verkeerd loopt. Juist in kleinschalige marathons zou er toch vooral ook aandacht voor de minder getalenteerde of oudere lopers moeten zijn.
Maar al met al weer een leuke marathon die volgend jaar zijn 25 jarig jubileum viert.

Theo de Jong
viridis@planet.nl