De titel van het verslag dat ik vorig jaar maakte, hoef ik niet te veranderen. Het wordt voor de loopfanaten, zij die vele marathons lopen, steeds moeilijker gemaakt. Ieder jaar weer opnieuw die prijsopdrijvingen. Hilvarenbeek is een positieve uitzondering. Voor €7,- krijg je behalve een aantrekkelijke ambiance op de atletiekbaan met o.a. springkussen voor de kleintjes, een goede bevoorrading en zijn er zelfs 3 bekers en geldprijzen in 6 categorieën.
Omdat het voor ons welbekende groepje een soort thuiswedstrijd is, reizen we op eigen gelegenheid. Daar aangekomen lijkt het wel een reünie van ultralopers. Jan-Willem, de 2 Theo’s, de 2 Rob’s, Jack, Dion, Regina, Henry, Ben, Ineke, Hans, Hindrick, Jos en Dick. Heel gezellig. Nu lachen we nog, ontspannen babbelend, straks na de start zal het wel anders gaan. Het is immers mooi weer. Het is eigenlijk veel te mooi weer. Een zacht briesje en bijna 30 graden beschouwen veel lopers als een lijdensweg. Maar dat is nou juist de leuke krankzinnigheid in onze sport: de lijdende mens onderweg, de euforische en gelukzalige mens aan de finish. Hij (zij) heeft het toch maar weer geflikt.
Er kan op diverse afstanden worden gestart. Vorig jaar waren er 45 marathonlopers, dit jaar zelfs 57. Alle deelnemers starten half 12. Tot mijn verbazing en verassing zie ik ook Rob Tieleman, goed voor 96 marathons, maar die eind vorig jaar de hardloopschoenen abrupt aan de wilgen hing en in plaats daarvan voetbalschoenen kocht. Gisteren had hij nog 2 wedstrijden gevoetbald (oud-loper, fanatiek, 1 wedstrijd op 1 dag is niet genoeg) en is van plan de 30 km te lopen. In Etten-Leur wil hij een herstart maken op de marathon.
Er is in het begin een klein stukje onverharde weg. Dan enkele kilometers geasfalteerde weg zonder beschutting, dus loop je onder een brandende felle zon. Na enkele kilometers komt de beschutting. We lopen over smalle wegen en fietspaden door het prachtige natuurgebied van de bossen Gorp en Rovert. Na 5 km de eerste bevoorradingspost. ‘Shit, verdomme’, hoor ik voor me roepen, ‘er is geen water, wel zoete sportdrank maar daar krijg je nog meer dorst van’. Ja, even een misser van de organisatie. Met dit weer heb je meer behoefte aan water dan ander drinken. Gelukkig is er 3 km verderop water in overvloed. Er is zelfs een sproei installatie op de weg gemaakt (op 3 plaatsen). De marathon afstand kent 4 ronden van ruim 10½ km. Er zijn 3 bevoorradingsposten, die behalve die enen keer, ruimschoots van drinken, sinaasappelschijfjes en banaan voorzien zijn. Voor verfrissing sponzen is ook gezorgd. In de laatste 3 km schijnt het zonnetje weer hevig op je pet of bol. Dat hoort er allemaal bij. Onaangenaam? Nee hoor, vriezen, sneeuwen en hagelen is erger, hoewel de koud weer lopers over enkele maanden hun hart weer kunnen ophalen.
De eerste ronde gaat lekker, ik loop vijfjes van 26-27 minuten. Dick van Es loopt bij me. Dan trek ik even kop, vervolgens hij weer. Deze afwisselingen houden we zo’n kleine 40 km vol. Ik denk aan 2 jaar geleden toen ik hier in 3.36 eerste werd in mijn categorie, vorig jaar ook weer eerste in 3.51. Ik ben erop gebrand vandaag geen modderfiguur te slaan ondanks mijn enkelblessure die nog niet genezen is, ik net terug ben van vakantie en al 5 weken geleden mijn laatste wedstrijd liep. Dat het aftakelingsproces boven de 60, in mijn geval 64, steeds sneller gaat, ben ik me zeer goed bewust. Toch is mijn eergevoel zover ontwikkeld dat ik die ‘jonkies’ (60 jaar) graag voor wil blijven. Dus geen flauwe kul, die enkel kan de pijn wel doorstaan, geen excuses, de zweep erover (ik doe het mezelf aan).
Iedere ronde komt men over de atletiekbaan. De microfonist vertelt het publiek dat ik al ruim 100 marathons gelopen heb en medeoprichter van de 100 marathonclub. Dat laatste klopt. Ik heb echter slechts 53 marathons gelopen (een kleintje dus), maar ben pas 3 jaar geleden begonnen. Je zit in je wedstrijd en je wilt geen tijd verliezen, anders had ik hem verteld dat enkele van de deelnemers, zoals Jos er ruim 300 en Ben rond de 420 marathon gelopen hebben. Afijn, in mijn volgende doorkomst wordt door waarschijnlijk insiders, het aantal al tot 60 gereduceerd. Dat komt aardig in de buurt.
De halve afstand gaat in 1.55, dus kan ik in de buurt van vorig jaar komen. De 25 km in 2.13, 30 in 2.41, 35 in 3.09. De laatste kilometers gaat het al minder. De banden rond mijn enkel beginnen te zeuren. Het wordt erger. Er fietsen veel mensen voorbij. Een wat ouder vrouwtje ziet dat het bij mij niet meer zo soepel gaat. ‘Kan ik je een lift geven? ‘, vraagt ze. ‘Ik wil het je niet aandoen’, roep ik terug, maar ik meende niet wat ik zei. Op dat moment met nog 3 km te gaan speelde de enkel ontzettend op, 3.33. Vóór de 4 uur finishen zit erin als ik mijn tempo laat zakken, zodat mijn voet minder belast wordt. Ik laat Dick gaan. In de laatste ronde kon ik toch al niet de kop overnemen. De vrijwilligers bij de bevoorrading bedank ik. ‘We hebben het voor jullie gedaan. Volgend jaar kun je weer op ons rekenen’, was hun antwoord. Kijk, dat stimuleert. Als je erdoor zit, geen formidabele tijd neerzet en nog nooit zo blij geweest bent dat de finish in zicht is, wordt je door zo’n uitspraak weer met 2 benen op de grond gezet: het is jullie hobby, en wij helpen die te kunnen uitvoeren. Onbedoelde spitsvondigheid, prachtig om te horen. Ik finish in 3.55.32. Dick, nieuwe zestiger, werd eerste in onze categorie, ik tweede op 1 minuut. Rob van den Hoek die, zoals je in Runner’s World kunt lezen, voorlopig even geen lange afstanden meer loopt kan het op de marathon nog uitstekend: 3.14.
Het is na afloop weer gezellig verder praten. Bier smaakt op dat moment 10 keer beter dan thuis. Onderweg had ik geen puf meer om te praten, nu worden de gevechten met jezelf uitvoerig uit de doeken gedaan. Het schijnt dat de microfonist diverse keren gevraagd heeft of ik iets over de 100 marathon club wil vertellen. Of ik zat onder de douche, in de kantine of was zo intensief in een gesprek gewikkeld dat ik het niet gehoord hebt, wat de man met de microfoon de volgende zin ontlokte: ‘natuurlijk krijg je op zo’n leeftijd gehoorproblemen, zijn benen laten het echter niet afweten’. Gevat, leuk, dit soort humor waardeer ik echt. Bij de prijsuitreiking heb ik gezegd dat ik in mijn verslag wat over de 100 marathon club zal schrijven.
-In navolging van Duitsland, Tjechië en Engeland bezit Nederland nu ook een 100 Marathon Club (sinds 23 juni dit jaar). Doel is het promoten van marathons en ultralopen. Het staat open voor iedereen die de intentie heeft om in zijn leven 100 marathons of ultralopen te volbrengen. Voor informatie, zie het reglement op de website http://www.100mcnl.org
Volgend jaar is de 25e editie. Ongetwijfeld zullen er weer vrijwilligers zijn die de jubileumdag weten op te luisteren. Allemaal voor ons lopers. We zullen hen niet teleurstellen, ook al zou men voor deze feestelijke editie de inschrijfprijs verhogen.
{b}Vincent Schoenmakers {eb}