Aanvulling op nuttige tips – I

Koos Rademaker geeft aanvulling op “nuttige tips voor de 24 uur”.

Ik las net je stuk op Ultraned en ben blij zoveel herkenbare dingen opgeschreven te zien, d.w.z. veel zaken die ik beginners in ultralopen adviseer (na ze zelf door schade en schande te hebben ervaren), heb jij verwoordt.

Inzake het terughoudend lopen in de eerste fase kan m.i. niet genoeg worden benadrukt dat je je vooral op jezelf moet focussen: op je eigen doelstellingen en wedstrijdplanning c.q. indeling. Ik noem dat: voor de start sociaal zijn, maar direct daarna a-sociaal. In die zin dat je best met anderen mag praten en kletsen, maar niet geforceerd bij een maatje moet blijven. Velen laten van hun omgeving afhangen hoe hard ze lopen. Loopt Jan, die normaal achter je eindigt, vóór hen, dan zal en moet vóór hem worden gelopen. M.i. moet je totaal niet op de anderen letten. Een methode die ik wel eens toepas is het omgekeerde: ga in het begin de buurt van mensen lopen die normaliter achter je eindigen. Dan weet je zeker dat je tempo niet te hoog ligt.

De aanvangsfase in een ultraloop probeer ik “in een rose wolk” te lopen: licht, bijna verheven, enigszins in trance. Alles gaat dan immers nog zo gemakkelijk, zo soepel. Als dat de hele wedstrijd zo zou kunnen doorgaan…….
Ik hou mezelf dan ook de “Zeeuws meisje methode” voor. Deze variant van “geen cent teveel” leert ons dat je geen stap teveel of te snel moet zetten. Volkomen relaxed, waarbij je de spieren wel beweegt, maar niet tot inspanning mag aanzetten. Alsof je een rustig zondagochtendloopje doet in een nieuwe omgeving.
Een goed voorbeeld van een foute “spelopvatting” in het begin is het volgende: je ziet wel eens een groepje gezamenlijk optrekken in het begin. Kletsend, lachend, prima. Dan moet iemand even uit de broek. Dat kost gauw 100 à 300 meter. De bermplasser verhoogt dan 1 à 2 minuten zijn tempo om “zijn” groepje in te halen. Die fout heb ik 2 x gemaakt, maar doe dat svp NOOIT.

[Over plassen gesproken: ik heb me lopend plassen aangeleerd en dat scheelt heel veel tijd. Over dat onderwerp zou je ook nog wel eens wat kunnen schrijven. Maar om te voorkomen dat dit als de “methode Rademaker” te boek gaat staan schrijf ik hem niet op].