André van der Zwan faalt in de Spartathlon 2003.

Een verslag van André zelf.

In de Spartathlon volgen de deelnemers het voetspoor van de legendarische Athene boodschapper Pheidippedes. Volgens de overlevingen liep hij in het jaar 490 v. Chr. in zijn eentje van Athene naar Sparta, een afstand van 246 km. , om te waarschuwen voor de oprukkende Perzen.
Hier een verslag van André van der Zwan zelf:

Woensdag 24 sept.2003
De vliegreis naar Athene gaat voorspoedig. Vanaf het vliegveld met de bus naar het hotel “London” en daar kennis gemaakt met de organisatie. Daar vernam ik dat ik de enige Nederlandse deelnemer was. Men had ook nog diverse folders van andere ultralopen klaarliggen. Ik kreeg een hotelkamer die ik deelde met 1 Duitser (die had al 6x meegedaan en 1x uitgelopen). Verder sliep er ook nog 1
Oostenrijker (voor de 1e keer) en 1 Fransman (1x uitgelopen) bij ons op de kamer.

Donderdag 25 sept.2003
Ik kreeg een medische keuring. Er werd wat bloed afgenomen en mijn bloed-druk werd opgenomen. Het stelde al met al niet veel voor. Vandaag veel pasta gegeten. Verder een rustig dagje van gemaakt.

Vrijdag 26 sept.2003
Dit is de dag van de waarheid. Om 05.30 uur opgestaan en wat gegeten. Er heerste een Griekse chaos in het hotel. Om 06.00 uur vertrok de bus naar de
Acropolis, de plek waar het startschot zal worden gelost. De deelnemers, 205 in totaal, werden in stemming gebracht door een plaatselijke muziekkorps. Om
07.00 uur werd het startschot gelost door de president van de Spartathlon.
Rustig aan was het motto. Met zo’n 11 km. per uur rende ik langs het drukke verkeer in de metropool van Athene. De auto’s en vrachtauto’s denderden langs je heen. Verder was er natuurlijk nog de smog. Lekker gezond. Ook zag je veel honden mee rennen. Na 20 km. kwam ik in het plaatsje Elefsina, dat aan de Egeïsche zee ligt. Daar passeerde ik verzorgingspost nr.5. (in totaal waren er 75 verzorgingsposten langs het hele parcours) Het werd al warm, dus moest er veel gedronken worden. Ik vervolgde de oude weg naar Korinthe langs de Egeïsche zee en passeerde de plaatsen Megara en Ag. Theodorie. Deze weg ging heuvelopwaarts. Na 78,5 km. rennen kwam ik bij het kanaal van Korinthe, een bekende scheepvaartkanaal, uitgegraven in een berg. Op de brug bleef ik één minuut stilstaan om te genieten van dit geweldige uitzicht. Na zo’n 81 km. kwam ik bij een zeer grote verzorgingspost nr.22 genaamd Korinthe. Daar stonden massagebedden, warm eten en veel drinken klaar voor alle lopers. Na wat spaghetti en sportdrank genuttigd te hebben, vervolgde ik mijn race. De duisternis viel in toen ik het plaatsje Nemea passeerde, na zo’n 124 km. te hebben hardgelopen. Het lopen ging al moeizamer en bij verzorgingspost nr.35 besloot ik mij te laten masseren door een Griekse dame. Daarna kwam ik al bijna niet meer overeind. Na nog een bakje koffie vervolgde ik mijn race richting Lirhia. Ik had er dan al zo’n 153 km. opzitten. Het was een verschrik-kelijke slechte weg met gaten en losse stenen. Het was inmiddels pikkedonker geworden en ik had nog géén verlichting gekregen van de organisatie. Goed blijven opletten waar je liep was nu het motto. Ik kon mij gelukkig aansluiten bij 2 Japanners, die wel licht bij zich hadden. Helaas ging ik even later toch op mijn plaat en de kramp schoot in mijn kuit. Ik moest overeind geholpen worden door die Japanners. Het lopen ging nu zeer moeizaam en het tempo lag nu dan ook bij 8 km. per uur. Via Kaparali kwam ik aan bij de beruchte Sangaspas. Een steile berg van 1200 meter hoog. Hier kreeg ik eindelijk een klein lichtje uitgereikt van de organisatie. Lopen kon je hier haast niet. Het was meer kruipen en klimmen op die losse stenen. Hier moet ik niet duizelig worden anders zou het met me gebeurd zijn, dacht ik nog. Mijn hartslag steeg en ik moest gelijk aan Guus Smit denken. Deze ultraloper is vorig jaar verongelukt door in zo’n 50 meter diepe ravijn te vallen. Na veel angst en zweetwerk bereikte ik de top. Het was hier ongeveer 3 graden boven nul. Op de top stond verzorgingspost nr. 48. Vandaar keek ik naar beneden en zag het plaatsje Sangas Village liggen. Ik dacht hoe kom ik daar in vredesnaam heelhuids aan. Na nog geen 5 meter lag ik alweer gestrekt. Na nog een paar glijpartijen was ik eindelijk beneden en dacht bij mezelf wie verzint nou zoiets. Maar gelukkig ik had het overleefd. Ik probeerde weer in mijn loopritme te komen. De bovenbenen waren verzuurd en de blaren op mijn voeten waren opengesprongen. Ik besloot bij de eerstvolgende verzorgingspost me weer te laten masseren. Dit werd nu gedaan door twee Grieken, maar veel helpen deed het niet. Het was intussen zaterdag-morgen geworden. Na zo’n 172 km. passeerde ik verzorgingspost nr.52 in het plaatsje Nestani. Ik nam nog wat te eten en vervolgde mijn weg. Helaas ging het voor geen meter meer. Gelukkig werd het al lichter. Om 07.00 uur besloot ik, bij verzorgingspost nr.56, na 183,4 km. uit de race te stappen. Ik had 24 uur hard-gelopen en ik was een illusie armer. Ik baalde als een stekker. Gelijk werd ik
aan mijn voeten geholpen. De sok werd afgeknipt en mijn arme voeten werden gewassen met schoon water en daarna ontsmet met alcohol. Ik gilde het uit van de pijn! Daarna werd er jodium en steriele pleisters op gedaan. Met de bus werd ik naar Sparta, het eindpunt van de Spartathlon, gebracht. Daar heb ik mijn vrouw (de sponsor) gebeld en het treurig nieuws meegedeeld. Ik was uitgestapt en voelde mij een verschrikkelijke eikel. Achter mij zag ik de deelnemers finishen, die hadden het wel volbracht. Van de 205 deelnemers zijn er 84 gefinisht en voor het eerst is géén Griekse loper die hem uitgelopen had. De winnaar van de Spartathlon 2003 is de 39 jarige Oostenrijker Markus Thalman, van beroep dokter, met een tijd van 23;24;24. Een superman dus. Zijn naam stond de volgende dag al ingegraveerd in het beeld van de Spartathlon. Dus géén geld, maar eeuwige roem valt de winnaar ten deel.

Zondag 29 sept.2003

Afgelopen nacht geslapen in Sparta, eindpunt van de Spartathlon. ’s Ochtends werden we om 11.00 uur met de bus naar Athene teruggebracht. Nu bij daglicht kon ik zien hoe heuvelachtig het parcours eigenlijk was. De bustocht over 246 km. duurde zo’n 3 ½ uur. Dan pas besef je wat voor een ontzettend eind je moest hardlopen.

Conclusie
Ik hou mij maar vast aan de positieve punten van deze monsterloop. Nog nooit heb ik namelijk 24 uur achterelkaar hardgelopen. Blijkbaar heb ik toch nog te weinig ervaring om deze ultraloop van 246 km. te volbrengen. Misschien tot volgend jaar in Sparta.

Groeten,
André van der Zwan.