WK Taiwan – Uitdaging of Drama?

Verslag van een bijzonder kampioenschap dat nog lang onderwerp van gesprek zal zijn.

Het is dinsdagmiddag 11/11, de Nederlandse ploeg bestaande uit Wim Epskamp, Edwin van der Loop, Veron Lust, ondergetekende en coach Gerrit van Rotterdam hijst zich op Schiphol nog even gauw in de nationale kleuren voordat er ingecheckt wordt voor de tocht richting verre oosten.
Er is weinig bekend over de wedstrijd, hoeveel deelnemers of de omstandigheden. Ja, het is 100 km in 4 maal 25 kilometer en het schijnt 350 meter op en neer te lopen per keer, maar verder is het een verrassing.
De vlucht verloopt voorspoedig en de volgende middag staan we zeven tijdzones verder op Chiang Kai Chek National airport.

Op Schiphol waren we de Belgische ploeg bestaande uit Inez Jacquemart, Ivan Hostens, Jan Vandendriessche en Marc Vanderlinden al tegen gekomen die op dezelfde vlucht zaten, maar eenmaal op Taiwanese bodem kozen voor een binnenlandse vlucht in plaats van de bus. Die bus bleek gelijk een probleem, of we tot tien uur s’avonds konden wachten… Ja hoor, we hebben net een reis van 16 uur achter de rug en gaan nu lekker acht uur op het vliegveld hangen. Gerrit weet echter snel vervoer te regelen en een klein uurtje later zitten we al in een busje richting Tainan.
Ruim vier uur later komen we op de bestemming aan en kunnen gelijk aanvallen op het buffet. Er zijn al wat ploegen aanwezig, maar het is over het algemeen een rustige bedoening.

Na een uitstekende nachtrust blijken we weinig hinder te ondervinden van het tijdsverschil en kunnen we opgewekt aan het ontbijt aanschuiven. Hoewel, ook het ontbijt blijkt weer een buffet met allerlei oosterse gerechten waarop Veron opmerkt dat het maar goed is dat we zijn gekomen om te lopen omdat er anders kilo’s tegelijk aan gaan komen.
Voor vandaag staat de parkoers-verkenning op het programma en Gerrit heeft al fietsen geregeld. Het is benauwd warm en hoewel er geen thermometer voorhanden is kunnen we er rustig vanuit gaan dat de achtentwintig graden gehaald wordt.

Bij de eerste serieuze klim komen de opmerkingen los dat het toch wel doortrappen is, hoe zou dat lopend aanvoelen? Gelukkig blijft de zon redelijk afwezig, maar toch is het warm genoeg om het zweet uit alle poriën te jagen. Na enige foto-stops komen we bij een stuwdam, waar we op ongeveer zes kilometer van het parkoers zijn. De weg is breed en van goede kwaliteit, maar de stijging bedroeg de laatste kilometer tegen de tien procent en dat wordt zondag dus een pittig stukje. Na de dam resten nog eens zes kilometers, maar deze zijn iets minder steil. Pluspunt in het geheel is het schitterende uitzicht op het stuwmeer en de schitterend beboste omgeving waar de weg doorheen loopt.

Weer is het hotel trekken we na even bijgekomen te zijn snel de loopschoenen aan om een deel van het parkoers te voet te verkennen. Onderweg blijkt echter dat het geen pleziertocht wordt en als we een kilometertje klokken blijken we elf per uur te lopen terwijl we er flink aan moeten trekken. Het wordt nog mooier als we naar beneden weinig meer snelheid maken vanwege de te grote daling van het parkoers. De cynische opmerkingen zijn dan ook niet van de lucht en langzaam maar zeker worden de te lopen tijden naar boven bijgesteld.

Tijdens het avondbuffet komt weer de ene na de andere cynische opmerking los en er wordt heel wat afgelachen over de verwachtte eindtijden. Als even later ook nog voorzichtig gevraagd wordt wat de limiet is om te kunnen finishen is het helemaal het hek van de dam en is een serieus gesprek aan deze tafel absoluut onmogelijk.

Wat de vorige dag wel duidelijk is geworden is het feit dat de organisatie er alles aangedaan lijkt te hebben om het de atleten naar de zin te maken. Uitstekende kamers en eten, tot en met een uitgebreid cultureel programma. Het verblijf krijgt echter ook nog een extra dimensie vanwege de lichte aardbevingen welke ’s avonds en ’s nachts plaats vinden. Lig je lekker te ronken wordt je ineens wakker geschud door een bewegend bed. In Nederland een vrij onbekend fenomeen, maar op Taiwan redelijk standaard.

Vrijdag staat een bustocht naar de stad Tainan op het programma, waarna we nog een keer een stuk van het parkoers lopen.

Op zaterdag kunnen we rusten en wordt de laatste informatie over de wedstrijd verstrekt. Nou ja rusten, na wat loslopen blijkt het programma toch nog aardig vol is en staan we ’s middags onder een brandend zonnetje weer een voorstelling te aanschouwen en toespraken aan te horen. ‘S avonds gauw de flesjes klaar maken voor de kilometer-punten en proberen te slapen.

De start is zondag om negen uur en na het ontbijt lopen we naar het start/finish gebied. Na de start lopen we rustig de eerste kilometers van het parkoers af en de menigte van alle vijftig en honderd kilometer lopers dendert langs ons heen. Ik laat het geweld over me heen komen en loop rustig de eerste klimmetjes op.
Edwin loopt honderd meter voor me, Wim en Veron zijn niet meer te zien. Bij het keerpunt blijken Wim en Veron een paar minuten voor me te zitten zodat de hele ploeg dus lekker de kat uit de boom kijkt. Na het keerpunt op twaalf km ben ik ineens Edwin kwijt, later blijkt hij de kant ingeschoten te zijn met darmproblemen.
Naar beneden gaat lekker soepel, maar ik laat het tempo niet al te veel oplopen omdat de bovenbenen het anders te zwaar te verduren krijgen. Ruim voor het keerpunt beneden van start/finish komt Marc Vanderlinden me tegemoet, ik kijk op mijn klokje: Marc heeft 1:45 op 26 kilometer. Even later komt ook Jan in Marc’s kielzog aangestoven, oei, oei, die gaan beiden een heel zware wedstrijd tegemoet.
Ik had voor mezelf een grof rekensommetje gemaakt en was tot de conclusie gekomen dat de temperatuur zeker een minuutje of tien en de 1500 hoogtemeters gauw een half uur extra zouden kosten.
Ik ga op weg voor de tweede ronde en het voelt allemaal prima. Edwin loopt weer vlak voor me en Wim is wat uitgelopen evenals Veron. Op weg naar het vijf kilometerpunt, waar Gerrit staat met de flesjes, zie ik al deelnemers wandelen. Omdat ik nogal traag gestart ben, begin ik nu al deelnemers in te halen en dat geeft altijd weer een kick. Naar boven gaat weer uit de kunst en bijna boven blijkt Veron ook lekker op gang te komen, Wim kijkt echter zorgelijk en hij loopt zwaar. Tijdens de afdaling moet ik nu ook flink sponsen om de temperatuur binnen de perken te houden maar de tweede maal afdalen gaat als de brandweer. Ik begin er nu echt lol in te krijgen en zet de derde ronde in waar zich tijdens de klim een waar slagveld aftekent. Kilometers achter me lopen deelnemers die normaal gesproken tijden lopen waar ik niet eens aan denk. Voor me strompelt Magier die elke greppel en beek benut om zich af te koelen. Ook deze ronde kom ik redelijk door, alleen val ik vlak voor de vijfenzeventig op een klein heuveltje bijna stil. Ik weet echter dat er horden deelnemers achter me over het parkoers strompelen en dat ik nog maar een keer de klim hoef te maken. Ik gooi me vol met Cola en zet de aanval in.
Het begint steeds rustiger te worden en ik krijg het vermoeden dat er al heel wat deelnemers de pijp aan maarten gegeven hebben. Gerrit heeft een flesje met Cola gevuld zodat ik weer gelijk doorkan en passeer even later Wim die het zwaar heeft. Even later komt Veron me tegemoet en we wisselen uitbundig gelukwensen uit, waarschijnlijk tot afgrijzen van deelnemers welke met het snot voor hun ogen naar boven pogen te komen.
De laatste twaalf kilometer gaat bergafwaarts en kan eigenlijk niet meer stuk. Het wordt nu echter donker en het is oppassen geblazen niet in een gat te stappen. De peertjes die aan de andere kant van de weg staan zijn bij lange na niet genoeg om de weghelft naar beneden te verlichten en het is het veiligst om maar bij de streep te lopen. De laatste kilometers gaan omhoog, maar met het uitzicht op een finish onder de negen uur kan ik nog wat energie op brengen om het tempo te handhaven en na acht uur en zesenvijftig minuten is deze uitdaging naar tevredenheid volbracht.
Wim komt tien minuten later over de streep en Edwin zet kapot als hij is, alles op alles voor een finish binnen de tien uur. Wat een wedstrijd en wat een week, Gerrit die alles tot in de details geregeld heeft, Veron een fenomenale eindsprint laat zien, Wim en Edwin die doorzetten waar andere deelnemers opgeven.
Maar ook in het Belgische kamp niets dan doorzetters, Marc en Jan die na een te snelle start een buitengewone prestatie hebben geleverd, Ivan die kapot als hij was na tientallen kilometers van geen ophouden wist en toch gefinisht is en last but not least Inez die gestaag de kilometers bijelkaar liep. Ik kan niet anders dan trots zijn op het feit dat ik met deze mensen op dit parkoers heb mogen lopen.

Tom Hendriks
tom@hendriks.st