Gerrit van Rotterdam is een sympathieke man. Maar ik vind het onbegrijpelijk hoe de bondscoach ultralopen een positieve draai kan geven aan de prestaties van de Nederlandse ploeg in Taiwan.
Naar mijn mening kan er moeilijk een juichstemming hangen als een complete ploeg vet achter blijft bij eerder gelopen tijden. Zeker als we het over een wereldkampioenschap hebben.
Dit ondanks de Taiwanese omstandigheden. Als je weet dat de omstandigheden op dat eiland anders zijn dan in Nederland, moet je de consequenties aanvaarden.
Die consequenties zijn: je voorbereiden in warme omstandigheden. Twee weken voor de wedstrijd naar het land vertrekken. Alleen mensen meenemen die goed uitgerust zijn en bewezen hebben dat ze (in moeilijke omstandigheden) kunnen presteren.
Als je te elfder ure naar Taiwan vertrekt en je duurlopen enkel in het frisse Nederlandse klimaat hebt gedaan, weet je dat het bijna niet anders dan fout kan lopen.
Natuurlijk, de immer taaie Veron Lust heeft redelijk gepresteerd. Maar, Veron kennende, en de omstandigheden op Taiwan, durf ik te beweren dat hij daar bij de eerste acht had kunnen eindigen, als hij anderhalve week eerder het vliegtuig had gepakt.
Laten we, bovendien, wel wezen: de andere geselecteerde lopers hadden hetzij een zware 24 uur in hun benen, hetzij simpelweg het vermogen niet om daar een goeie prestatie neer te zetten.
Met andere woorden: ze hadden Veron Lust een ticket moeten geven, de rest had thuis moeten blijven. Ik bedoel: een 100 km uitlopen kun je ook in Lutjebroek. Daar hoef je niet voor naar een wereldkampioenschap, 16 uur vliegen van Nederland.
Gerard Nijboer, naar mijn mening nog steeds de beste loper die Nederland ooit heeft gehad (je moet zijn prestaties relateren aan het prestatieniveau destijds), ging nooit naar een kampioenschap als hij er niet klaar voor was. En als hij minder presteerde, dan wees hij naar zichzelf.
Zo’n man dient als inspiratiebron en voorbeeld te fungeren voor elke loper, dus ook voor ultralopers.
Als meedoen of finishen als een prestatie wordt gezien, is dat volgens mij mooi. Maar met zo’n mentaliteit hoor je niet op een wereldkampioenschap.
Zeggen: “Kijk eens, de helft is uitgestapt op Taiwan, dus we hebben het goed gedaan!”, is ook geen excuus. Dat is zoiets zeggen als: “OK, we deden het slecht, maar zij deden het nog slechter!”
Als je ultralopen graag als volwaardige topsport ziet, zul je het ook als zodanig moeten verkopen. Ik denk niet dat de KNAU erg onder de indruk is van de prestaties op Taiwan. Wanneer ze desondanks zeggen: “Aardig gedaan,” dan toont dat onverschilligheid. Indien normen in de ultrasport niet belangrijk zijn en in andere disciplines wel, dan vind je die andere disciplines gewoon belangrijker.
Overigens was het voor Taiwanese begrippen vrij koud in Taiwan.
Dirk Westerduin