Dit jaar wordt voor de derde keer de Zuiderzeemarathon georganiseerd, voor mij de tweede deelname. De eerste hoorde ik, vond plaats in december, het landschap was door de sneeuw wit gekleurd. Dit jaar geen sneeuw, ook niet het korte broekenweer van vorig jaar. Wel hebben we heel veel oostenwind. In de bus van Zwolle naar Urk worden we door ‘weerdeskundigen’ al aardig voorbereid van wat ons te wachten staat. ‘De oostenwind hebben we 42 km lang vol op de kop’. ‘Het zal afzien worden’. ‘Wat denk je van die lange rechte stukken waar geen eind aan komt’. ‘Geen bossen, geen huizen die beschutting bieden’, zijn veelgehoorde opmerkingen. Cees van de Woude voegt er nog aan toe: ‘wat zijn we toch eigenlijk gek om vandaag naar Urk te gaan en een marathon in de koude wind te gaan lopen. Bij moeders thuis met een lekker bakkie koffie is het toch veel gezelliger’. Dat zal dan wel allemaal zijn denk ik, maar de uitdaging om zo’n marathon te lopen wordt alsmaar groter.
Bij het tankstation krijgen we nog 25 minuten de tijd voor toiletbezoek, omkleden en eventuele bagage afgeven. Ook kan men al een flesje sportdrank krijgen. Wat is het koud zeg, die 25 minuten lijken wel een uur. Toch zijn er mensen die maar niet kunnen kiezen of ze nu wel of niet een korte broek aan zullen trekken. Rob Tieleman is er een van. Hij loopt vandaag zijn 100e marathon en heeft nummer 100 gekregen. Ook Micha Havreluk, de aimabele Belg die altijd samen met Pier Hulsmans zowat alle Nederlandse marathons loopt, zal vandaag zijn 100e voltooien. Er schijnt nog iemand zijn 100e te lopen, maar die ken ik niet. Simon Pols liep in Amsterdam zijn 100e+1. Het was hem goed bevallen, maar daarna heeft hij nog Havana gelopen. Daar moest nogal gezigzagd worden. In de stad reed het verkeer verder, zonder rekening te houden met de lopers. ‘Vreselijk vieze uitlaatgassen kreeg je binnen’, zegt Simon. Bibberend en klappertandend lopen we naar de start. Lange mensen zoals o.a. Jack Hendrickx wordt vanwege de kopwind veelvuldig aangesproken om haaswerk te verrichten, wat hem de cynische en tegelijk grappige reactie ontlokt: ‘andere keren ben je maar een simpele Brabander, nu ze van me kunnen profiteren, heb ik opeens veel fans’.
Dan klinkt gelukkig het verlossende startschot. Zo’n 190 deelnemers beginnen aan hun marathon die via Kampen naar Zwolle voert. We lopen door het rustige dorpje Nagele naar het mooie Schokland. De eerste 5 km loop ik samen met Theo de Jong. We sluiten aan bij een groepje van 8 mensen met o.a. Janneke Cazemier ertussen. De eerste 5 km gaan in 28 minuten. Theo vindt het tempo voor hem wat aan de lage kant en gaat alleen verder. Zeker met mijn 1.63 meter hoogte is het prettig je te kunnen verschuilen achter brede ruggen. Zo’n 300 meter voor ons lopen ze ook bij elkaar. Ik wil sneller en ga er achteraan. Het lijkt dat ze versnellen. Ik forceer niet om erbij te komen. Enkele kilometers loop ik alleen en verwijt mezelf dat ik uit het groepje gestapt ben. Alleen lopen kost meer energie. Iemand uit Hilvarenbeek en een Belg komen bij me lopen. De eerste loopt nog geen 2 minuten mee of hij ziet een loper met problemen afhaken. De man is zeer sociaal, zegt tegen ons door te lopen en ontfermd zich over de gestrande loper. De Belg heet Jan Blues, is 42 jaar oud, komt uit Hasselt en loopt vandaag zijn eerste marathon. ‘Ik wil rond de 4 uur finishen, lukt dat met dit tempo?’ vraagt hij. Als ik dit bevestig is zijn volgende vraag of hij bij me mag blijven lopen. ‘Waarom loop je je eerste marathon niet in eigen land?’ vraag ik. ‘We hadden getraind voor Bordeaux maar dat kon niet doorgaan. Toen zijn we aan het zoeken gegaan waar de eerstvolgende marathon georganiseerd wordt, dat was de Zuiderzee. Alles is hier plat, geen heuveltje te bekennen, dat kennen wij niet’.
Ik zie Jannet Lange, we lopen er naar toe, net bij het 15 km punt. Jannet merkt op: ‘het bord staat verkeerd, dit is geen 15 km, de vorige 5 loop ik in 28 minuten, nu 25’. Jannet en Dion Joosten die erbij gekomen is, proberen een tijdje ons spoor te volgen maar het gaat voor hen te hard. Na de wedstrijd vertelde Jannet dat de wind vandaag haar grote spelbreker was. Bij de 20 km klok ik (tussen 15 en 20 km) 31 minuten, Jannet heeft gelijk. Eigenlijk maakt het niets uit, want alle marathons zijn altijd even lang. De halve afstand gaat in 1.59. ‘Dat ziet er goed uit’, zegt Jan, ‘als we zo blijven lopen kunnen we onder de 4 uur binnen komen’. ‘Reken er maar niet te veel op’, zeg ik, ‘want het moeilijkste komt nog. Let maar op als je 10 of 15 km verder bent’. De verzorging is perfect, water, sportdrank, soms thee, mandarijnen en bananen. Bij ieder wegoversteek staan er verkeersregelaars die ons vriendelijk en veilig over laten steken. Het gaat goed met Jan. Uitgelaten slaat hij tegen de hand van een verkeersregelaar in Kampen. ‘Wat bent u aardig, zonder jullie kunnen wij hier niet lopen’. Hij vertelt dat hij veel halve marathons in België gelopen heeft, maar dat de organisaties er niet zo goed zijn als hier. Hierna begint Jan moe te worden, het praten wordt minder. We gaan een brug over. Het grote cruise schip Willem Alexander wacht. Iemand van de organisatie vertelt dat de brug na ons open gaat. De tijd die mensen achter ons kwijt zijn met wachten is mooi gecorrigeerd in de uitslag verwerkt.
De zon breekt even door. Het lijkt dat de wind sterker wordt, of zijn het de lange rechte wegen waar geen beschutting te vinden is, die de wind koppiger maken! Staat er een boerderij dan is het 100 tot 200 meter van de weg af gelegen. Vorig jaar kwamen er nog enthousiaste mensen naar buiten, maar de kou heeft ze binnen gehouden. Er fietsen wel supporters mee, ook wordt er gesupporterd door mensen die in auto’s meerijden. De 30 km in 2.49. We halen lopers in o.a. Pier, Dick v Es en Rob Froonhof. ‘Ik ben fier dat ik in mijn eerste marathon op het laatst nog mensen voorbij loop. Ik heb nog energie over’, zegt Jan enthousiast. Ik had hem eerder gezegd dat hij voor zijn eigen prestatie moet gaan en niet naar mij moet kijken, dat ik mijn eigen tempo loop en behoudens onvoorziene omstandigheden onder de 4 uur blijf. De 35 km in 3.18. Jan wordt zenuwachtig: ‘dat halen we niet binnen de 4 uur en ik voel me zo goed’. ‘Ga dan’, zeg ik. Hij twijfelt en vraagt of hij zich opblaast als hij gaat. ‘Verhoog langzaam je tempo als je nog overhebt, succes’, zeg ik. Hij kijkt wat om zich heen alsof hij worstelt met zijn beslissing, kijkt mij aan en met nog 6 km voor de boeg loopt hij van me weg. Oh, Oh, denk ik, dat gaat te hard, hij sprint in korte tijd honderden meters weg. Ginds, de skyline van Zwolle. Nog even en de grote leegte maakt plaats voor de fantasieloze, strakke rijen allemaal dezelfde huizen. De rust van de polder is voorbij. Onderweg foeter je wel eens op de uitgestrektheid van het landschap dat eeuwig duurt, maar hier in de bewoonde wereld is alles weer zoals we het thuis ook kennen. De Zuiderzeemarathon heeft iets bizonders. Jan is teruggevallen, ik heb hem in het vizier. De 40 km in 3.44. Nog even de brug over. Ik heb het niet moeilijk gehad, alles voelt nog goed. Ik finish in 3.56.12, heb een negatieve split gelopen, zo moet het eigenlijk altijd gaan (zie de nuttige tips voor een 24 uur van ultra expert Ton Smeets op 23 sept geplaatst op UltraNed). Jan staat al klaar om me te omhelzen en bedankt me zo dikwijls en intens alsof ik hem mijn winnend lot van de staatsloterij heb cadeau gedaan. ‘Ik was je maar 45 seconden voor, ik had net zo goed bij je kunnen blijven. Deze eerste marathon vergeet ik nooit meer’, lacht hij. Micha en Rob krijgen bloemen van de organisatie voor hun 100e marathon. Theo Cloosterman heeft tot de 30 km me in het zicht gehad, vertelde hij, maar is toen vanwege een voetblessure langzaam verder gelopen en komt op 4.15 binnen.
Bij de prijsuitreiking blijkt dat ik eerste in mijn categorie geworden ben. Jurriaan de Bruijn komt naar me toe en informeert naar mijn tijd. Hij, ook 60+, loopt 3.47. Hij neemt het heel sportief op en zegt: ‘vorig jaar waren er twee prijzen, jij viel er net buiten, je werd derde, nu niet, dat is fijn voor je’. De voortreffelijke organisatie heeft Jurriaan alsnog de prijs gegeven die bij deze overwinning hoort. Heel sportief voor alle betrokkenen.
Ik heb bewondering voor het leger vrijwilligers dat ons het hele parcours van dienst is geweest. De vele oversteken, de 9 verzorgingsposten, de kou. Bedankt, zonder jullie hadden we nooit over de bodem van de Zuiderzee kunnen lopen.
Vincent Schoenmakers