Categorieën
nieuws verslagen

Kustmarathon 2024 verslag van Jürgen Op de Beeck

Klokslag 7H30 ging de wekker, wanneer ik verschrikt om me heen keek.

Waar ben ik! Stamelde ik verschrikt om me heen, terwijl ik mijn donsdeken op de meest klungelende manieren probeerde weg te duwen van mijn gespannen lijf.

De koude lucht maakte een onverwachte aanval op mijn nog voor 97% slapende lichaam, toen ik opeens besefte dat ik in Zoutelande zat, waar ik binnen enkele uren een marathon zou lopen.

Als een krakende en piepende oude knar sleepte ik mij een weg naar het toilette in het huisje wat ik voor de verandering had geboekt. Ik wilde graag dat ik het gemakkelijk had en was de dag van te voren al afgereisd naar het oord van verderf. Het oord waar ik een marathon ging lopen dus, inderdaad.

Georganiseerd als ik ben, had ik mijn benodigdheden lang van tevoren al netjes klaargelegd. Zodat de zenuwen die mij sowieso te parten zouden spelen, er niet voor zouden zorgen dat ik nog maar ‘iets’ zou vergeten tijdens mijn verschrikkelijke calvarietocht.

Het gespannen gevoel in mezelf begon een aanval te plannen op mijn maag, waardoor ik met moeite een hap binnenkreeg. Laat staan binnenhield.

‘Niet nu, ik ga zodadelijk een marathon lopen en laat voeding nu even licht tot matig belangrijk zijn’. Aangezien die denkwijze mij absoluut niet verderhielp, legde ik mijn gestresseerde lichaam opnieuw op bed en ging ik even lekker rustig letten op mijn buikademhaling. In mijn gedachte zag ik me aankomen aan de finish. Gelukkig en voldaan. Maar vooral heel ontspannen.

Ik trachtte dat gevoel vast te houden, waar ik zelfs amper moeite voor moest doen en op de meest rustige wijze ooit, at ik heel ontspannen mijn boterhammetjes met confituur op.

Dan was er het moment om te vertrekken naar de bus die me zou ophalen in Zoutelande, afspreekplaats Finish, eindbestemming Start. Spannend! Aangezien ik netjes alles had klaargelegd, kon het niet dat ik nog maar iets zou vergeten en met een gerust hart begaf ik mij naar buiten. Ik had alles bij me en was netjes op tijd dus geen reden tot stress. 5’ later voelde ik aan mijn pols, WHAA, horloge vergeten, dus spoedde ik me terug naar mijn huisje. De deur van mijn huisje had ik niet op slot gedaan en tot mijn verbazing zag ik op tafel nog heel wat spullen liggen die onmisbaar waren. Ik had ze niet bij. Ik gestresseerd? Jamais!

Soit, aangekomen aan de bus aan de Catharinakerk in Zoutelande, werd ik opgewacht door Morien, die ik al een aantal jaren ken. Toffe madam is het!

In de bus ook heel wat bekenden tegengekomen, die ik het grootste deel enkel op loopevenementen zie, alsof ze zich op andere momenten verstoppen onder een steen. Of zoiets dan toch. Kunnen zij van mij natuurlijk ook wel denken…en eigenlijk is dat ook wel.

Het heeft wel wat, een bus vol marathonlopers, onderweg van finishpositie naar start. Dan pas zie je wat voor een afstand je moet overbruggen. Is dat motiverend om te zien? Bwa, ik heb al lang ondervonden dat duurlopers op een andere wijze denken dan mensen die nog wel 100% normaal zijn dus ik denk niet dat er iemand in de bus zat die daar ook maar een beetje last van had.

Aangekomen in Burgh Haamstede werden we netjes afgezet aan de sporthal, die voor de verandering was getransformeerd tot één of andere modeshow voor afgetrainde duursporters.

Ik ging daar op een bankje zitten en werd al snel vergezeld door Ronald Meijer, die voorheen door het leven ging als Running Ronald. Dus ook een hardloper in hart en nieren en laat net dat de reden zijn waarom hij daar aanwezig was, heb ik me laten vertellen.

Maar goed, ik was dus daar om een marathon te lopen en dat ging ik ook doen. Klokslag 12uur ging naar trouwe gewoonte het startschot. Maar eerst moest de kerkklok in Burgh Haamstede 12keer slaan om dan, zonder al te veel na te denken, te starten aan die tocht van 42,195km.

Al vrij snel bleek dat ik op een volledig verkeerde plek was gaan staan. Getuige daarvan waren de talloze lopers vóór mij aan wie ik schuchter doch beleefd vroeg of ik mocht passeren.

Ik had al lang geen marathon meer gelopen en misschien was het daardoor dat ik de durf niet meer had om meer vooraan te gaan staan.

Eerste stuk strand gepasseerd gingen we stilaan richting Neeltje Jans, terwijl ik mezelf -genietend van de mooie omgeving- vergezelde in een groepje waar het tempo heel comfortabel aanvoelde.

Kilometer tien gepasseerd en ondertussen zowaar mijn derde energiegelletje doorgeslikt, was ik overtuigd dat ik de finish zou halen. Het lopen voelde zo gemakkelijk, eigenlijk leek het alsof ik er geen moeite voor moest doen.

Dan was daar het moment, aan kilometer 15.

Ik liep dermate zachtzaam dat ik het nauwelijks nog besefte dat ik überhaupt aan het lopen was. Wat lopers naast mij en wat lopers voor mij. Het tempo wat ik tienduizend en één kilometer kon volhouden. Of toch zoiets in die stijl. Ongeveer dus.

Wat het eigenlijke nut ervan was, geen flauw idee maar het zat wel degelijk in het wegdek.

Ik heb het over het gat in het wegdek. De oneffenheid die iedereen probeerde te ontwijken en ook iedereen kón ontwijken.

Ik dus niet. Het leek alsof ik er als het ware ernaar toe getrokken werd, zoals een strontvlieg naar…. Juist ja.

Mijn voet kantelde en kwam zo in een positie te staan wat je enkel te zien krijgt bij de meest afschuwelijke horrortackle in een sport wat voetbal genoemd wordt.

De meest doorwinterde (komediespelende) voetbalspeler zou het dan voor bekeken houden, om dan nog eerst minutenlang koprollend rond te liggen kijken om er zeker van te zijn dat iedereen getuige was van zijn verschrikkelijke teneergang.

En geloof me. Ook ik was het even van plan. Niet zozeer om koprollende de aandacht te trekken van jan en klein pierke, nee, maar wel om er de brui aan te geven. Mijn voet had het begeven. Daar was ik rotsvast van overtuigd.

Na even uit de wedstrijd gestapt te zijn, klampte ik mij vast aan één van de kilometerslange brugpijlers die de stormkering telt. Mijn vinger schuchter voelend aan mijn armzielige voet. Alsof ik al iets zou kunnen voelen.

Ik probeerde terug te lopen wat wonderbaarlijk goed ging. Dus geen krampachtige koprollen over het schurende asfalt zoals de meest doorwinterde komediant. Voetballer dus.

Wanneer ik mij op het tweede stuk strand begaf en ik dus opnieuw moest zien te vertrouwen op mijn enkelstabiliteit, werd het vrij snel duidelijk dat dit niet zo goed meer ging, waarna ik besliste om gas terug te nemen. Minder snel lopen dus.

Ik trachtte mijn geblesseerde voet telkens zo recht mogelijk op de ontelbare oneffenheden te doen landen en ook dat zorgde er natuurlijk voor dat verschillende andere deelnemers mij begonnen inhalen.

Kon het mij een reet schelen. Al wat ik wilde, was de finish halen. Zeker in mijn huidige situatie was de tijd van ondergeschikt belang.

Na enkele kilometers viel het mij op dat mijn voet geen pijn meer deed. Zelfs niet wanneer ik opnieuw wat sneller begon te lopen en ik waagde me daar dan ook aan om dat tempo te blijven volhouden.

Aangekomen aan de duinopgang in Oostkapelle diende we terug over het mulle zand te lopen dus hanteerde ik opnieuw mijn meest schuchtere muizenstapjes om zonder veel gedoe, pijn dus, aan te komen in de duinen.

‘Wie heeft dat mul zand hier gelost?!’ sneerde ik een toevallige passant toe. Argwanend keek hij mij aan, niet goed wetende wat ik vroeg.

Ik liet hem maar. Ik stond bijna bovenaan in de duinen en was dus verlost van het grote gevaar voor mij op dat moment. Juist, mul zand.

Toen ik aan kilometer 30 was aangekomen, stond de dijk alweer dik bezaaid met toeschouwers en dat gaf me toch wel een boost.

Snel twee glaasjes water achterover gegoten en terug gaan met die banaan.

Binnen 3km zou ik minder dan 10km moeten lopen om aan de finish te geraken en die denkwijze motiveerde me erg goed om het allemaal wat positief in te zien.

Aan kilometer 40 moesten we voor de derde -en de laatste- keer over strand, waar hoogtij de plak zwaaide. Gedurende een kleine kilometer had ik dus de keuze. Of over mul zand lopen, óf net aan de waterkant lopen, waar het zand wat harder is maar waar je het risico hebt op natte schoenen.

En die kreeg ik dus ook.

Bij elke nieuwe golf werden mijn voeten natter en natter en dat voelde niet zo prettig aan mijn gehavende voet.

Maar goed, daar was de duinopgang in Zoutelande en ik was nagenoeg verlost van mijn calvarietocht. Op de dijk in Zoutelande nog een korte versnelling ingezet, zodat de toeschouwers het valse idee zouden hebben dat het allemaal niet zo erg is, een marathon lopen, laat staan een marathon over strand. Of een marathon over strand, met een voet die in gruzelementen ligt…

Nog een pittige afdaling in de langstraat en zo richting finish, waar ik twee vlaggetjes uit de handen trok van een brave vrijwilligster. Excuses geboden voor mijn hardhandige aanpak hierbij.

Dan de zandstrook aan de finish opgelopen, medaille in ontvangst genomen (mijn tiende, yes!) en zo snel als mogelijk mijn gehavende voet gecontroleerd, die er op zijn zachtst gezegd verschrikkelijk uitzag.

Gelukkig was daar dan ook de EHBO post, waar ik door een lieve vrijwilligster heen werd gebracht.

Toch maar enkele daagjes rust nemen nu. Mijn voet zal me dankbaar zijn.

Jürgen Op de Beeck

Kustmarathon 2024 – zwaarste marathon van Nederland

Tijd: 04:09:26

Ranking: 527 – 2000 deelnemers