In het gastvrije Belgisch Limburgse Genk stond de Loper weer centraal

Verslag van Vincent Schoenmakers over de 3e Louis Persoons Memorial in Genk.

Over de laatste drie marathons was ik helemaal niet tevreden. De bosscross, grotten en modder waren voor mij qua moeilijkheidsgraad een maatje te groot. De tijden vond ik beneden mijn niveau. Daarom zag ik dan ook met grote vreugde uit naar de 3e Louis Persoons Memorial in Genk, waar ik vorig jaar heel lekker en ontspannen gelopen heb.

Ruimschoots op tijd, omdat we deze keer meteen de juiste afslag nemen, rijden we het natuurdomein Kattevennen binnen. Al snel zit je rondom een tafel met de bekende veellopers wat te kletsen, eten en drinken, heerlijk, zeker als je van Rob Tieleman hoort dat hij weer helemaal terug aan het komen is en zich al voorbereidt op een 24 uur. Er heerst in de kleedkamer geen twijfel over de aan te trekken kleding. Het blijft droog, maar het is wel koud.

Omdat de start een kilometer verderop is, gaan we er 9.45 u gezamenlijk naar toe. Ik loop even samen met Rob van den Hoek die vertelt dat zijn marathon activiteiten dit jaar een stuk minder zullen zijn. Momenteel prefereert hij de zwemsport waar zijn vrouw en dochter erg actief zijn. Minder marathons lopen betekent dat het zijn prestaties wel ten goede zal komen. Er wordt een minuut stilte gevraagd voor Louis Persoons. Dan worden de 108 marathonlopers weggeschoten. Er zijn ook vele deelnemers op de deelafstanden, maar die starten op latere tijdstippen. Er wordt snel gestart, ik ga mee. Meteen voel ik weer die verdomde linkerenkel. Bewust heb ik sinds de vorige marathon geen meter hardgelopen, maar wel veel hersteloefeningen gedaan. Toch ga ik door, mijn lijf wil wel. Rob Steyger komt bij me lopen en zegt: ‘de man met de bliksemstart, je ging als een speer’. ‘Dat hoor ik niet graag Rob, want eigenlijk wil je zeggen dat ik op deze manier mezelf opblaas en straks problemen krijg’, antwoord ik. ‘Het kan ook zijn dat je een prima dag hebt, waarin alles goed gaat’, zegt Rob, waarop ik antwoord het daar maar op te houden. Tenslotte wil ik mijn zelfvertrouwen, al zeker niet in het begin, de nek omdraaien. De enkel is warmgedraaid, ik voel niks meer en slaak een vreugdekreet van plezier.

De bevoorrading is weer buitengewoon goed verzorgd. Na de doorkomst zit er een venijnige klim van ruim 100 meter in het parcours, terwijl een kilometer verderop er nog enkele hoogteverschillen overwonnen moeten worden. Het parcours begint met 4,4 km en hierna 7 ronden van 5,4 km. Het is mooi op een fietspad door de bossen te lopen om daarna de villa’s van de rijken te bewonderen op een stukje openbare weg. Dan weer een fietspad, tot we anderhalve kilometer voor de doorkomst in een recreatiegebied terechtkomen. Europlanetarium, zie ik staan. We lopen langs Mars, Jupiter, de Aarde en nog andere hemellichamen. Dan een hoge skibaan waar jongeren hun kunsten vertonen. Met skiën aan de schoenen en toch rollend naar beneden komen, heet dat ook skisport? Toch hebben ze er lol in net als ik. Niet uit cynisch leedvermaak, want met geduld kun je alles leren. Nee, ik heb lol in de wedstrijd. Eindelijk een normaal parcours, waar je lekker kunt hardlopen, in het ritme blijven zonder afgeremd te worden door diverse obstakels. Je kunt om je heen kijken, de omgeving in je opnemen, met anderen babbelen en fluitend je weg vervolgen. Ik denk aan de uitdrukking: met twee vingers in de neus. Deze gedachte verstop ik maar, ik ben er nog niet. De halve afstand in 1.50, de 25 km 2.10, niet slecht. De kilometers staan duidelijk aangegeven. De halve marathon is een uur later gestart. Ik onderdruk de neiging me daarbij aan te sluiten.

Dat zo af en toe eens een marathon lopen zwaar kan zijn, illustreert het volgende voorval dat ik onderweg zag: een dame met mooie zonnebankbenen en dito gezicht heeft het moeilijk. Haar vriend begeleidt haar op de mountainbike. Een ronde verder draaien de zonnebankbenen hun rondjes op de pedalen, terwijl de vriend zijn vriendin in alle moeilijkheden terzijde staat en daarom het lopen even van haar overneemt. Liefde gaat ver. Voor me krijg ik Jack Hendrickx in het vizier. Ik haal hem in. ‘Het gaat niet naar wens, normaal lig je voor me’, zeg ik. ‘Het is alsof ik alsmaar aan het klimmen ben en dat kost kracht’, antwoordt Jack, daarmee uitdrukkend dat het wat moeilijker gaat. Ik loop verder maar Jack haalt me weer in want rond de 35 km (3.04) begint de enkel plotseling hevig te protesteren en pas ik het tempo aan. Nu is het een kwestie van rustig uitlopen en niet forceren. Dat lukt gelukkig en met een tijd van 3.43.46 kom ik over de finish. Dat stemt tot tevredenheid. Eindelijk, na drie marathons, weer eens finishen onder de 4 uur, zo hoort het ook, het oude niveau is weer terug.

Aan Micha Havreluk, de man van de organisatie die overal tegelijk aanwezig moet zijn vraag ik, hoeveel deelnemers er op alle afstanden van start zijn gegaan. Maar liefst 455, 150 meer dan vorig jaar. Hij excuseert zich dat de medailles niet uitgereikt zijn. Een misverstand met de juffrouw die ze moet uitdelen. Ze worden alsnog met de oorkonde en uitslag opgestuurd. De onaangename koude douches van vorig jaar hebben gelukkig een warm water injectie gekregen. Er zijn geen geld- noch naturaprijzen te verdienen. Helemaal niet erg, want op de manier waarop Micha met zijn organisatie de winnaars beloond, is veel eerlijker en socialer. Ze beschouwen iedere deelnemer als winnaar. Daarom krijgt iedereen een kop soep, belegd broodje en nog een gratis consumptie. Iedere loper levert voor zichzelf een enorme prestatie. Deze successen worden beloond, goed gezien organisatie. Micha, dames en heren van de organisatie, bedankt. We komen volgend jaar weer graag terug.

Vincent Schoenmakers