Na een zondag met drie marathons, namelijk die van Londen, Rotterdam en Hamburg, is het eens goed daar bij stil te staan. Opmerkelijk is dat het ook drie havenplaatsen zijn. Er is dus meer dan alleen concurrentie op marathonvlak tussen deze drie evenementen.
Ik vroeg mij af in hoeverre de gemiddelde marathonloper bekend is met het fenomeen ultramarathon. Opmerkelijk is dat veel deelnemers van Rotterdam marathon de ultramarathon ook kennen. Nog opmerkelijker is het echter dat men met name de Haarlemmermeerronde, Texel en de Eemmeerloop noemt als ultramarathon evenementen die men kent. De Haarlemmermeerronde bestaat inmiddels al enkele jaren niet meer, maar heeft toch een rijke traditie achter zich gelaten. De Eemmeerloop en Texel kent men zowel van de estafette als van clubgenoten die er wel eens solo hebben gelopen. Maar in het westen hebben evenementen als Winschoten (100 km), Stein (6 uur) en Apeldoorn (24 uur en dit jaar ook 100 km) nauwelijks bekendheid bij het brede marathonpubliek.
Gerard Nijboer raadde mij laatst aan om meer aandacht te besteden aan de historische aspecten van de ultramarathon. Zelf denk ik dat daar niet de missie ligt voor ultramarathonliefhebbers. Veel mensen denken nog altijd dat je voor de ultramarathon nog harder moet trainen dan voor de marathon. Vaak zijn het juist die mensen die zich kapot lopen op de een of andere tijd voor de marathon. Zouden juist dat soort lopers niet eerder gebaat zijn bij de ontspannen sfeer van de ultramarathon? Trainen op rustigere tempo’s, je de tijd nemen tijdens een wedstrijd om goed d te drinken, eten of je zelfs om te kleden? Ik denk dat er voor heel wat mensen een wereld open gaat als ze eens echt kennis maakten met de ultramarathon. Maar dan wel onder goede begeleiding, want zonder een verandering van instelling zal het voor velen inderdaad niets anders zijn dan nog meer kilometers trainen en nog grotere teleurstellingen dan de marathon al heeft gebracht.
Terugkomend op de drie marathons, zag je wel op een dag drie grote verschillen. In Hamburg kon je zowel lopen, als wheelen als op inliners over de klassieke afstand. Het gevolg was dat je bij de finish als toeschouwer geen overzicht meer had over wat er gebeurde. Hamburg kwam gewoonweg rommelig en niet boeiend over. Als ze daar iets aan willen veranderen zullen ze keuzes moeten maken, want zo delven ze zeker het onderspit tegenover de grote broers Londen en Rotterdam.
Rotterdam was aangenaam te volgen; bovendien verliep de wedstrijd op een bijzonder boeiende manier. Voor Nederland was het wel gevoelig, want zelfs de knappe prestatie van Maase vorig jaar werd gerelativeerd door een haas die nu zelfs onder de 2:09 bleef. Misschien was Maase vorig jaar wel gewoon verstandiger, maar menigeen zal daar bij de selectie voor de komende Olympische Spelen toch nog eens aan denken. De Britten ging het in Londen al niet beter af. Voor het eerst in de geschiedenis was er geen Brit in de top tien van de uitslag. Maar als je de Londen marathon volgt, dan is dat toch de meest aangename van alle drie. Een marathon met toch heel wat groen, maar ook monumentale gebouwen langs het traject. Londen is in dat opzicht wel even een marathon met historie. Bovendien heb je daar een vrouwenwedstrijd die eerlijk is. In Londen moeten de vrouwen het zelf doen; geen mannen als haas. Op de Olympische Spelen is het ook een vrouwenwedstrijd. Een tijd gelopen in Londen zegt dan ook veel meer dan een tijd in Rotterdam. Dat het allemaal niet rommelig hoeft te worden als er twee of drie wedstrijden ongeveer tegelijkertijd finishen bewijst Londen eveneens. Na de laatste bocht vertakt de ideale blauwe lijn zich in drie lijnen; een groene voor de vrouwen, een blauwe voor de mannen en een gele voor de wheelers. Zo blijft het verloop van de wedstrijd ook overzichtelijk voor publiek en televisie. Maar als ik Londen en Rotterdam naast elkaar zie, zie ik nog een ander verschil. Rond de finish is in Rotterdam iedereen gespannen; de stress valt er bij de organisatie vanaf te lezen. Wellicht is het ook voor de vrijwilligers rond de finishzone niet meer goed te overzien als er ergens tussen de motoren een, twee, drie of zelfs vier lopers aan dreigen te komen. Het gevolg is wel dat er geen ruimte meer is voor emotie. En is de marathon volbrengen niet juist een emotioneel gebeuren voor velen? Nee, dan de rust die er vanaf straalt rond de finishzone van Londen. Daar is ruimte voor het individu in de massaliteit van dit evenement. Als ik de uitslag opstel van afgelopen zondag dan moet ik, ondanks dat ik Nederlander ben toegeven dat er een marathon is die mij meer aanspreekt. Mijn uitslag luidt dan ook:
1: Londen
2: Rotterdam
3: Hamburg
Dat toevallig ook de snelste tijden in deze volgorde zijn heeft mijn uitslag niet beïnvloed. Als loper zou ik gewoon mij het meest thuis voelen in Londen en als toeschouwer kies ik ook voor Londen. Dat de snelste tijden dan ook in Londen gelopen worden is dan niet meer dan mooi meegenomen. Alhoewel, bestaat toeval in de sport, of dwing je geluk ook niet gewoon af als marathonorganisatie?
Een ander stukje traditie moet nog volgen; de Boston marathon. Ook daar een juweeltje van een parcours. Niet makkelijk met die heuvels, maar vlakke marathons verwerpen de tijden van Boston omdat de finish meer dan 42 meter lager ligt dan de start. Dat hoogteverschil is beslist geen voordeel op zo een parcours. Met meer dan een eeuw traditie is Boston overigens ook niet meer weg te denken uit de marathonwereld.
Tot slot, Rotterdam is en blijft toch de grootste marathon van Nederland. Maar gelukkig hebben we ook nog marathons als die van Amsterdam en Eindhoven en de vele veel kleinere zodat iedere Nederlander dicht bij huis een marathon vind die bij hem of haar past. En dan moeten we toch constateren dat de meeste recreanten geboeid zijn door het snelle parcours van Rotterdam waar in het verleden wereldrecords zijn gelopen, en wellicht in de toekomst weer eens gelopen wordt. En dan kun jij zeggen “ik liep mee in die marathon toen het wereldrecord werd verbeterd”.