Als een meute twijfelaars die de weg kwijt waren, zo liepen 75 marathonners over de brug bij Stein, steeds maar heen en weer. 12 keer heen en 11 keer terug over de grens, trap op en helling af, keer op keer. Ze liepen de E314 Border Bridge marathon.
De start was onder de brug in België, de finish bijna op de brug in Nederland. Voor de start met zijn allen “lang zal die leven” zingen voor Han Frenken. Hij is, tezamen met de gestroomlijnde Stein ultra-organisatie, de onvermoeibare organisator van ‘anders dan andere’ marathons, zoals deze E314 Border Bridge Marathon. Han en consorten, bedankt!!
Na de start snel naar de trap, 50 treden omhoog, dan op de brug richting Nederland. Daar volgde een steile, onverharde afdaling. Vervolgens weer onder de brug door en steil omhoog naar de doorkomst met verzorging. Doodvermoeiend waren na die steile klim de paar honderd meter vals plat op de brug, vals plat van het meest valse soort dat je je maar kunt voorstellen. Maar op de brug, lekker voor de wind terug naar België. Daar dan een lange lus naar beneden onder de brug door, dan weer de 50 trappen omhoog enz. enz. En die ronde moesten we 11,5 keer lopen omdat Han zijn marathonleeftijdverjaardag (prachtig scrabblewoord, zeker 15 keer de woordwaarde) vierde.
De eerste ronde was een opwarmertje en gelijktijdig een soort inspectieronde. Het werd me snel duidelijk dat het geen gemakkelijke marathon was. Maar toch ging het lekker, na twee ronden van dik 18 minuten volgden rondetijden van ruim 17 minuten. Het leukste vond ik steeds weer de steile afdaling. Daar denderde ik naar beneden om daarna weer de steile helling op te kruipen. Die helling vond ik veel zwaarder dan de trap op Belgisch grondgebied.
Na een ronde of drie, vier besef ik dat er weer eens een tijd van onder de 3:30 inzit, en dat op dit zware parcours. Tempo handhaven is daarvoor noodzaak. Daarbij is Henry Okkersen een goed richtpunt. Hij is snel gestart en ligt na vier ronden ruim drie minuten voor. Als ik de brug nog af moet loopt hij er, aan de andere kant van de snelweg al weer op. Maar na ronde vier begin ik heel langzaam in te lopen. En dat stimuleert enorm. De afstand tussen hem en mij wordt elke ronde kleiner. Als ik nu de helling afschiet is hij nog niet eens op de brug. De volgende ronde kijk ik hem al bijna in de rug. En in de laatste ronde loopt hij nog maar 300 m voor me. En ik loop sneller. Langzaam, eigenlijk veel te langzaam kom ik dichter bij. Nog 100 m, nog 60, nog 40 m. We zijn bijna bij de afdaling. Daar zal ik hem pakken. Maar, 30 m voor de afdaling kijkt hij om, ziet mij en schiet, als door de bliksem getroffen naar voren. Ik erachteraan, maar 40 meter goed maken op 300 m is te veel gevraagd. Hij redt het, ik net niet. Hij wordt 13de ,ik 14de van de 75 lopers. Toch niet gek voor twee van die ouwe kerels. En met mijn tijd van 3:28:54 ben ik zeer tevreden.
Na de finish brengt het busje ons naar de warme douche en daarna naar het Sociocentrum waar een pastamaaltijd wordt geserveerd. Daar worden ook de winnaars in het zonnetje gezet (het wordt met steeds dezelfde winnaars wel eentonig) en wordt het inleggeld aan de Stichting Down’s Syndroom overhandigd. Ruim 700 euro, lang niet gek. En als de 69-jarige Horst Preisler is gearriveerd, wordt hij gehuldigd voor zijn 1000ste officiële marathon!
Al met al een leuke marathon met al die grensoverschrijdingen. Wie had eigenlijk zijn verplichte identiteitsbewijs bij zich?
THEO DE JONG