{u}{b}NVV : de voorgeschiedenis 1980-81-82{eu}{eb}
De 26ste Nacht van Vlaanderen staat voor de deur. Tijd om in navolging van andere ultralopen hier op Ultraned eens de geschiedenis te belichten van dit Vlaamse ultraloopmonument!
In 25 jaar tijd is de Nacht van Vlaanderen uitgegroeid tot de klassieker van de ultraloop en de wandelsport. Maar hoevelen weten nog hoe het allemaal begon ? Uiterst zeldzaam zijn degenen die het nog allemaal hebben weten beginnen.
{u}{b}1980{eu}{eb}
Alles begon eigenlijk bij de Dodentocht van Bornem, waar toen ook al enkele Torhoutenaars aan deelnamen, waaronder de latere eerste voorzitter van de nacht, Wilfried Lammens. Die geraakte zodanig in de ban van de sfeer aldaar dat hij al vlug plannen smeedde om ook in Torhout iets dergelijks uit de grond te stampen. Het kind moest natuurlijk een naam krijgen. In die tijd werd er in Moorslede een befaamd wielercriterium voor profs georganiseerd, luisterend naar de naam “Avond van Vlaanderen”. En omdat er onder de stichters van het eerste uur nogal wat leden van een plaatselijk wielercomité zaten, was de link vlug gelegd : het zou de “Nacht van Vlaanderen” worden. Voor de organisatie van de eerste editie werd toenadering gezocht tot een plaatselijke wandelclub, omdat pas later op het jaar de wandel- en joggingclub Nacht van Vlaanderen zou opgericht worden.
In een eerste verkennende vergadering werd o.a. de belangrijke beslissing genomen om De Nacht te koppelen aan de Torhoutse Batjesdagen om zo zeker te zijn van ‘wat volk’ op die dag. Er werd geopteerd voor een start op de Markt en in eerste instantie werd gekozen voor een parcours naar Oostende. Later werd het parcours hertekend en kregen we de jarenlange klassieke omloop naar de kust via Koekelare, Slijpe, Middelkerke, Westende, Nieuwpoort, Wulpen, Zoetenaaie en Diksmuide om dan via Vladslo, Werken, Handzame en Kortemark terug te keren naar Torhout. De aankomstlijn lag toen nog aan het toenmalige restaurant De Zwaan, vlakbij de kerk.
Op 20 juni 1980 startten de Torhoutse koopjesdagen en voor het eerst werden deze ‘batjes’ op gang geschoten met de start van de Nacht van Vlaanderen om 21 uur. De start had nog niets mee van de start van een officiële wedstrijd, want er werd eerst in stoet opgetrokken van deelnemers die achter een fanfare, leden van het organiserende comité, leden van de stedelijke feestcommissie en enkele ruiters een kleine openingsronde maakte. Om 21u30 werd de stoet ontbonden en startte men voor een kleine plaatselijke ronde van 5 km. Tussen 22u en 22u30 trokken de 247 deelnemers van het eerste uur opnieuw door het centrum en startte uiteindelijk de grote ronde. Toeschouwers waren er toen ook al, maar de meeste keken toen nogal onbegrijpend tegen die gekke onderneming aan. Het zou nog een tijdje duren voor Torhout en de omliggende streek ‘Nachtzot’ werd. Van de 247 deelnemers, waaronder slechts enkele lopers die de Nacht nog niet eens als een “wedstrijd” opnamen, bereikten er 182 de eindstreep. De show werd echter gestolen door een zekere Duitser Dieter Dippel die ‘al’ na 8u45 de aankomst bereikte en de lokale atleet Jan Pollefeyt ruim één uur achter zich liet (in die tijd rekende men nog niet in seconden…). Voor de Torhoutse kijkers, die nog helemaal niet vertrouwd waren met het fenomeen ultraloop, was dat zo’n onwezenlijke prestatie dat de Duitser hét gespreksthema werd van de volgende dagen. De Nacht van Vlaanderen kreeg al meteen een mythisch tintje mee. De ‘beloning’ voor de prestatie was nog zeer bescheiden : een miniem trofeetje en een belegde boterham…
{u}{b}1981{eu}{eb}
Voor de tweede editie in 1981 werd vooral werk gemaakt van een optimale verzorging van de deelnemers, een royale bevoorrading dus. Het is een actiepunt waarvoor nu nog altijd De Nacht boven alle andere organisaties van die aard uitsteekt. Voor de tweede editie kwamen al 376 deelnemers opdagen en er waren toen ook al deelnemers uit Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, Nederland en Frankrijk. Ook in dit tweede jaar kon amper van een ultraloop gesproken worden en de schaarse lopers moesten zelfs nog een stempel halen op de diverse controleplaatsen. De publiekstrekker, de winnaar van het jaar voordien, Dieter Dippel, deed wat van hem verwacht werd en won opnieuw in een tijd van 8 uur. Frernand Tonneau werd tweede en werd daarmee de eerste (officieuze) Belgische kampioen 100 km.
{u}{b}1982{eu}{eb}
Voor het derde jaar werd gemikt op een volledige doorbraak. Op 18 juni namen dan ook al 607 deelnemers de start. De weersomstandigheden waren bijzonder slecht en de deelnemers moesten de hele nacht vechten tegen regen en wind. Iedereen had weer getipt op Dieter Dippel, maar het was de Oudenaardse marathonloper Lucien Van Lancker die de Duitser van een derde zege hield. Van Lancker zegevierde met een looptijd van 7u11, toen een beste Belgische prestatie. Dippel volgde op 44 minuten en de lokale Jan Pollefeyt eindigde opnieuw derde.
Pikant detail: enkele jaren terug had Jan Pollefeyt zijn sportieve dochter Karen beloofd dat hij nog éénmaal de Nacht zou lopen als zij ooit over de 4 meter sprong met de polstok. Karen deed dit de voorbije maanden zelfs tweemaal.
Jan kennende zal hij zijn belofte zeker nakomen, maar een derde plaats is echter niet meer zeker, nu 23 jaar later…