Mooiste Pasen ooit

De 2 x 60 van Texel van Henk Harenberg

Een paar dagen na Texel besef ik nog steeds niet wat ik precies heb ervaren. Geweldig! Het verslag kan chaotisch overkomen maar daar is alle reden voor en te begrijpen wanneer je het volgende leest.

Eerste paasdag rij ik redelijk vroeg richting Den Helder. Daar aangekomen ontmoet ik Patrick Kloek en Mark Papanitikas samen met zijn vrouw en prettig avontuurlijk ingesteld zoontje. Super Belgen. Ik besef dat ik bij 2 toppers aan tafel zit. Patrick is zo af en toe de Joop Zoetemelk onder de lopers, meestal “eeuwig tweede gevoel” en Mark is superprof in doen en laten. Half twee arriveer ik op Texel. Na een paar bakkies koffie ga ik naar het NIOZ. Zie ik toch o.a. Ron Teunisse zitten. Een natuurmens pur sang. Wat een gave vent. Ik ga bescheiden op het muurtje zitten. Ik kijk uit naar de lezing welke ‘-s avonds plaatsvindt. Eigenlijk mis ik Ron zijn verhalen. Zijn innerlijke beleving spreekt me in hoge mate aan. Zijn vriend, fietsende begeleider past echt bij hem. Twee vrije mannen in doen en laten. Een 30 minuten inlopen daags voor de 60 vind ik wel prettig. Na het inlopen arriveert vervolgens menig loper. André van der Zwan, een 120 km loper, komt naar me toe en zegt: “Henk laten we qua afstand ruilen, loop jij de 120 en ik de 60”. André heeft een bilspierblessure. Klasse dat hij desondanks toch finisht op de 60. M’n bloeddruk schiet omhoog en een gezonde spanning overmant me. Ik zeg hem, leg het voor aan Martien. Begrijpelijk wil Martien er eerst over denken. Vervolgens begint de lezing van Ron en Koos. Ron spreekt woorden welke ik reuze kan begrijpen: de Spartathlon is 80% mentaal. Zo is het voor mij persoonlijk op de 120 idem. Wilskracht is het belangrijkste. Helaas ontschiet de lezing grotendeels mijn aandacht. Theo de Jong zit naast me en hij leeft mee in mijn spanning: Laat Martien me toe op de 120? Van spanning moet ik plassen. Na het sanitaire bezoek, tref ik Martien op de gang en hij spreekt de verlossende woorden: “Henk je bent morgen nummer 90, Alain”. Ik wil hem wel zoenen op beide wangen maar helaas is hij geen vrouw. Martien zegt de volgende dag dat hij nog nooit zoveel blijdschap in iemand zijn ogen heeft gezien. Het voelt alsof hij een kleine jongen blij heeft gemaakt. Nou mensenkennis heeft hij in ruime mate. Het zijn de mooiste paasdagen geweest van mijn leven, echt!

-’s Avonds verkas ik van slaapkamer met 60 km lopers naar de 120 km lopers. 21.30 uur lig ik in bed omdat de wekker om 03.00 uur al afloopt. Na ruim een half uur in bed gelegen te hebben moet ik al weer plassen, spanning, ik kan niet wachten. Ik fantaseer over 2 rondes Texel. Voordat de wekker afloopt sta ik al naast mijn bed. Hup richting de keuken voor een bakkie koffie en een ontbijtpakket. Ik wordt superverlegen bij het gevoel me te bevinden tussen deze vedettes. Ron staat weer te stralen op zijn markante manier. Bescheiden passeer ik hem. Jeffrey en zijn vriendin/vrouw brengen me naar het sportpark. Pracht mensen in al hun bescheidenheid. Martien heeft me inmiddels nog 3 extra bidons gegeven omdat ik over te weinig beschik. Twee bananen moeten me door de 60 km loodsen. Willem, een Texelse begeleider, zal me de eerste ronde begeleiden. Achteraf voelt hij voor me als een reddende engel maar daar kom ik nog op terug.

Bij de start aanschouw ik voor de laatste keer vandaag het selecte gezelschap van 20 lopers cq loopsters. Rut Zoutman geeft laatste aanwijzingen tijdens de eerste honderden meters: schoorvoetend lopen, geen knieheffen. Wat een aanvangstempo zeg! Wim Bart Knol gaat va banque blijkt al snel. Ik begin (en eindig er trouwens ook) achterin. Na ruim 400 meter zie ik in het donker alleen achterlampjes van fietsen waar de begeleiders op zitten. Respect ook voor hen. De eerste 3 uur spelen zich af in het donker. Willem begint te praten. Na een poosje zeg ik tegen hem dat praten tijdens het lopen een zwak punt van me is en dat hij zich niet beledigd moet voelen. Geen probleem, gelukkig. De Luxemburger Louis Emringer haal ik na een 30 minuten in en dat zal ook de enige blijven die ik voorbij streef. Hij zou me later weer voorbij streven. Bij het ochtendschemer fluiten vogels en blaten schapen en lammetjes er lustig op los. Ik moet denken aan Ron zijn woorden van gisteren over de 24-uur loop in Apeldoorn. De irritante herrie van iemand die denkt dat hij je opvrolijkt met trommelgeroffel terwijl je maar één ding wil: rust aan je kop/hoofd. Er is één verschil de natuur doet het spontaan en dat voelt goed.

Voor Cocksdorp loop ik een paar honderd meter achter Simon maar ik kom niet echt dichtbij. M’n benen voelen verrot de eerste 60 km. Komt het door het vroege tijdstip, de spanning of Maasdam? Maar ik WIL überhaupt finishen, sowieso wil ik Martien niet teleurstellen en daarnaast mezelf niet. Verleden in combinatie met innerlijke kracht heeft me gemaakt tot wat en wie ik ben. Verre van ideaal maar ’t is niet anders. Mezelf teleurstellen staat niet in het woordenboek en “de ontdekkingsreis in mezelf” waarover Ron eens schreef komt met de regelmaat van mijn pas naar boven.

Gedurende het laatste stuk strand zie ik Ria Buiten naderen maar na een kwartier niet meer achterom gekeken te hebben zie ik haar niet meer in mijn gezichtsveld. Verrek ik ben te ver gelopen en ga op goed gevoel richting de duinen en zie vlaggetjes staan voor de 60 km ronde. Kort hierna zie ik 2 lopers in de verte lopen. Daarna zie ik Ron en Tom me naderen. Persoonlijk constateer ik een iets monter uitziende Ron en iets afgetekender gezicht bij Tom maar dat wil natuurlijk nog niets zeggen. Mijn blik is natuurlijk subjectief. We spreken elkaar toe wanneer we elkaar tegemoet lopen. Ik besef dat het al wel een kilometer of 8 moet zijn wat m’n achterstand betreft. Ach wat doet het er toe. Vervolgens komt Herman me tegemoet. Mensen Herman vergeet ik nooit meer, telkens als ik hem tegenkom moet ik denken aan zijn matras. Echt je moet deze matras gezien hebben, dan weet je pas wat ik bedoel. Ubel, Simon, Louis en uiteindelijk Ria kom ik nog tegen. Uiteindelijk tref ik het hele peloton 60 km lopers met voorop de sympathieke Belg Mark met een onuitspreekbare en schrijfbare achternaam. Gisteren sprak ik met Mark en begrijp zijn topsportbeleving. Een kanjer. Wat een aanmoedigingen ontvang ik van het peloton, dank jullie allemaal!

Het bovenvermelde peloton geeft me onbewust energie voor de tweede ronde. Maar wat duurt het lang voordat ik met Willem het keerpunt bereik en dan begint ronde twee. Na 65 km vervolg ik mijn weg en spreek met Willem af dat hij me ongeveer 15 km voor de finish weer oppikt. Hij geeft me nog een krentenbol en een mueslireep. Geweldig. De tweede ronde gaat lichamelijk makkelijker alhoewel het verval echt groot is maar het gaat om het voltooien van de afstand. 100 km was tot nu toe de maximale afstand welke ik ooit heb afgelegd. Op naar de 120 km! Inmiddels halen de eerste estafettelopers me in na het verlaten van het eerste stuk strand. Naast de estafettelopers krijgt iedereen nog gezelschap van een ander fenomeen, een lekkende hemel. Hoort er gewoon bij. Bij een verversingspost in het bos staat een toerist met 2 zwembanden om zijn middel en nodig hem uit voor volgend jaar. Hij begint met zijn vrouw spontaan te lachen bij het voorstel. Op naar het laatste stuk strand. Eerlijk gezegd verveelt het me nooit. De Noordzee met haar klotsende golven maken m’n hersenspan crystal and clear. Gelukkig staat er weinig tot geen wind. Bij het verlaten staan twee dames bij een verversingspost. Ik vraag om cola en een banaan. Nou de cola wordt door één van hen bij het strandpaviljoen geregeld en de banaan wordt mobiel geregeld welke aanwezig is bij de volgende post. Een appel krijg ik nog van de lieftallige dames. Wat een service. Inmiddels tref ik voordat de volgende post wordt bereikt een achtergelaten banaan op een graspad. Hup die is voor mij. Schil er af en doorslikken. Wie er deze heeft laten liggen is me ganz egal maar smaakt heerlijk. Ik besef dat 2e paasdag een 7-tal bananen mijn maag gevuld hebben. Ik voel me al een 1/2 monkey.

Circa 25 km voor de finish komt de bezemwagen/fietser me begeleiden. Uitstappen doe ik echt niet. Ik moet nog zo’n klein stukkie wat begrepen wordt door de super bezemfietser. De bordjes doet hij al onder zijn snelbinders maar op het 100 km punt regelt hij een fietser. Weer zo’n aardige vrijwilliger. Net voordat ik het 100 km punt bereik stapt een 60 km loopster en een 120 km loper uit. Het geeft me een kick door te lopen. 100 km passeer ik in 11 uur en een kwartier. Nog 20 km en finishen zal ik! Hé verrek die Luxemburger ga ik nog even passeren. Hij loopt 9 1/2 uur op de 100 km en heeft zelfs de Spartathlon al eens voltooid. Het ultieme doel voor mij maar ik besef terdege dat ik nog maar een groentje ben in de ultrawereld. Een 2 1/2 jaar is mijn bagage, absoluut te weinig voor Athene-Sparta. Jan van der Hoek, een 60 km loper, is zoekende naar de juiste route om weer bij de finish te arriveren. Willem de fietser is echt mijn reddende engel vandaag. De Luxemburger en Jan laat ik delen in mijn drankvoorraad. Zonder Willem zou ik trouwens niet snel het juiste parcours gevonden hebben. Uit dank begin ik zelf te praten. Mijn km-gemiddelde is nog steeds 9 tot 10 km per uur maar m’n benen vertikken het na telkens 1,5 km het hardlooptempo vast te houden wat me noodzaakt een paar honderd meter te wandelen. Ik voel me geestelijk nog fris en zeg tegen Willem dat ik hoop dat er niemand meer aanwezig is bij de finish maar aldaar aankomend zie ik 2 bussen vol met lopers staan en wordt hartelijk onthaald door vele gefinishte 60 km lopers. Mooi is te zien dat iedereen het me gunt maar ik wordt toch een beetje ongemakkelijk bij al die aandacht en besef dat ik maar één ding wil, rust alleen in de kleedkamer. Maar mensen echt hartelijk dank voor jullie welgemeende complimenten. Een bosje bloemen vergezeld me naar binnen. Willem bedank ik vanuit mijn hart voor zijn reuze begeleiding. Een paar jaar geleden begeleidde hij de winnaar en nu de één na laatste finisher. Onder de douche vindt de emotionele ontlading plaats. Niet alleen het douchewater bevochtigd de vloer maar de waterlanders doen de rest. Wat een dag! Na afloop krijg ik nog broodjes van de organisatie en brengt vervolgens Martien me samen met Jan naar de boot. Martien en zijn team bedank ik voor alles en zeg Martien nog dat het een geweldige vent is. Tot over 2 jaar!

Een dag na Texel loop ik 5 km uit en heb heimwee naar de mooiste loop op een schitterend eiland.

Henk Harenberg