Wat doet de gemiddelde Hollander op tweede Paasdag? Naar de boulevard natuurlijk. In kleine klonten naar de auto-reep, in grote hordes naar de meubelstraat en, bij mooi weer, in drommen naar de flaneerstrips van de Hollandse badplaatsen. Met een beetje mazzel ben je daar toch al gauw een kilometertje of twee en uurtje of drie zoet. Kan het mooier!
Nou eigenlijk….ja! Het is een goed bewaard geheim, zelfs voor menige local. Slechts een select groepje is op de hoogte. Wel lijken elk jaar meer mensen hun mond voorbij gepraat te hebben want het groepje dijt uit, zelfs tot over onze ooster- en zuidergrens. Gelukkig is dit niet de Telegraaf of de Spits maar een medium voor een select gezelschap dus kan ik het geheim wel vertellen: het gaat om de langste en mooiste Paasboulevard van Europa, waarschijnlijk zelfs wel van de wereld. Zestig kilometers kustgenot, urenlang kijken en gezien worden. Onderweg gewoon overal gratis hapjes en drankjes. Kom daar maar eens om bij de meubeljongens, laat staan in Scheveningen. En dacht je dat je in Noordwijk aangemoedigd werd tijdens je tocht langs de zee? Zomaar door onbekenden, die je allemaal knap vinden ook al zie je er uit als een verzopen kat? Dacht het niet. Zeven merken auto’s of dertig kleuren zitbanken lijkt afwisselend. Tot je de zandplaten, mulle, harde en papstranden, zeegeulen, duinopgangen, graspaden, modderlaantjes, glibbersteentjes, duinpaadjes, zeedijken, wadkanten, hellingen, braakweggetjes, dorpsstraatjes, havenkades, weidewegen, “berg”paden en de wielerbaan gezien hebt. En dan heb ik alleen nog maar beschreven waar je óp loopt (bij die andere boulevards zijn dat alleen tegels of woongrind). Wat je ziet en voelt is eigenlijk te veel om op te noemen. En, heel knap, elke keer weer anders. Ik heb nu aan drie Paasboulevards meegedaan en nooit was het hetzelfde. Vorige keer bijvoorbeeld was overal de geur en kleur van hyacinten terwijl ze ons deze keer met narcissen verrasten. Dit jaar waren de lammetjes beduidend schattiger (want jonger) en het aantal dode watervogels hoger. Ook dook de vuurtoren pas op het laatste nippertje op terwijl hij vorige keer al van verre te zien was. Vorige keer zon en warm, dit keer vochtig en koel. De kroon op de afwisseling spande wel de Paasboulevard in oktober maar zo ver hoeven ze van mij niet meer te gaan om het spannend te houden.
De belangrijke dingen houden ze constant. De persoonlijke benadering bijvoorbeeld, de enthousiaste en niet kapot te krijgen vrijwilligers, het mooie parcours. Ook de sfeer in het relatief kleine en onderling hartelijke ultrawereldje blijft gelukkig gelijk. Kortom, ik kan het iedereen aanraden maar vertel het vooral niet verder want stel je voor dat half Nederland er op af komt. Gelukkig worden die op een dwaalspoor gebracht door de Paasboulevard gewoon niet elk jaar te organiseren. Over twee jaar is de menigte mijn stukje allang weer vergeten en zijn we weer lekker onder ons.
Rest me nog wat successen te melden. We hadden twee “nieuwelingen” mee die er wel al als fietser maar nooit als 60 loper bij waren geweest: Theo was 60 geworden, wilde dus nu ook eens 60 lopen en is daar prima in geslaagd, Albert ging ook voor de bijl en is geheel volgens plan heel dicht bij zijn gestelde doel gekomen: lekker lopen en er vijf en een half uur over doen. Paul was er voor de derde keer, liep een dik PR en loopt nu op vleugeltjes. En ik ben elke keer twee jaar ouder maar toch steeds een beetje sneller. Verder leverde onze Amsterdamse club een estafetteteam, twee halfjes-lopers en heel veel enthousiaste fietsers op. Dat is dus een heel gezellig weekend geworden.
Zestig van Texel: dank je wel! Wij hopen dat jullie de Paasboulevard nog heel lang organiseren.
Irene van Wijk