Gedachten op/over het PieterPad

“Zo’n week wil ik nog wel eens meemaken,” aldus Thijs Roest.

{b}Gedachten op/over het PieterPad{eb}

Pieter-ROG-pad 2005. Zeven dagen onderweg van de ochtend tot de avond, lopend van zuid naar noord. Genoeg tijd om te ervaren, te ondergaan, te denken en te leren. De meeste gedachten heb ik onderweg weer achtergelaten, sommige zijn mee naar huis gekomen. En enkele gedachten en ervaringen hebben zich onwrikbaar in mijn lichaam vastgezet, me een beetje veranderd. Niet dat het allemaal even fraai was, maar ontegenzeggelijk een verrijking. Een belevenis, in de meest letterlijke zin van het woord. Hier volgt dan ook geen verslag, geen beschrijving van de etappes en tijden, maar zomaar wat zaken die me zijn bijgebleven van deze geweldige tocht. En wat ‘wijze’ raad voor iedereen die zich hopelijk laat verleiden voor de editie van volgend jaar.

· Als allereerste hulde aan Sietze Houwen en Jan Ubels. Een hele week trekken zij met ons op, regelen alle zaken betreffende eten en overnachting, staan onderweg elke 8 km met eten en drinken en slagen erin voortdurend enthousiast te blijven. Verder kennen ze het parcours bijzonder goed en behoedden ons voor de meest voor de hand liggende navigatiefouten. Tot slot zijn ze ook nog prettig gezelschap om een week mee samen te zijn.

· Gezamenlijk slagen we er toch aardig in er wat kilometers bij te sprokkelen. Het is nog lang niet zo erg als in de wedstrijden in de Ardennen (waar iedereen meerdere keren per dag verkeerd loopt), maar de route is soms slecht gemarkeerd en de routebeschrijving en kaart zijn onmisbaar. Bovendien drukt het twijfelen en zoeken de loopsnelheid aanzienlijk. Maar dat hoort allemaal bij deze loop, en maakt het voor mij persoonlijk juist leuker. Behalve natuurlijk als je ergens in Duitsland op een hoge bult staat, en geen idee meer hebt waar je heen moet om het parcours terug te vinden………

· Wat deze loop vooral zo anders maakt is het gezamenlijk optrekken. Alle lopers en begeleiders overnachten in hun eigen tentjes bij elkaar, eten gezamenlijk, lopen stukken gezamenlijk, verdwalen gezamenlijk, lijden gezamenlijk. En toch komen we allemaal met een ander verhaal thuis. Henri Thunissen, Ruud Veldhuis, Maarten van Randeraat, Janneke Cazemier en ikzelf starten met in gedachten alle etappes te lopen. Mijn vrouw Monique is mee op de fiets, de andere fietsbegeleiders zijn Piet en Gerrit Boer. En deze begeleiders verdienen een aparte vermelding. Behalve dat ze aangenaam gezelschap vormen, zijn ze onmisbaar onderweg. Zonder fietsbegeleider is het uiterst lastig de route te volgen, bovendien verdragen ze allemaal ons gemopper als er toch nog eens wordt misgelopen, en de vele lastig fietsbare paden.

· Wat was de route prachtig. En wat was de route afschuwelijk. Akkerpaadjes, heidevelden, zandbergen, Limburgse heuvels, mooie binnensteden, dit liet zich afwisselen met kilometerslange kaarsrechte asfaltwegen, provinciale wegen en kaarsrechte dijken. Nederland van zuid naar noord, vaak op zijn mooist en soms op zijn lelijkst. En altijd het gevoel van onderweg naar huis.

· Denkend dat ik de nodige ervaring met meerdaagse lopen in de zak had, verkijk ik me toch nog. De lengte van de etappes ligt ca. 25 km boven hetgeen ik eerder heb gedaan (Ardennen, Elfstedentocht), maar die tikken hard aan. De dagen zijn dermate lang, dat er naast lopen weinig tijd meer rest. Je went wel snel aan het ritme: opstaan, tent afbreken, spullen inpakken, eten, lopen, tent bouwen, eten, briefing, slapen.

· Herstel tijdens de loop is niet eenvoudig. De eerste 3 dagen loop ik uitermate makkelijk. Op het eind van dag 3 moet een pont worden genomen die slechts eens per uur vaart. Ik zie al zo’n 2½ uur van tevoren aankomen, dat ik die waarschijnlijk net ga missen als ik mijn tempo handhaaf. Ik besluit wat te versnellen en haal uiteindelijk de pont met nog 12 minuten marge. Aankomend op de camping ben ik echter aardig uitgewoond, en wat erger is: ’s avonds ben ik beroerd en het eten gaat nauwelijks naar binnen. Ook ’s ochtends gaat het nog niet van harte. Bovendien is het een warme dag, waar ik doorgaans slecht tegen kan. Het resultaat: een zeer zware dag, waarvan vooral de laatste 20 kilometer eindeloos leken. De dagen erna gaan langzaam wat beter, maar ik voel me leeg.

· Eten, eten, eten. Ook als je geen trek hebt, moet er brandstof in. Janneke loopt alle dagen uit, en is ondanks een meer dan gezonde eetlust zichtbaar vermagerd. Zelf verlies ik 3 kilo in de 6 dagen dat ik loop.

· Zoals gezegd starten we met 5 lopers. Uiteindelijk blijkt dat vooral blessures ons de das omdoen, en niet de vermoeidheid. Henri heeft al snel last van zijn enkel/voet. Ruud ervaart dat zijn al wat wrakke knie niet bestand is tegen de vele onverharde paden. Maarten verstapt zich op een boomwortel en heeft daarna zoveel zwelling in zijn enkel dat doorlopen onmogelijk is. Zelf krijg ik na enkele dagen erg gevoelige voeten. Op dag 6 voel ik na 40 km dat er in mijn rechterscheen iets niet goed zit. Binnen enkele kilometers is de pijn en bewegingsbeperking teveel om zelfs te kunnen wandelen. De volgende dag blijkt dat mijn voet (en ook scheen) aardig gezwollen is, wat zeker nog een week aanhoudt. Janneke verstaat de kunst van het heelhouden dus als enige en loopt op dag 7 nog met dezelfde gelijkmatige stijl als waarmee ze startte in Limburg.

· Cor Westhuis, Ubel Dijk en Koos Rademaker lopen elk enkele etappes. Het is leuk om Cor weer te zien. We kennen elkaar al vele jaren van het lopen en ik kan het goed met hem vinden. Bovendien is er genoeg te praten, Cor’s ervaringen in het meerdaagse lopen zijn uiterst interessant. Ubel komt mij de laatste 2 dagen ondersteunen. Helaas stap ik dus direct uit, wat hem er uiteraard niet van weerhoudt door te gaan. We zullen onze gezamenlijke kilometers wel weer elders maken, zoals we er ook reeds duizenden samen hebben gedaan. Ubel heeft nog wat voor de boeg dit jaar qua meerdaagsen: een 6 daagse en de Deutschland-loop (samen met …….. Cor).

· Apart: waar ik in 1-daagse lopen nogal eens mentaal uitglijd, overweeg ik deze week nooit om ermee te stoppen, ook niet als ik het zwaar heb. Zelfs als ik niet meer kan lopen, overheerst nog het gevoel van een prachtige week te hebben beleefd. Alleen als ik in Pieterburen Janneke zie finishen (zelf mij inmiddels lavend aan haring en bier), moet ik me verbijten. Op Janneke’s kosten spoel ik de teleurstelling met nog een biertje weg, en ik besluit al min of meer volgend jaar weer te starten. Zo’n week wil ik nog wel eens meemaken, en er moet iets worden rechtgezet. Gelukkig hoor ik van Sietze dat hij volgend jaar toch weer gaat organiseren. Wie gaat er met ons mee??

{i}Thijs Roest{ei}