{b}DE GEEST POPELDE AL MAANDEN, EINDELIJK STEMDE HET LICHAAM TOE{eb}
Begin juli nam ik het besluit om terug te keren aan het wedstrijdfront. Ik draaide al 2 weken pijnloos 70 tot 80 km, met als langste afstand 25 km. Vanaf de inschrijving was ik enigszins zenuwachtig, tenslotte lag de op 16 april in Diever opgelopen achillespees blessure me vers in het geheugen. Dat dus nooit meer, want zeg nou zelf, daar is toch niets stommer dan bij fikse pijnen door te lopen. Zelfs ezels stoten zich geen twee keren aan dezelfde steen, ondergetekende acht zich toch een beetje slimmer.
Bij mijn herstart is de keuze gevallen op Almere omdat ze een parcours hebben met 4 ronden van ruim 10,5km, wat het uitstappen bij klachten vergemakkelijkt. Daar komt nog bij dat vorig jaar de wedstrijd voor het eerst werd georganiseerd en ik er positieve reacties over hoorde. ‘Het kan in Almere’, dreunde een radio commercial. Daar moet ik dus op af, ik ben er nog nooit geweest.
Mijn gebruikelijke reisgenoten blijven thuis of zijn in voorbereiding voor de baan 6-daagse in Erkrath. Onder het rijden spelen er toch gemengde gevoelens in mijn kop: enerzijds hopen dat het blessureleed voorbij is en daarom de marathon heel rustig lopen net binnen de tijdslimiet; anderzijds weet ik van mezelf dat als het startschot valt, ik nog eerzuchtig en gemotiveerd genoeg ben om een mooie tijd te realiseren. Het lijkt me deze keer het beste het verstand maar eens te laten prevaleren.
Omdat via Internet uitstekende informatie verstrekt is, kom ik ondanks de mist ruimschoots op tijd in sporthal ‘de vrijbuiter’. Na 3 maanden de echte veellopers niet gezien te hebben, dienen ze je daarom, waarschijnlijk uit eigen ervaring, heel graag van advies: ‘fijn dat het weer gaat, maar doe rustig aan’, ‘zogauw je iets voelt stoppen’, ‘je hoeft geen marathon afstand te lopen, je kunt ook 31,5 of de halve doen’, ‘ik zal je hazen, dan ga je zeker niet te snel’, ‘het fijnste is dat je er weer bij bent, hoe vervelend het ook kan aflopen.’, ‘eigen schuld, je liep veel te veel, je had het altijd koud, maar een week later liep je weer in een andere wedstrijd te bibberen’. Vooral de laatste opmerking is er een van ongekende schoonheid. Geen donderpreek met hel en verdoemenis, maar een begripvolle bijdrage, die me zeker later van pas zal komen. In mijn onnozelheid dacht ik altijd dat geluk niet vanzelf komt, dat je daarvoor wel iets moet doen.
Adrie van Dijk, de elfstedenloper van dit jaar, is er ook. Ik vertel het vreemd te vinden dat hij in zijn verslag schrijft, nog herstellende te zijn van een achilles blessure, maar wel ruim 200 km loopt en ook nog volbrengt. Hij geeft enkele goede adviezen o.a. wat het tempo betreft. Dat ga ik uitproberen. Om 11 uur starten er 40 deelnemers op de marathon en 30 op de 31,5 km. Een leuk initiatief was, dat Gijs werd gehuldigd vanwege zijn 250e marathon, de camera’s snorden. Een paar uur later zijn zo’n 70 actief op de halve marathon en 80 op de 10 km. Het is daarom een gezellig loopfestijn op het mooie parcours dat door parken, bossen en een kassengebied loopt, met toch 2 colletjes van de vierde categorie erin. Al in de eerste kilometer schiet mijn linkerveter los, waarop Gijs terecht zegt: ‘hij is er te lang uitgeweest en heeft zijn voorbereidingen niet op orde gehad’.
In de eerste ronde lopen Theo de Jong, Ben, Lies, Ineke en ik samen. Natuurlijk gaat het gesprek over Het WK 24 uur in Oostenrijk, waaraan Ben en Ineke komend weekend deelnemen. Op dat parcours van 1 km zit nog een hoogteverschil van 7 meter en dat maal 150 of 200! Dat kost kracht. Het gaat lekker, 28 minuten op de 5 en 59 minuten op de 10 km. Op het winkelplein, waar nog redelijk veel publiek staat moeten we keren. In een smalle, met linten afgescheiden doorgang, moedigen enthousiaste toeschouwers ons aan. Gek eigenlijk, in mijn geval loop je te wachten op een pijn signaal en bent daardoor ambivalent met de wedstrijd bezig. In de derde ronde komt even een zeurderig gevoel opzetten, wat gelukkig nog geen halve minuut duurt.
In de laatste fase krijg ik hetzelfde gevoel als in de eerste marathon. Het gaat lukken, denk je dan, het kan niet meer fout gaan. Bij de laatste verzorgingspost schroef ik het tempo wat op, tenslotte heb ik toch enigszins op de handrem gelopen. In 4.10.09 kom ik over de finish, heel blij dat het herstel zich doorzet. Er zijn mooie tijden gelopen. Wim Hogentoren een PR in 3.28. Edward de Ruiter is winnaar in 2.45.
Organisator Jan van Raalte heeft aan alles gedacht. Er zijn 3 sportmasseurs aanwezig. Op de 2 verzorgingsposten komt men niks tekort, ook aan stukjes banaan en sinaasappel is gedacht. Het is voor slechts 5 euro een mooie sportieve dag geworden. Dat kan in Almere.
{i}Vincent Schoenmakers{ei}