Ultra Trail du Mont Blanc
40:09:09h, 158km en 8639hoogtemeters
26-28 augustus 2005
Chamonix 26 augustus 17.00
Ik verlaat met een goed gevoel, ik ben er klaar voor, de Gite Ski Station in Chamonix met twee plastic zakken en een rugzak op weg naar het kledingdepot om vervolgens naar de start van Europa’s zwaarste Ultra Trail te gaan.
Ik besluit maar meteen te liften, want lopen kan ik nog genoeg de komende uren. Ik krijg direct een lift van een Frans gezin en terwijl ik op de achterbank plaatsneem gilt de vrouw: “mais vous etes fou” na enkele geruststellende woorden neemt het gesprek een plezierige wending en bij het afscheid beloven man en vrouw dat ze ’s nachts om ca 23.30 bij Les Contamines mij zullen aanmoedigen. Nog niet eens gestart en nu al supporters; dat schiet lekker op. Het afgeven van mijn kledingzakken voor de plaatsen Courmayeur en Lex Champex-enBas verloopt soepel en ik begeef me vervolgens op weg naar de start op het dorpsplein; onderweg ga ik nog even in het zonnetje op een bank liggen en luister naar het imposante getrommel van een percussionband. Na de laatste sms’jes loop ik naar de start alwaar het gezellig bijpraten is met een aantal bekenden onder de 2000 starters.
Na de nodige toespraken, de Ultra Trail gaat door drie landen en 33 gemeenten, een weersvoorspelling die op “fine weather” neer komt en de klanken “conquest of paradise” van Vangelis valt precies om 19.00 het startschot en stroomt het dorpsplein leeg; we zijn los.
In de eerste vlakke 8 km naar Les Houches trekt het veld zich niet echt uit elkaar, iedereen heeft volop lucht voor een praatje en ik probeer mijn ritme te vinden en te genieten van de natuur.
Na Les Houches begint de eerste klim naar Col de Voza en wordt het stil, het diepere doorademen is bij menige loper al begonnen. Een fantastische zonsondergang die het Mont Blanc massief in een oranje avondgloed zet, zorgt ervoor dat talloze lopers stoppen en hun fototoestel pakken. Op Col de Voza pak ik snel wat te drinken en eten, vul mijn bidon bij en ga met andere lopers de afdaling in. Het lopen in de nacht valt me mee en hoofdlamp en telescoopstokken blijven nog in de rugzak.
In Les Contamines is de volgende verzorgingspost waar echt alles uit de kast is getrokken om de lopers optimaal te verzorgen. Naast loperskost als bananen, appel, sinaasappel, rozijnen, pretzls, witbrood, water, Iso, thee, Cola etc was er ook nog soep, salami, kaas, energierepen, chocolade, bruinbrood met vruchten. Je zou alleen al voor deze verzorging deze trail gaan lopen; hoewel. Na het vullen van mijn waterreservoir met water vervolg ik mijn weg naar de Col de Bonhomme. Deze weg heb ik enkele dagen geleden deels verkend.
Even buiten Les Contamines staat de Franse familie vader, moeder en zoon langs de kant van de weg en moedigen mij zeer enthousiast aan. We maken een praatje en nadat ik ze hartelijk bedankt heb, vervolg ik mijn weg met een boost aan energie. Het stuk naar de Col de Bonhomme (1300hoogte meters) gaat me daardoor relatief gemakkelijk af, ook al omdat ik dit stuk tot aan de refuge enkele dagen geleden heb verkend. Na refuge La Balme begint het echte werk over smalle alpine paadjes naar de Col om vervolgens nog eens 100hm naar Croix de Bonhomme te klimmen. Af en toe gun ik mezelf de tijd om achterom te kijken in het dal waar zich een indrukkwekkend lint van hoofdlampjes heeft gevormd dat zich kilometers lang uitstrekt van Les Contamines richting de Col de Bonhomme. Mijn ritme heb ik inmiddels gevonden en de hartslag loop tijdens het klimmen niet al te hoog op.
Na Croix de Bonhommes staat een afdaling op de route die alles prijsgeeft van wat regen de dagen voor de start heeft veroorzaakt. De afdaling naar Chapieux is stijl, glad, modderig hier kun je naar keuze glijden, struikelen en vallen of overeind blijven. Zelf ga ik een aantal keren goed onderuit en mijn hoofdlampje heeft hier de functie om de toch wel komische bewegingen goed uit te lichten.
In Chapieux is het aangenaam gezellig en neem ik een soepje en al rondkijkend zie ik de eerste vermoeide en verdwaasde gezichten om mij heen. Een man weet niet helemaal goed met zijn stokken in een volle tent om te gaan en maait als een blinde in een vloeiende beweging een fles water, soep, brood en spullen van diverse lopers van tafel. Er wordt meewarig met hoofden geschud maar een scherpe reactie blijft uit; daarvoor is er al te veel eensgezindheid, medeleven en mededogen onder de lopers ontstaan.
Het gaat vervolgens op weg naar Col de Seigne over een eindeloze asfaltweg waar het geklik van de stokken in de stille nacht ons begeleidt.
Op het einde van de weg begint het alpine klimmen weer over smalle paadjes en via talloze haarspeldbochten komen we aan op de Col de Seigne 2516m. Na het scannen van mijn startnummer met chip direct maar de afdaling in want het is koud op de top. Op weg naar Lac Combal, dat na een steile afdaling van 800hm en een stukje vlak wordt bereikt. Het meer ligt er als een spiegel bij en na een moment van genieten besluit ik om weer samen met een andere loper te gaan hardlopen op weg naar Col de Chérouit op 1953m waarna we extreem stijl zullen afdalen naar de eerste grote verzorgingspost Courmayeur. Op de Col zelf blijft de gang er onverwacht redelijk in en ik geniet nu van het uitzicht op het Mont Blanc massief in het ochtendgloren.
Eerst word ik nog door een aantal fotografen in de loop vastgelegd en vervolgens kom ik om 09.00 in het grote sportcentrum van Courmayeur in Italië binnen. De plasticzak met reservekleding wordt snel aangereikt. Ik begin met de kleding wissel en al snel blijkt dat het parcours zijn sporen heeft achtergelaten; ik heb twee blaren gescoord. Ik besluit om van de geplande korte stop af te zien en me te laten verzorgen. Ook hier is de verzorging zeer professioneel: mijn blaren worden door podologen behandeld en daarna kan ik naar de kinésisten voor een massage. Na ruim een uur vertrek ik met nieuwe kleding, voeding en dito vertrouwen uit Courmayeur. Het gaat meteen steil omhoog van 1100m naar Refuge Bertone op 1989m over een afstand van 4km hier moet menig loper even naar lucht happen voorzover die er is. Het tempo zakt iets en we lopen al snel in een groep over de smalle paden en bereiken de Refuge Bertone alwaar het zonnetje doorkomt en het van het uitzicht genieten is. Na wat drankjes en hapjes is het oppassen dat je niet in slaap valt. Op pad maar weer naar Grand Col Ferret 2537m via verzorgingspost Arnuva. Onderweg ontmoet ik Tom Hendriks, bekend Nederlands Ultra loper en we praten even bij. Bij post Arnuva begin het te regenen en geeft Tom aan te denken aan doorgaan of uitstappen. Dat laatste lijkt mij geen goed idee, ik krijg het koud en ga maar snel weer op pad. Na een fotograaf gepasseerd te zijn begin ik aan de klim van de Grand Col de Ferret en bedenk me dat als het weer hier ernstig verslechtert, regenbuien met heftige wind en onweer, ik om zal keren en uit de wedstrijd zal stappen. Het weer blijft echter stabiel regenachtig maar rustig. Een nieuwe dimensie van de ultra trail openbaart zich nu: ook in de klim modder en dus glijpartijen Boven op de col praat ik even met een begeleider die al meerdere uren op een loper staat te wachten. Dit ontlokt een aantal lopers de uitspraak: wie heeft het nu zwaarder: hij of wij? Door de mensen van de organisatie worden we gewaarschuwd voor de gevaarlijke afdaling, stijl, glad en een moeilijke passage. Met drie lopers daal ik af; we praten wat en als snel komen we op Alpage du Peulaz. Binnen is het warm en staan de verzorgers voor je klaar, een lekker soepje gaat er wel in. Na een sanitaire stop weer naar buiten waar het aanhoudend regent, gaat het vervolgens naar Fouly het 102km punt. Dit wordt bereikt door een langgerekt dal waarbij de regen het genieten van de natuur niet echt weet te drukken.
Na in Fouly weer het nodige tot mij genomen te hebben vervolg ik de weg naar Champex en Bas waar de volgende grote verzorgingspost is. Het begint donker te worden.
De tweede nacht is begonnen en dat merk ik aan het tempo en oriëntatievermogen. Mijn loopwereld heeft zich inmiddels verkleind tot de omvang van de lichtbundel van mijn hoofdlamp een meter voor mij, meer is er niet om naar (uit) te kijken. Af en toe richt ik mijn hoofdlamp op om in de verte de reflecterende balisage te kunnen onderscheiden in het donker, zo weet ik dat ik op de goede weg ben.
Na het dorp Praz begint een nachtelijke klim naar Champex en Bas waarbij ik op het einde van de klim een loper ontmoet waarmee ik samen via Champex-Lac naar de bunker in Champex en Bas loop.
In de bunker aangekomen ontmoet ik de vader van twee Franse broers die ook in de Gite op de kamer lagen. Ze zijn nog onderweg.
Na het lezen van de sms-berichten werk ik een lekker bord pasta naar binnen en sluit ik aan in de rij voor de massage. De verzorging van de blaren in Courmayeur was prima en behoeft nu geen aandacht. Na de kledingwissel en aanvullen van de voeding breng ik de rugzak weer op orde en vul ik mijn waterreservoir goed aan want wat er nu gaat komen de klim naar Bovine en de opvolgende afdaling wordt technisch en zal wel wat tijd vergen.
Overdag is de klim van 600hm al een uitdaging laat staan ’s nachts waar het zoeken naar de balisage is.
De klim naar Bovine stelt niet teleur; hier worden nog eens extra de belastbaarheid van enkelbanden, knieën en overstrekbaarheid van spieren en pezen getest. Door de rotsblokken van afwijkend formaat maak je hier constant stappen op treden die te groot zijn zonder dat een tussenstap mogelijk is. Laat staan dat het door Jan Fokke Oosterhof beschreven traverseren mogelijk is. Daarnaast zijn de rotsen onder een laagje modder bedekt. Dit is gewoon drie uur verstand op nul, blik op oneindig en maar blijven gaan; dit alles maakt het ook wel tot een echt avontuur. Hierbij komt regelmatig de gedachte bij mij op dat als een arts mij hier uit de wedstrijd zou halen ik hem er dankbaar voor zou zijn. Door mijn ervaring weet ik dat dit soort gedachten komen en gaan en ook weer worden afgewisseld met gedachten waarbij ik me zo sterk als een beer voel en niets mij tegenhoudt.
Uiteindelijk komen we op de hoogteweg bij Bovine en dalen we in een groep af richting Col de la Forclaz dicht bij de grens van Zwitserland en Frankrijk. Na een prachtig nachtelijke blik op het verlichte Martigny dalen we verder af naar Trient. Na een korte verzorging en een praatje met de verzorgers gaat het weer omhoog naar Tseppes op 1932 meter, het veld deelnemers is uiteen gerekt en ik doe de klim naar de top boven de 2000m alleen. Op de top vervolg ik de route en een groep van vier en de afdaling gaat over ondergelopen paden waar je tot je enkels wegzakt in de modder. De snelheid is er goed uit; dit is na dertig uur wedstrijd een oefening, niet zozeer in overeind blijven, maar heel beneden zien te komen. Een loper in de groep heeft een verzwikte enkel en een andere loper buigt zijn stokken recht. Ik probeer van graspol op graspol zoveel mogelijk de gladde stukken te ontwijken. In de afdaling door het bos naar Vallorcine zie ik ineens vriend Alexander Senger staan, is dit de fase van hallucineren? Die zat toch met zijn gezin in Zuid Frankrijk?, nee hij is het echt; hij maakt foto’s we groeten elkaar en in Vallorcine praten we even bij.
Ik neem hier de tijd om wat te eten en te drinken want ik leef in de veronderstelling dat er nog een col van 2000m bedwongen moet worden. Met die gedachte ga ik weer op pad terwijl Senger onderweg wat foto’s maakt. De col van 2000meter blijkt echter Col des Montets te zijn van 1461meter. Wat deze Trail met je psyche doet wordt me hier volledig helder; een zekere kwaadheid dat ik me dit heb laten gebeuren maakt zich van mij meester en de adrenaline spuit door mijn lijf en bereikt in Argentière mijn hoofd zo lijkt het wel. Zo sterk als beer en als een jagende tijger die behoorlijk de vaart erin heeft, loop ik naar Chamonix waarbij ik onderweg een aantal lopers achter me laat. Ik zie fotograaf Senger net de auto uitstappen en roept me toe: Ja, nu ga je te snel; zo kan ik geen foto van je maken. Niets kan me nog stoppen, ik pak een bekertje bij de verzorging en geef een high five aan een man met een machtige Zwitserse koe-bel en draaf verder. Ik besluit de laatste 8km naar Chamonix volledig ervoor te gaan, te knallen en niets ontziend naar de finish te lopen. Ik haal een stuk of veertien lopers in en nu ik de rivier van Chamonix hoor gaat er nog een extra schepje bovenop. De eerste felicitaties van wandelaars vallen mij ten deel en krijg daar toch wel de rillingen van op mijn lijf.
Ik draai het asfalt op en knal dalend de winkelstraat van Chamonix in. Hier staat Tom Hendriks me op te wachten en verwelkomt mij; hij is uitgestapt. Dit is een mooie ontvangst nog eens versterkt door het applaus van het enthousiaste publiek en de opzwepende speaker. Na 40 uur 09.09 kom ik over de finish, mijn doel gehaald. Ik word direct geïnterviewd met de vraag hoe ik me voel, très heureux, hoe de ultra trail was: très très dur, parce que en Hollande tout est plat weet ik er nog uit brengen voor de emoties de overhand krijgen. De speaker weet genoeg en beëindigt wijselijk het interview.
Paul Kamphuis