{i}Een wereldrecord op de marathon komt niet bij toeval tot stand. Het is een kwestie van planning. Bij de marathon van Amsterdam is alles in het werk gesteld om Haile Gebrselassie aan het record te helpen. Zelfs aan het weer is gedacht.{ei}
Dit was de kop van een artikel dat ik zaterdag las in de Volkskrant. Dat deze geregisseerde wedstrijd, die wat voorbereiding betreft, leek op het dichttimmeren van het scenario, niet voorspelbaar is, maakt sportbeoefening zo mooi, fascinerend en spannend. De wind had Haile bestolen van het wereldrecord. Gelukkig dat de moderne sportbenadering de weersgesteldheden niet kan beïnvloeden en dat het een sensationele strijd blijft in het topperswereldje.
Stel daar tegenover een 25-tal enthousiaste en gemotiveerde marathon debutanten en recreanten die maanden in voorbereiding zijn om vandaag een unieke prestatie te leveren en je ziet niet veel verschil. Als je de eindtijd erbij betrekt is het een enigszins kromme vergelijking, maar de intenties zijn redelijk identiek.
Jan Luursema (Groningen) en ik gaan deze groep beginnende lopers hazen in 4.30. Bij de start zegt een man tegen me: ‘het moet vandaag een bijzondere leuke dag voor je worden met zoveel dames achter je aan’. ‘O ja, is dat zo’, antwoord ik, ‘eigenlijk heb ik ze liever voor me lopen, dan geniet ik nog meer van het uitzicht’. De weersomstandigheden zijn ideaal en met 6.12 minuten filevertraging komen we over de startstreep. We stellen onze volgers gerust, we hanteren de nettotijd. De eerste 10 minuten is er van hardlopen nog geen sprake. Amsterdam slaapt nog. In het Vondelpark, al na 5 km, staan wat plukjes mensen achter de vele hekken. Enkelen, die er waarschijnlijk de nacht hebben doorgebracht, willen ons al vóór de eerste verzorgingspost van drank voorzien. Ze hebben alleen maar bier.
In ons rustige tempo kun je de omgeving goed in je opnemen. De organisatie heeft zijn best gedaan om vele muziekgroepen langs het parcours te plaatsen, wat aanstekelijk werkt op de deelnemers. Ze deinen mee in het ritme van bekende meezingers. Medepacer Jan heeft een horloge dat werkt als een kilometerteller op een fiets, het geeft de snelheid weer. Een vlakke race lopen is dan ook niet moeilijk.
De 10 km langs de Amstel vind ik het mooiste stuk van het hele parcours. Mooie vergezichten en activiteiten op het water. Na de halve afstand lopen we er velen voorbij die nu al problemen hebben. Niet echter in onze groep, slechts een dame laat zich terugvallen. Rond de 30 km voegen zich nog een tiental lopers toe. Een uitsteeksel van een dranghek is door vermoeidheid van een volgster de oorzaak van haar val. Jan helpt. Ze loopt door omdat ze persé wil finishen, zo dicht bij de overwinning. Ons tempo is te snel, ze finisht 10 minuten later. Amsterdam ontwaakt, de aanmoedigingen worden luider.
Bij de 40 km komt een jonge vent naast me lopen. Het is zijn tweede marathon. Dit is zijn mooiste. Waarom? ‘Jullie hebben 100% vlak gelopen, als je getraind hebt kun je dan ook niet in problemen komen’. Prachtig toch dat je op deze manier gemotiveerde deelnemers kunt helpen. Ik kijk om en zie dat Jan er niet bij zit, maar houdt me aan de opdracht van 4.30. Bij het ingaan van het Olympisch Stadion komt de microfonist me namens de organisatie bedanken voor mijn medewerking. Grote klasse. Zou hij dat bij Haile ook gedaan hebben? Twee ton startgeld en ook nog……Afijn, denk ik op dat moment, hard werken levert altijd iets op.
De dame die al de gehele tijd pal achter me loopt, krijgt het in de laatste anderhalve kilometer erg moeilijk. Ik blijf praten, genot volgt op pijn, ze redt het, en hoe. Ze finisht met beide handen hoog in de lucht. Jan komt 2 minuten later over de streep met nog een tiental die het laatste gedeelte ‘een moordend stuk’ noemen. Van de 25 oorspronkelijke volgers lopen er 20 hun streeftijd. Tevredenheid alom, ook bij de pacers.
Vincent Schoenmakers