Alle voorbereidende activiteiten zijn in de sporthallen -zuid. Zowel het ophalen van de startnummers, als het omkleden en in bewaring geven van de tassen. Tevens is er een markt met allerlei kraampjes voor kleding, voeding en massages. Bij de deuren van de sporthallen perst een paar duizend man zich gelijktijdig met -sporttas naar binnen; en zonder-tas naar buiten. Veel lopers reageren hier relaxed op en zeggen het gezellig druk en lekker warm te vinden. Een loper zegt dat hij dit wel een mooie gelegenheid vind om in de billen van een sportmaatje te knijpen. En voegt daad bij woord.
In het Olympisch stadion start om 11:00 uur zo’n 6000 lopers aan de hele marathon.Het gonst er van de stemmen. In de lucht hangen helikopters met draaiende wieken, die het hele stadion, van bovenaf filmen. Op grote Tv-schermen kan je deze filmbeelden in het startvak meekijken. Na het startschot zie je een ‘kleurrijke rups’ van mensen het stadion verlaten. Met Sander Schutgens en Haile Gebreselassi, voorop. De laatste gaat, met 6 hazen, proberen een nieuw wereldrecord te lopen.
Na een kleine ronde van 7 km, volgt nog 1 grote ronde van 35 km tegen de klok in. Deze ronde leidt via Amsterdam oud-zuid en buitenveldert tot aan de molen in Ouderkerk aan de Amstel. Hier loop je 8 km, namelijk heen en terug, langs de oevers van de rivier de Amstel. Vervolgens leidt het parcours via Amsterdam- oost over de stadhouderskade terug naar het Olympisch stadion voor een ere ronde en de finish.
In de straten haaks op het parcours “leeft de marathon niet”. Hier gaat het normale weekend leven gewoon door. Dit in contrast met het parcours zelf, waar je constant herinnert wordt aan de marathon. Niet alleen omdat je tussen roodwitte linten loopt, maar ook omdat je steeds omringt bent door zwetende en puffende mede marathonlopers, verkeer regelaars, EHBO-ers, pacers, en politie. Een Nederlands: “laat mij mijn eigen weg maar gaan..” wordt afgewisseld met Zuid-Amerikaans tromgeroffel. Langs het parcours staan her en der mensen. Fans van de atletiekvereniging en de kroeg staren naar massa op zoek naar ‘hun’ loper. Soms moeten ze even ‘wakker’ geroepen worden:”He, trainer, we zijn al voorbij hoor…!”. Maar dan komen er ook enthousiaste aanmoedigingen.
Bij de finish horen we dat Haile het wereldrecord niet gebroken heeft. De laatste 5 km had hij geen tempo meer kunnen maken en kon hij “slechts” 20 km per uur lopen.
Achter de finish schuifelen figuren, gehuld in een grote poncho en medaille, terug naar de sporthallen voor hun sporttas met droge kleding. Sommige druk pratend met familie, kids en voorzien van een bos bloemen. Anderen met het hoofd scheef en een mobieltje in de hand: ”Ik heb het gehaald.…..Ik kom naar huis….”
Prisca Vis