Bijzondere gebeurtenissen moet je koesteren. Vorig jaar liep ik voor het eerst de pistemarathon, wat gelijk staat aan 105½ ronden op een atletiekbaan van 400 meter. Het werd zo’n geweldige ervaring dat ik besloot er zeker volgend jaar terug te komen. Wat onderscheid deze marathon van de vele anderen? Vóór ik met ultralopen begon, kwam ik nogal eens uit in baanwedstrijden op de 5 (12½) en 10 km (25 ronden). Daar wist ik van dat het sneller gaat dan op de weg, maar dat je het koppie er goed bij moet houden, want de korte ronden stellen de combinatie van dapperheid en doorzettingsvermogen nog meer op de proef dan in reguliere wedstrijden.
Dat de zomer echt voorbij is bewijzen de lange tights die ik na ruim een half jaar weer uit de tassen tevoorschijn zag komen. Ik durf toch nog in korte broek te verschijnen, maar vanwege de voorspelde regen draag ik wel een regenjasje. Even voor tienen regent het behoorlijk, we staan gelukkig droog onder diverse partytenten die langs het parcours staan. Naast de 58 deelnemers die van de binnenbaan gebruikmaken, starten tegelijkertijd rolstoelatleten, die in de derde baan moeten blijven. Tijdens hun proefrijden valt op dat ze ontzettend snel gaan. Dat ontlokt Tom Hendriks de nuchtere opmerking: ‘het voordeel van door hen aangereden te worden is, dat je meteen een rolstoel tot je beschikking hebt’.
Organisator Dirk Ghys legt uit dat bij iedere doorkomst je naam op een heel groot scherm verschijnt, met de tijd van de laatste ronde en de resterende te lopen ronden. De elektronische meetapparatuur staat voor niets. Bijzonder prettig, vooral om je rondetijden te vergelijken. Bij mij in de beginfase 2.00/2.01/2.02 minuten. Je kijkt nieuwsgierig uit naar het scherm als je gevoel zegt, een slecht rondje gedraaid te hebben. Enkele keren loop ik onder de 2 minuten. Zo kan het ook, denk ik dan en trek er wat harder aan. De verzorging is buitengewoon overvloedig en professioneel. Water, sportdrank, koek, sinaasappelschijfjes en banaan worden aangereikt. Ik neem me voor elke 10 ronden te drinken.
Er is ruimschoots voor een sfeervolle ambiance gezorgd. Enkele accordeonspelers en een draaiorgel zorgen voor afleiding. Is dat dan nodig? In de laatste 2 wedstrijden liep ik de stadsmarathons Eindhoven en Amsterdam, waarin je de omgeving automatisch in je opneemt. Nu ben je meer op jezelf geconcentreerd en is de mentale druk het grootst. Saai, om enkele uren te lopen op een kort baantje, hoorde ik in mijn kennissenkring. Helemaal niet, je overziet de gehele wedstrijd. Math Roberts (2.57.22, plaats 6, 1e Nederlander) komt voorbij, snel even vragen in welke positie hij zit. Lucien Taelman, enkele weken gekwetst en in die periode slechts 10 km in de benen, zegt in de kleedkamer dat hij het na 10 km erg moeilijk zal krijgen. De nummer 1 in de Cup heeft zich onderschat, want hij loopt weer als een trein. Tom Hendriks, nummer 2 in de Cup, ziet dat Lucien nauwelijks aan kracht heeft ingeboet en haalt alles uit de kast om Lucien te verslaan. Dat lukt hem met ruim een minuut voorsprong. De Cupstrijd ontbrandt: ze zullen nog 2 keer een gevecht moeten aangaan, voor we weten of het de vele malen Belgische winnaar weer gelukt is of dat we een Nederlandse winnaar krijgen. Hugo Bruynooghe doet zijn beste de 3e plaats te consolideren. Ik geniet van de loopstijl van Driss Bensaid (2.23.06) als hij me weer voorbijgaat, gracieus, soepel, het kost hem geen moeite. De Zweedse vrouw Sodergards (3.11.21) met haar lichtvoetige loopstijl en een gelaatsuitdrukking, ook op het laatst, alsof marathons lopen haar dagelijks werk is. Als Patrick Kloek (300.02, waarom geen 3 minuten sneller?) passeert, weet je niet of hij tegen jou of zichzelf aan het praten is, helemaal in trance en gefixeerd op de wedstrijd. Prachtig toch, dit zo van dichtbij te kunnen aanschouwen.
Jacques Vandewal, altijd in voor een babbel en daarom energie genoeg, biedt aan me enkele ronden uit de wind te houden. Mijn rondetijden schieten omlaag, 1.57/1.58, dat is ruim 12 per uur. De halve afstand in 1.46.57, te snel. Het gaat goed, maar ik voel wat opkomende krampen. De reden is duidelijk, geen tijd genomen om te drinken. Met nog 18 ronden te gaan (35 km, 2.59) komen de moeilijke momenten en is het aftellen begonnen. Jacques moet nog 5 ronden, ik ook. We lopen samen en genieten nog ruim 10 minuten van dit schitterende evenement. Het heeft iets bijzonders, een baanmarathon. In 3.41.15 passeren we voor de laatste keer de chipmatten, zo snel ben ik sinds april 2004 niet meer geweest.
Meteen na de finish krijgen we een individuele uitdraai met alle rondetijden en als herinnering een T-shirt gevuld met verrassingen, altijd leuk iets aparts te krijgen. Op het punctuele heel gedetailleerde uitslagen verslag van de Piste website zag ik thuis, dat ik van de 36e positie in de beginfase, toch nog tot de 30e ben opgeklommen aan de finish.
Dirk en medeorganisatoren, de pistemarathon blijft in mijn geheugen gegrift staan als uniek en uitdagend evenement. Hou hem op de kalender, wij komen zeker terug.
Vincent Schoenmakers