Ronde van Haarlemmermeer heeft veel weg van reünie (Schipholloop 1988)

Een traditie is dat bijna elk jaar dezelfde atleten aan de start komen. Het echtpaar Tine en Henk Bronswijk, door velen als favoriet bestempeld, werden door “groentje” Corrie Bouwmeester en Jan Ooijen naar de tweede plaats verwezen.

{i}AtletiekWereld, Nr. 17, 29 november 1988, pag. 18 en 19

Door Ed Siemensma{ei}

{b}Ronde van Haarlemmermeer heeft veel weg van reünie{eb}

{i}Een en zestig lange kilometers langs de Ringdijk, waar het water en de wind voor het typisch Hollandse karakter zorgden, met slechts hier en daar een eenzame visser, waren de ingrediënten die de elfde Ronde van de Haarlemmermeer kenmerkten. Maar ook dat bijna elk jaar hetzelfde aantal en dezelfde atleten aan de start komen, is langzamerhand een traditie. Het echtpaar Tine en Henk Bronswijk, traditionele deelnemers en door velen als favoriet bestempeld, werden door “groentje” Corrie Bouwmeester en Jan Ooijen naar de tweede plaats verwezen.{ei}

Aan de finish bij sporthal Elzenhof van Schiphol kon Jan Ooijen voor de tweede keer in de geschiedenis zich laten huldigen als de winnaar van de Ronde van de Haarlemmermeer. Voor hem was het zoet der overwinning en de bloemen, na de 61 lange kilometers in ruim drie en driekwart uur te hebben overbrugd. Voor Kees van Ruiten, voor de vierde keer deelnemer, was er als ontvangstcomité een heuse carnavalsband met bijbehorende Raad van Elf van de Lisser vereniging de Gaapstokken uitgerukt. De Lissenaar, de avond ervoor gehuldigd als Prins Carnaval, finishte ondanks de vele alcoholische versnaperingen en het daarop volgende logische tekort aan nachtrust, op bijna een vol uur achter de winnaar. Voor de nieuwbakken heerser van het “zottenrijk” was het beëindigen van de wedstrijd ditmaal even zo belangrijk als de negen minuten winst, die hij ten aanzien van zijn beste tijd ooit boekte. Ludieke huldigingen horen blijkbaar bij de Schipholloop zoals het bijna getalsmatig vaste aantal deelnemers en het feit dat ons land slechts twee van dergelijke wedstrijden kent.

“Naast Schiphol is er alleen maar de 100 km van Winschoten en dat vind ik echt te weinig. Natuurlijk besef ik dat dit werk niet voor iedere afstandloper is weggelegd. Voor dit ultragebeuren moet men als atleet over dikke spieren beschikken, omdat dunne vaak een lange tijd problemen geeft. Maar ik weet dat velen met mij gaarne uitbreiding van het aantal van dit soort wedstrijden wil”, aldus Henk Bronswijk.
In het licht daarvan zou men mogen verwachten dat zich voor deze Ronde van de Haarlemmermee meer atleten zouden melden. Maar met een kleine honderd lopers is daar geen sprake van en lijken de woorden van Bronswijk gelogenstraft. Ook het aantrekken c.q. uitnodigen van atleten lijkt niet de oplossing. De organisatie maakt er al jaren een goede gewoonte van om eerdere deelnemers uit de toptien een brief te sturen. Een aantal van hen maakt er gebruik van, maar nadrukkelijk de Belgische deelnemers, in de voorgaande jaren trouwe deelnemers, lieten het zowel vorig als dit jaar massaal afweten. Ook afwezig was Henk van Hoek, winnaar van 1983, 1985 en 1987, maar de bebaarde Brabander sukkelt al enige tijd met een stevige voetblessure. Daardoor moest hij ook al van deelname afzien van de Eindhovense marathon, maar de kleine atleet wil volgend jaar absoluut weer van de partij zijn.

Naast Ko van der Weijden, die de eerste editie in 1973 met 3.43.11 won, was de Brabantse leraar wiskunde de enige atleet die dit feit – zelfs twee keer – herhaalde. {i} (Hier vergist Siemensma zich: Ko won slechts éénmaal. Hij zal Aad van der Boom bedoeld hebben die in 1979 en 1981 won; TP.) {ei} De snelste tijd, ooit gerealiseerd, staat dan ook met 3.41.30 uit 1983 op zijn naam en begrijpelijk dat Henk van Hoek gemist werd. Ingrijpende veranderingen als forse startgelden voor buitenlands toppers zijn gezien het krappe budget van de organisatie niet voorhanden. Daarmee lijkt de Schipholloop “veroordeeld” tot een door slechts enkele toppers bezocht evenement. Deelname is dus nog altijd geen lucratieve bezigheid, maar andere motieven blijken voor de huidige toppers voldoende. Jan Ooijen, de 41-jarige direkteur van de Amsterdamse scheepvaartmaatschappij Katinka bijvoorbeeld, geeft prioriteit aan verbetering van tijden en dan pas aan de winst. In 1983 werd hij negende met 4.08.55 en liep hij een marathon in 2.38. Twee jaar terug won hij de Schipholloop en was al 18 minuten sneller, en verbeterde twee weken terug in Etten-Leur in zijn 47e marathon zijn beste tijd tot 2.29.26 en was gisteren de snelste atleet rond de Ringdijk in 3.48.20.

“Echt tevreden ben ik niet, ik had een nog snellere tijd willen lopen, want ik weet dat ik in vorm ben. Daarom durfde ik zo kort na die marathon deze afstand wel aan, maar de harde wind hield mij van een snellere tijd af”. Snellere baantijden op de 5 (15.30) en 10 km (32.09) lagen aan de basis van de demarrage rond 47 kilometer, waarmee Ooijen uiteindelijk de beslissing forceerde. Al vrij snel na het startschot zondagochtend half tien, gegeven door Netty Saive, die vorig jaar in het zicht van de finish werd aangereden, vormde zich een kopgroep van twee lopers, Wim Akkermans en Wim Westerholt, met op een tiental meters Krijnen, Heykamp en de twee favorieten Ooijen en Bronswijk. Na 3 km moest Krijnen als eerste lossen en gezamenlijk ging men op weg naar de eerste halte, het 10 km punt, wat in 36.62 {i}(ik vermoed 36.26; TP.){ei} werd gepasseerd.

{b}Definitief uit beeld{eb}
Bij de 20 km werd de groep uitgedund tot vier, na een tweede, snellere 10 km in 36.13, omdat inmiddels Akkermans ook wegviel. Onder invloed van de harde zijwind werd de derde 10 km in een langzamer tempo, 37.45 afgelegd. Inmiddels begon het te regenen en werd het 40 kilometerpunt na 2.29.50 bereikt, zodat de vierde “10” met zelfs 39.00 de langzaamste was. Vlak voor dat punt kwam een belangrijke afscheiding tot stand, Ooijen en Westerholt zetten zowel Bronswijk als Heykamp op afstand en de laatste “verdween zelfs definitief uit beeld”. Inmiddels was het tweetal het marathonpunt in 2.36 gepasseerd en rond 47 kilometer demarreerde Ooijen voor wat naar later bleek de beslissing. Zienderogen werd het gat groter en vlak voor Zwanenburg passeerde de besnorde atleet het 50 km punt in 3.06.00 (10 km in 36.50).

Het gezicht van de winnaar toonde na afloop weinig sporen van vermoeidheid, voorzover een atleet na een race over 61 lange kilometers nog fris de finish kan passeren.
“Om als favoriet van start te gaan, legt toch een zekere druk op je. Voor mij was Henk Bronswijk, gezien zijn ervaring dan ook een grotere favoriet. Maar het is goed gegaan en ik ben uiteindelijk toch wel tevreden”. Meer getekend leken de verslagen Bronswijk en Westerholt, waarvan Westerholt, die ruim 13 kilometer uitzicht had op de tweede plaats, bij het 53 kilometerpunt door de slimme rot Bronswijk werd gepasseerd. “Sinds ik nieuwe schoenen heb, kan ik weer normaal trainen. Twee weken terug liep ik in Etten-Leur eindelijk weer eens onder de 2.30 op de marathon, maar de voorbereiding voor twee van zulke zware wedstrijden, zo dicht bij elkaar, is gewoon tekort geweest. Maar toch ben ik tevreden”, aldus Bronswijk.

Echtgenote Tine, met drie eerdere zeges als favoriete gestart, moest uiteindelijk het hoofd buigen voor Corrie Bouwmeester. Toch had Bronswijk lange tijd uitzicht op een vierde overwinning, maar in de slotfase werd zij gepasseerd door de atlete uit Maassluis. Opmerkelijk was het grote verschil tussen de twee atletes op de eindstreep. Lange tijd leek Tine Bronswijk met een voorsprong van enkele minuten op weg naar een vierde zege. Maar rond het marathonpunt was deze al geslonken tot slechts een halve minuut en enkele kilometers verder werd ze door Bouwmeester gepasseerd. Toen was het met Bronswijk afgelopen met als gevolg dat ze op de finish ruim acht minuten achterstand had opgelopen.

Eigenlijk is Bouwmeester nog een “groentje” in het vak. Vier jaar terug nam een vriendin haar mee en sindsdien lijkt ook zij besmet door de loopbacil. Rond de Haarlemmermeer was zij de snelste over een afstand waar zij normaal een week voor nodig heeft. Maar net als vele anderen had ze onderweg nogal last gehad van de wind, die voor het één ronde lange parcours eigenlijk nergens echt voordelig was. Maar waar vind je een parcours als de 61 km rond de Haarlemmermeer, waar het water van de Ringdijk en de wind het typisch Hollandse karakter beter weergeeft?

Voor een van de mede-organisatoren van het eerste uur, Ad Ulijn, en deelnemer aan alle edities, kreeg het bereiken van de eindstreep een extra dimensie. Blij als een kind was hij en gezien de voorgeschiedenis volkomen te begrijpen. Twee maanden terug vloog hij met de fiets over de kop, waarbij hij kneuzingen opliep aan de nek en ruggewervel en rechterschouder. Daardoor stond zijn deelname op losse schroeven, maar toch was hij aanwezig toen de lopers werden weggeschoten. Glunderend meldde hij na afloop: “Als je weet hoe blij ik ben dat ik mijn geesteskind heb kunnen volbrengen, dat kan ik je haast niet vertellen. Maar de steun van de gehele organisatie heeft me over de zware periode heengeholpen”.

{b}Uitslag 11e Schipholloop zondag 13 november 1988{eb}
xx ? starters, 74 finishers{fixed}
Naam vereniging categorie eindtijd (tussentijd
61 km marathon)

1 {b}Corrie Bouwmeester{eb} AV Waterweg Vvet 1 {b}5.13.33{eb} (3.37.10)
2 Tine Bronswijk Olympus ’70 Vvet 1 5.22.10 (3.36.34)
3 Monica Berghaan Energie Vsen 5.46.10 (3.47.28)
4 Liene Malsch AV Almere Vsen 6.00.24 (3.54.50)

1 {b}Jan Ooijen{eb} GAC Vet 1 {b}3.48.20{eb} (2.36.15)
2 Henk Bronswijk Olympus ’70 Vet 1 3.50.31 (2.36.55)
3 Wim Westerholt KAV Holland Sen 3.52.31 (2.36.15)
4 Bram Heikamp Veteranen Ned Sen 3.57.35 (2.37.04)
5 Kees Hermans KAV Holland Vet 1 4.03.58 (2.47.42)
6 Wim Akkermans Mergelland Sen 4.04.34 (2.41.45)
7 Dick Ottens RRA Sen 4.15.51 (2.57.25)
8 Hans Vugts AAV ’36 Vet 1 4.17.57 (2.53.02)
9 Joop Keyzer RRR S.woude Vet 1 4.19.23 (2.53.55)
10 Herman Krijnen DJA Sen 4.21.13 (2.54.20)
11 Math Simons Veteranen Ned Vet 1 4.22.29 (2.52.55)
12 Gerko Vos AV Haarlemmermeer Vet 1 4.31.02 (2.59.22)
13 Gerard Ridder AAC Vet 1 4.31.48 (3.07.58)
14 Jos Haagen prestatieloper Sen 4.33.41 (3.03.00)
15 Henk Groenewegen Olympus ’70 Vet 2 4.34.09 (3.07.54)
16 Henk van Bakel AV Haarlemmermeer Vet 1 4.34.57 (3.03.50)
17 Jaap Raaphorst Veteranen Ned Vet 1 4.36.00 (3.11.01)
18 Dick v d Vlugt AV Haarlemmermeer Vet 1 4.37.02 (3.07.50)
19 Kees Bruyns AV ’56 Sen 4.37.18 (3.11.40)
20 P. van Brummelen prestatieloper Vet 1 4.37.56 (3.00.48)
21 Ad Ulijn NSL Vet 1 4.40.55 (3.11.50)
22 Nico van de Schelde Veteranen Ned Vet 1 4.41.16 (3.11.50)
23 Kees van Ruiten Spartaan Vet 1 4.42.15 (3.11.50)
24 Rene Pronk HRR Sen 4.44.44 (3.12.35)
25 Peter Doormaal Achilles ’87 Sen 4.45.01 (3.16.40)
{efixed}70 mannen + 4 vrouwen gefinisht, plus 2 rolstoelatleten + 4 rolski-atleten

{b}Nawoord Martien Baars.{eb} Met dank aan uitgeverij Wielaard & Ranke voor hun toestemming om dit artikel uit Atletiek Wereld eenmalig op UltraNed te mogen gebruiken. En met dank aan Ton Peters voor het overtypen van het artikel van Ed Siemensma. {i}NB Die gaf een vrij summiere uitslag in AW, met de eerste 10 mannen en de eerste 3 vrouwen – deels zonder voornamen. De uitslag heb ik hierboven gecompleteerd voor de eerste 25 mannen overall (inclusief prestatielopers), en ook de tussentijden op de marathon zijn ingevoegd. Een en ander was mogelijk dankzij Wim Heijenk die de complete uitslag van 1988 opstuurde. Dus ook dank aan deze markante loper uit Monnickendam die zijn ultradebuut maakte juist op deze Schipholloop 1988 (op de leeftijd van 33 jaar).{ei}

Op de omslag van het betreffende nummer van Atletiek Wereld staat een prachtige kleurenfoto van winnaar Jan Ooijen. Ook het jaar daarvoor heeft Ed Siemensma een verslag van de Schipholloop voor Atletiek Wereld geschreven, en toen prijkte winnaar Jan van Hoek pontificaal op de omslag. Atletiek Wereld verscheen in die jaren maar liefst 18 keer per jaar, dus buiten de vakantieperiodes haast elke veertien dagen.

In bovenstaand artikel van Ed Siemensma, maar ook door veel anderen in publicaties elders eind jaren tachtig, wordt er nog hardnekkig vanuit gegaan dat er anno 1988 nog steeds maar twee ultralopen in Nederland georganiseerd werden: de RUN Winschoten van 100 km en de Schipholloop van 61 km. Toch waren toen ook al ultralopers actief geweest bij de 24 uur Apeldoorn (in 1984 de eerste twee sololopers), de Eemmeerloop 50 km (in 1987 de eerste twee sololopers) en bij de 12 Uurs Estafette Den Haag (in 1988 voor het eerst georganiseerd, meteen voor estafette en solo). Kennelijk waren die ultra-prestaties nog niet erg opvallend, mede omdat die bij evenementen werden geleverd die van oorsprong estafettelopen waren. In 1989 begon de 24 uur MS Loop van Almere en in 1991 werd de 7e Nederlandse ultraloop geboren: De Zestig van Texel. Ook die lopen in Almere en op Texel waren combinaties van estafette- en sololopen. De RUN Winschoten had in 1985 eveneens de estafette op het programma ingevoerd, dus wat dat betreft was de Schipholloop in die jaren als pure sololoop een uitzondering geworden.

Dat op het parcours van de Schipholloop over de Ringdijk geen estafette werd gehouden, was omdat het met de sololopers al druk genoeg was. En het zondagse autoverkeer op de Ringdijk was niet ongevaarlijk, bleek bij de 10e editie van 1987. In dat jubileumjaar werd winnaar Henk van Hoek na afloop gehuldigd – die had zijn trilogie voltooid met overwinningen in 1983-1985-1987. Maar een winnares ontbrak op dat feestje. De enige vrouwelijke deelnemer, Netty Saive van GVAC uit Veldhoven, werd op de Sloterweg, één kilometer voor de finish, geschept door een achteropkomende auto. In het Parool van 9 november 1987 werd dat als volgt verwoord: {i}“Terwijl de enthousiaste omroeper boven het geluid van een proef-draaiende Boeing trachtte uit te komen om de finish van de eerste (en enige) vrouwelijke deelnemer aan de Schipholloop aan te kondigen, brak de man abrupt zijn volume af. Toen ook het vliegtuig zweeg, kon de speaker slechts meedelen, dat Netty Saive uit Veldhoven, de winnares van vorig jaar, door een ongeluk was uitgevallen. Saive was kort voor de eindstreep van de 61 kilometerloop – die zij in een recordtijd leek te zullen volbrengen – geschept door een passerende auto. De bestuurder was afgeleid door een tegenligger en had Saive daardoor te laat opgemerkt. Saive werd met hoofdwonden naar het Slotervaart Ziekenhuis afgevoerd, maar mocht na onderzoek naar huis.”{ei}
Een jaar later kwam Netty Saive dus het startschot lossen (zie boven in het verslag van Siemensma) maar pas in 1989 liep ze zelf weer mee. En werd toen 2e in de mooie tijd van 5.10.31, achter de Belgische Angela Mertens met 4.51.20. In 1990 wist Saive haar eigen trilogie te voltooien, met haar derde overwinning na 1986 en 1987. Omdat dat ze in dat rampjaar niet gefinisht was, stond Saive niet in de eerste, officiële uitslag. Later werd ze toch in de boeken als winnares van 1987 genoteerd, in de scherpe tijd van ‘4.45.00’. Alleen Plonie Scheringa was sneller geweest, 4.39.54, in de allereerste editie van 1978. Uiteindelijk veroverde Desiree Heijnen het parcoursrecord met 4.36.27 in 1992.

{u}Tussenstand zoektocht naar ontbrekende uitslagen{eu}: inmiddels zijn weer een aantal jaren in ons bezit gekomen dankzij Jan van de Linde (1983 en 1987) en Wim Heijenk (1988). Wat ontbreekt er nu nog? Van 1978 blijkt alleen het voorste blaadje met de eerste 50 finishers aanwezig, de rest mist nog. En van de jaren 1981, 1986 en 1994 ontbreken de volledige uitslagen. Herhaalde oproep aan onze lezers: indien u één van die missende 3,5 jaren heeft: graag een berichtje naar baars provider nioz.nl !