‘Jeroen, je moet langzamer!’ (RUN 2000)

Hierbij een impressie van Jeroen Wigard. Met zijn debuuttijd van 8:56.30 niet alleen en uitstekende prestatie, maar hij heeft er ook van genoten!

Voorwoord Martien Baars 9 augustus 2004. Om al een beetje in ‘oranjesfeer’ voor de komende World Cup 100 km van 2004 te komen, plakken we hier drie artikelen, al eerder op UltraNed gepubliceerd, vast via het RUN-archief met de datum 26 december 2005. Het debuut van Jeroen Wigard op de 100 km van de RUN 2000, geholpen door Krijn Kroezen, en de tweede keer dat Jeroen in Winschoten liep, in een oranje tenu ontworpen door Krijn, tijdens de RUN 02. Deze verslagen ademen de sfeer van Winschoten. Sommige lopers hebben het daar moeilijk mee, met al dat enthousiasme langs de lijn, maar Jeroen kon het geweldig waarderen en deed er qua lopen zijn voordeel mee! In 2004 doet Jeroen vanuit Denemarken voor de 3e keer aan de RUN mee, deze keer ook aan het NK, en weer zal hij geholpen worden door Krijn.

Afgelopen zaterdag was het dan eindelijk zover: mijn debuut op de 100 km.
Donderdags waren Anita en ik uit Denemarken naar mijn ouders in Nederland
gereden, waarvan we zaterdagmorgen naar Winschoten vertrokken. Onderweg
regende het en het weer zag er niet echt geweldig uit, maar in Winschoten
was het plotseling droog. Het centrum van Winschoten bleek behoorlijk
afgesperd te zijn, dus er moesten heel wat rekken verplaatst worden voordat
we met de auto mijn 3 clubgenoten van AMOK Aalborg, die ook zouden lopen,
hadden gevonden.

Nummer ophalen en Anita met tafel langs de route installeren op ongeveer 500
meter na de finish. Vervolgens VRPers Jan Willem en Krijn voor de eerste
keer ontmoeten. Altijd leuk de gezichten achter email adressen te leren
kennen. Krijn zou bovendien op het 5 km punt staan met drinken voor me,
terwijl Jan Willem zelf meeliep.

Een half uur voor de start de laatste voorbereidingen plegen en naar de
start. Ik ben nerveus, want kan ik dit wel?, hoeveel pijn gaat het doen? Zal
mijn strategie lukken? De strategie was ronden lopen van zo’n 54 minuten
gedurende de eerste 50 km en dan proberen zo lang mogelijk de ronde tijden
(een ronde is 10 km) onder het uur te houden. Mijn doel is in ongeveer 10
uur binnenkomen. Ik probeer de nummer 10 van Jan Vandendriessche te vinden,
maar zie hem helaas niet.

Dan wordt er afgeteld en daar gaan we. Ik loop vrij achteraan. Ik loop samen
met clubgenoten Anders en Brian, terwijl de vierde clubgenoot Jan Andersen
meteen al van ons wegloopt. Hij is ook zeker de beste van ons vier en heeft
onder andere een 24 uurs loop gewonnen in Denemarken. Op afstanden onder de
marathon kan ik hem verslaan, erboven is hij sterker.

Het parcoers is geweldig. Straten zijn fantastisch versierd, overal
toeschouwers. Ik geniet met volle teugen en de eerste ronde gaat zeer
makkelijk. Aan het eind van de eerste ronde loop ik weg van Anders en Brian
en ik passeer de 10 km in 52’35”.

De 2e ronde gaat iets harder want zo loop ik lekkerder. Kinderen staan
overal met sponsen en met water, toeschouwers hebben startlijsten en roepen
mijn naam als ik voorbij komt. Geweldig! Eigenlijk zou ik iedereen langs het
parcoers moeten bedanken in mijn laatste ronde…. 20 km in 1:43:18
(50’43”)

500 meter na de finish passeer ik Anita, die aan het eind van een lus staat,
dus ik schreeuw wat ik wil hebben en 2 km later krijg ik alles toegereikt in
een plastic zak. Als ik alles heb gegeten en gedronken, ben ik meestal
dichtbij het 5 km punt, waar Krijn staat. Die loop elke keer zo’n 200 meter
mee en geeft me mijn drinken. Kortom de verzorging was perfect. Krijn en
Anita bedankt! Zonder jullie had ik er zeker langer over gedaan. 30 km in
2:32:28 (49’10). Ik loop dus te snel en ik begin ook al moe te worden. Nog
70 km te gaan en nu al moe, dat kan niet goed gaan. Zal het komen door de
warmte, want de zon is tevoorschijn gekomen het is behoorlijk warm
geworden?.

Anita roept bij 32,5 km dat ik langzamer moet gaan, ik zeg dat dat verdomme
niet gaat (niet in al te goed humeur), want ik zit helemaal vast in dit
ritme. Vervolgens krijg ik van haar te horen op niet mis te verstane wijze
te horen dat ik dat echt zal moeten doen. Dat hielp 🙂 en ik zet de vaart
omlaag. 40 km in 3:24:15 (51’47”).

De eerste marathon is voorbij, maar mijn benen doen al behoorlijk zeer. Ik
krijg een bij elke doorkomst van Anita een briefje met daarop dit keer de
tekst dat de snelheid nu beter is en dat ik ‘nog maar’ 1 1/3 marathon hoef
te lopen. Ik denk aan wandelen, maar daar komt Krijn weer meegelopen, dus
dat gaat niet. Hij zegt me dat ik de 100 km gewoon moet zien als 50 km
bergop en dan 50 km naar beneden. Ja, dat klinkt makkelijk, denk ik, maar
toch geeft het me moed. Maar op het meest saaie stuk van de route langs het
kanaal gebeurd het toch, ik begin te wandelen. Ik spreek met mezelf af dat
ik maximaal elke 2 km even mag wandelen. 50 km in 4:19:38 (55’23”).

De volgende 5 km gaat moeizaam, maar bij 54 km vind ik plotseling een mooi
ritme dat ik kan vasthouden tot 65 km. De 60 km passeer ik in 5:14:51
(55’13”). Als ik deze rondetijd klok, bal ik mijn vuist, want ik weet nu
dat ik het ga halen. Na 65 km beginnen de wandelpauzes weer. Opeens hoor ik
ik ‘Hallo Jeroen’ en daar komt onze Jan Vandendriessche voorbij met nummer
10. Hij lijkt gewoon een rondje in het park te lopen, zo makkelijk ziet het
er uit. Hij zal als beste ‘Beneluxer’ finishen in een fantastische tijd!!!
Ik passeer de 70 km in 6:10:39 (55’48”).

70 km tot 90 gaan wisselend goed en slecht. Twee keer spring ik van pijn een
gat in de lucht, als eerst de blaar op mijn rechter kleine teen en de ronde
erna zijn broertje op mijn linkervoet lek gaan. Wat een pijn!, maar na een
paar km bleek ik het niet meer te voelen. 80 en 90 km in 7:07:41 (57’02”)
en 8:05:06 (57’25”). Ik geloof niet meer dat ik onder de 9 uur kan komen,
want ik ben vrij kapot.

Als ik bij 500 meter bij Anita kom neemt ze 100 meter voor me een foto.
Verdomd daar loopt clubgenoot Jan, die 12 minuten op me voor had gelegen.

Dat was de prikkel die ik nodig had voor de laatste ronde. Ik begin harder
te lopen en ga hard voorbij hem, want hij kan zich als geen ander
vastbijten, dus ik moet meteen een gat slaan. Ik loop de volgende 2 km in 9
minuten en loop de eerste 5 km van deze laatste ronde in 25 minuten. Dan
moet ik toch even wandelen, maar kom snel weer aan het hardlopen. Hard gaat
het niet meer, maar ik kan zien dat ik onder de 9 uur kan komen. Langs de
laatste verzorgingszone en dan de laatste bocht. Eindtijd: 8:56:30
(51’24”). Yes, mijn droom is uitgekomen!!!

Nu voel ik echter alle pijn, ik zie dat mijn schoenen helemaal roodgekleurd
zijn aan de voorkant en strompel naar een stoel. Ik vraag om een cola en
iemand gaat op zoek en komt gelukkug terug met een blikje. Ik ontwijk de
rauwe haring, waar iemand met rondgaat (wordt dit echt gegeten na een 100
km??) en strompel door de hal naar Anita. Ik voel me beroerd, ik wil huilen
zo’n pijn heb ik, maar ik heb geen energie om te huilen. Anita helpt me in
een stoel, doet een trui om me heen en masseert mijn benen. Na 10 minuten
begin ik weer een beetje te leven. Jan komt ook aan gestrompeld (hij
finishte net na me). Anders en Brian komen voorbij in hun laatste ronde. Ze
zien er moe uit maar ze kunnen zich nog makkelijk kwalificeren voor de
Spartathlon. Dat zullen ze ook halen.

Ik zal daar echter niet aan deelnemen, want 100 km is toch echt de grens.
Die wil ik daaraantegen nog wel eens proberen, want dit was fantastisch,
maar als ik na 30 km niet langzamer was gaan lopen, had het wel eens heel
anders kunnen lopen.

Na het douchen voel ik me weer heel wat beter, al zien mijn tenen er niet al
te best uit :-). Nog even de laatste lopers aanmoedigen. Jan Willem komt ook
weer langs; hij wandelt de hele 100 km (nou ja wandelt, dat gaat erg hard!),
maar komt lang voor de deadline binnen (maar hij mag zelf zijn tijd
vertellen).

In april ’99 liep ik Hamburg marathon en liep voor het eerst onder de 3 uur.
Dat was zo fantastisch, dat ik dacht nooit meer zoiets mee te maken. Maar
Winschoten was mooier, want al dat publiek, de sfeer, de landenteams in
combinatie met de zwaarte maakt het iets heel speciaals. Complimenten ook
voor de organisatie, want de wedstrijd was goed georganiseerd op een enkel
minpuntje na (het was lang zoeken naar de plaats waar je je kledingzak kon
leggen).

Groet,

Jeroen Wigard

{run-start.jpg}