“Temperaturen rond het vriespunt, sneeuwbuien en een stevige wind.” Zo luidt de weinig bemoedigende weersvoorspelling zaterdagmorgen 11 maart. Ik had gerekend op een temperatuur rond de 10 graden om eindelijk een aanval te kunnen wagen op mijn PR in een 6-urenloop (70.4km). Een PR dat trouwens al dateert van tijdens mijn debuut in de ultra in mei 2003 (Breda) nu al bijna drie jaar geleden. Sindsdien heb ik die mooie prestatie nog niet kunnen bevestigen.
In 2004 gestart in 6-uren DTS, maar na 43km opgegeven omwille van een verrekking in de hamstrings opgelopen tijdens de Crêtes de Spa een week eerder. Enkele maanden later opgave na 50km in de Nacht van Vlaanderen omwille van blessures opgelopen in een valpartij met de mountainbike een week eerder.
De afgelopen week heb ik dus angstvallig heuvels en mountainbikes gemeden. En toch lijkt een onbezorgde start me weer niet gegund. Twee weken geleden heb ik tijdens een duurloop plots last gekregen van pijn aan de voet. Een week rust deed de pijn verdwijnen, maar dinsdag tijdens een korter rustig loopje kwam de pijn terug. Afwachten dus wat dit wordt tijdens de lange beproeving die me vandaag wacht.
Omwille van de aangekondigde sneeuwbuien ben ik goed op tijd vertrokken. Gelukkig, want vlakbij mijn eindbestemming mis ik het bordje DTS en rijd een heel eind verkeerd. Rond kwart over negen arriveer ik. Nog ruim op tijd om mijn tafeltje met drank te plaatsen. Wel niet ná de brug waar ik het wilde plaatsen maar vóór de brug. De wind waait na de brug namelijk zo hevig dat mijn flesjes niet blijven staan. Dat belooft voor het lopen.
De inschrijving neemt slechts enkele seconden in beslag. De organisatie is hier net als de vorige keer weer onberispelijk. In de kleedkamer de traditionele vragen bij weer als dit: Ben ik wel warm genoeg gekleed, wat kan ik uittrekken als de zon er toch door komt, … Vermits ik niet zo’n handig gordeltje heb om mijn borstnummer aan te bevestigen, hang ik mijn nummer op mijn broek. Heb ik ineens een extra windstopper.
Als we met een dertigtal lopers klaar staan voor de start is het berekoud. Echt zorgen maak ik me daar niet over. Ik zal me wel warm lopen. De wind is wat anders. Zeker in de tweede helft van de wedstrijd als de krachten beginnen af te nemen kan die een zware dobber worden.
10 uur. Daar gaan we dan: 25 mannen en vier vrouwen die 6 uur lang de wind, koude en sneeuwbuien gaan trotseren.
Ik sluit me aan bij Wim Epskamp en Tom Hendriks, twee gerenommeerde lopers in het ultrawereldje. Even later sluit ook Cees Verhagen zich bij ons aan. Het is ook absoluut geen weer om in je eentje te lopen. Een babbel zorgt voor wat afleiding en in de stukken met de wind op kop kan er afwisselend aan de leiding gelopen worden. Die wind is trouwens erg strak na de brug en in het hobbelige stuk met de betonklinkers. Het verschil met de strook naar de aankomst toe is enorm. Daar zweef je als het ware met de wind in de rug.
We houden er een mooi tempo op na van ongeveer 12.5km per uur. Perfekt voor mijn einddoel ergens tussen de 75 en 78km.
Door de kou moet ik evenwel na een uur al stoppen om te plassen. Daardoor ben ik op achtervolgen aangewezen om mijn plaats in de kopgroep weer in te nemen. Hetzelfde herhaalt zich na twee uur. Op dat ogenblik hebben ook Tom en Cees wat terrein verloren tengevolge van een plaspauze. Ik heb iets meer dan een ronde nodig om terug bij Wim aan te sluiten. Bij Tom en Cees loopt het vandaag niet lekker en zij besluiten wijselijk, met het oog op de 24urenloop in Stein, er na een tijdje de brui aan te geven. Wim heeft ondertussen het tempo opgetrokken tot 13km per uur. Het tempo dat ik in deze fase van de wedstrijd wilde lopen. Uitstekend dus. Ondertussen kunnen we ook wat informatie uitwisselen. Hij blijkt namelijk al enkele keren deelgenomen te hebben aan de Swiss Alpine Marathon in Davos, een wedstrijd waaraan ik deze zomer wil deelnemen. Altijd nuttig om wat informatie uit de eerste hand te hebben voor zo’n wedstrijd.
Na 3u45 is het dan zover: ik moet mijn derde plaspauze inlassen. Bij deze derde stop doet de snijdende wind zoals te verwachten mijn spieren ter plekke verstijven. Het gevolg laat zich raden: ik geraak niet meer in een vlot ritme. Mijn spieren willen gewoon niet meer mee. Ik moet de ene wandelpauze na de andere inlassen. Mijn drankflesjes zijn ondertussen ook van mijn tafel gewaaid. Ik trek wat tijd uit om van schoenen te wisselen en mijn flesjes weer op te rapen. Maar ook de schoenenwissel brengt geen verbetering. Het is zo erg dat ik na 58km besluit om op te geven en gewoon nog twee ronden te stappen om de 60km te halen. Een verbetering van mijn persoonlijk record moet nog wel haalbaar zijn, maar vermits ‘willen kunnen is’ en ik op dat ogenblik niet meer wil, gaat het niet. Bij het stappen krijg ik het door de zoveelste door een wilde wind voortgejaagde sneeuwbui echter zo koud dat ik weer moet beginnen lopen om niet te bevriezen. Tegen alle verwachting in kom ik ineens terug in mijn ritme. Een verbetering van mijn persoonlijk record (70.4km) is nog altijd vlot haalbaar. Ik wil weer, dus kan het. Na een tijdje begint het zelfs zo vlot te lopen dat 72km en uiteindelijk 73km nog te doen lijken. Het wordt uiteindelijk 72.906km. Heel wat minder dan ik gehoopt had, maar gezien de omstandigheden en mijn besluit onderweg om op te geven toch nog een mooi en vooral onverwacht resultaat. Ik behaal hiermee vlot de tweede plaats met, alweer onverwacht, zelfs een beker en mooie bloementuil.
Ik behaalde in deze loop weer een overwinning op mezelf, hoewel dit keer de aanzet ertoe niet uit mijn hoofd maar uit mijn lichaam kwam: ik moest lopen omwille van de koude, ik kon het, ik wilde het weer.
Ongeveer 75% van de deelnemers beëindigde trouwens deze loop ondanks de slechte weersomstandigheden. Een taaie bende. Een mooi eerbetoon ook voor de organisatoren van deze laatste DTS-ultraloop. Op organisatorisch vlak was het af. Zo kreeg iedereen na afloop nog een oorkonde met daarop zijn of haar gelopen afstand.
Voor de organisatoren: nogmaals proficiat en bedankt!
Hopelijk begint het ook bij hen snel weer te kriebelen en komen ze vroeg of laat terug op hun beslissing om geen ultraloop meer te organiseren.
Ik zal er dan, bij leven en welzijn, in ieder geval bij zijn.
Gert Mertens