Vier dagen genieten in Translorraine

Wouter Hamelinck wint.

Van 6 tot 9 april ging in het uiterste Zuiden van België de Translorraine door. Dit is een etappewedstrijd van 4 dagen over een totale afstand van 145km.

{u}{b}Waar zijn de sterke mannen? {eu}{eb}
De eerste etappe is meteen de kortste: amper 28,9km. We vertrekken aan het stadhuis van Virton om direct het centrum uit te lopen en wat natuur op te zoeken. Na een beetje positie zoeken loop ik als vijfde. Een eindje voor mij uit loopt een viertal waarin de lange gestalte van Sylvain, mijn Franse kamergenoot in de gîte, duidelijk herkenbaar is. De wedstrijd is nog maar een paar kilometer jong wanneer ik de belangrijkste les krijg. Bij een riviertje aangekomen begin ik de oever te volgen in de meest logische richting. Markeringen heb ik echt niet gezien. Al snel heb ik door dat plots niemand meer voor mij loopt en wat geroep achter mij bevestigt dat ik stomweg verkeerd ben gelopen. Een hele sliert lopers maakt rechtsomkeer. Ik prent alvast goed in mijn hoofd dat ik beter een klein beetje tijd verlies met markeringen te zoeken, dan veel tijd te verliezen door snel te willen zijn. Een heel eind teruggeslagen kom ik terug op het parcours. Geen zorgen maken, er zijn nog 140km over om de achterstand op te halen.
Rustig schuif ik terug naar voren op. Bénédict, de winnaar van vorig jaar en de lokale favoriet, laat me niet zomaar voorbij lopen en volgt in mijn spoor. Rond kilometer 10 horen we dat onze achterstand op Sylvain al 4 minuten bedraagt, terwijl een drietal anderhalve minuut voor ons uit loopt. Vier minuten? Dat is wel een gigantische voorsprong zo vroeg in de wedstrijd. Ofwel is die kerel ongelooflijk sterk, ofwel is hij zichzelf aan het opblazen. Halverwege de wedstrijd halen we het drietal bij in een heel steile afdaling. De daaropvolgende beklimming moeten ze al direct lossen.
Samen met Bénédict werk ik de rest van het parcours af. De hele tijd lopen we samen over de bospaden, heuvel op, heuvel af. De zeldzame stukken asfalt zijn niet eens zo erg: daar kan ik op de enthousiaste aanmoedigingen van de voltallige familie Lenaerts rekenen. Na dik twee uur bereik ik nog steeds samen met Bénédict de aankomst in Torgny. Sylvain heeft op het einde blijkbaar gas terug genomen en gaat ons in de eerste tussenstand met een kleine drie minuten vooraf. Het is me al duidelijk dat Sylvain een taaie klant zal worden voor de eindoverwinning. Bénédict leek me vandaag toch minder sterk dan mij.

{u}{b}Troeven op tafel{eu}{eb}
De traditie wil dat het klassement in deze tweede en met zijn 50,7km ook langste etappe zijn definitieve plooi krijgt. Iedereen weet dat de weg lang en lastig zal zijn. Voor iedereen is dat een goede reden om rustig te beginnen. De eerste kilometer worden we vrolijk vergezeld door de vier kleine Lenaertsjes. Daar in Limburg is de opvolging duidelijk verzekerd! We passeren in een uitgerekte groep de Franse grens, waar Sylvain grapt dat ik zonder paspoort niet door mag met mijn hoge taliban-gehalte. Een paar kilometer verder herhaalt het scenario van gisteren zich min of meer: Sylvain gaat er vandoor, ik volg op ruime afstand en Bénédict hangt nog wat verderop. Het eerste kwart van de wedstrijd is prachtig: doorheen bossen en langs een meer. De omgeving wordt een beetje op stemming gebracht door wat mistslierten. Na de boszone slingert het parcours zich via veldwegeltjes over de kale heuvels. Ondanks het goede uitzicht valt Sylvain al in geen velden of wegen meer te bekennen. Die moet al een gigantische voorsprong hebben. Als hij dat kan volhouden kan ik de eindoverwinning wel op mijn buik schrijven. Aangezien hij gisteren ook al snel startte beslis ik me niets van hem aan te trekken en bij de bevoorradingen ook niet te informeren naar tijdsverschillen. Ik gok erop dat ik door mijn eigen tempo te lopen, hem naar het einde toe wel zal bijhalen.
Aan het einde van de velden hebben we een schitterend uitzicht op Montmédy en zijn citadel. Maar voor we daarheen lopen, trekken we nog even een beboste heuvel over. Met de niet te onderschatten hoogteverschillen, de onregelmatige ondergrond en soms moeilijk zichtbare markeringen is opperste concentratie de hele tijd vereist. Zeker een stuk waar recent wat bomen gekapt werden moet met de nodige omzichtigheid gepasseerd worden. Na het spelen in het bos volgt een wat tegenvallende kilometer door Montmédy. Blijkbaar was deze niet te vermijden om naar de citadel te lopen. Aan de voet van de citadel krijg ik bij een bevoorrading te horen dat ik op kop loop. Hoezo? Ik ben toch tweede? Waar is Sylvain? Blijkbaar ergens verloren gelopen… Pas na de wedstrijd zou ik horen dat ik op dit punt reeds twintig kilometer aan de leiding liep en dat Sylvain nooit meer dan een paar tiental seconden voorsprong op mij had. Dat verandert mijn situatie natuurlijk helemaal.
Vol goede moed vat ik de steile klim naar de citadel aan. Aan de citadel moeten we een deurtje door, een donkere middeleeuwse gang volgen en wat stenen trapjes op. Dan kom ik terug in open lucht, steek de binnenplaats van de citadel over en maak een toertje over de omwalling. Schitterend! Wie dit parcours uitgevonden heeft verdient een standbeeld. Tijdens mijn toertje over de omwalling is van achtervolgers geen spoor te bekennen. Over tijdsverschillen heb ik absoluut geen informatie. Na de citadel zoeken we snel terug wat veldwegeltjes op. Een stukje bos, waar het pad versperd is door een vers gekapte boom, vraag om verloren te lopen. Ik moet goed uitkijken, zelfs gokken, maar na een pak twijfels kom ik toch opnieuw markeringen tegen. Wat verder passeer ik de marathonbevoorrading aan kilometer 42 in 3u07. Gezien het parcours is dat zeker niet slecht gelopen. De vermoeidheid begint natuurlijk door te wegen. Ik probeer het tempo goed vast te houden en slaag daar nog behoorlijk goed in ook. Na 3u45 loop ik als eerste over de aankomst in Villers-devant-Orval.
En dan begint het wachten… Waar zit de rest? Drie minuten wachten: niemand. Ik sta aan de leiding in de tussenstand. Vijf minuten wachten: niemand. Ik ga een douche nemen. Een kwartier wachten: niemand. Ik neem plaats op de massagetafel. Bijna 19 minuten wachten: Bénédict komt aan. Nog een paar minuten later: Sylvain komt aan. De volgende uren: de andere lopers komen soms strompelend, soms sprintend aan. In de tussenstand geeft me dat een riante koppositie. Bénédict staat tweede met een onwaarschijnlijk kleine voorsprong van één seconde op Sylvain.
En dan slaan de twijfels toe… Wat heb ik vandaag gedaan? Ofwel was ik erg sterk, ofwel was ik erg dwaas. De tijd zal het leren.

{u}{b}Ben ik wel hersteld? {eu}{eb}
De derde dag is de afstand terug een stuk korter: 31,4km. Nu ik zo ruim aan kop ga in de tussenstand, kan ik het me permitteren om af te wachten. Blijkbaar hangt bij iedereen de vermoeidheid nog wat in benen. In elk geval gaan de eerste kilometertjes aan een slentertempo. Op een steile klim vindt Sylvain het blijkbaar welletjes en demarreert. In het spoor van Bénédict volg ik op korte afstand. Erg veel voorsprong neemt Sylvain nooit. Tijdens een steile afdaling loop ik het gat snel even toe. Bénédict blijft achter. Samen proberen we de forcing te voeren, maar Bénédict toont zich bijzonder taai en laat ons nooit ver weglopen.
Het lopen over de rustige baantjes en bospaden is gewoon genieten. Steeds bergop en bergaf gaat het, meestal over onverharde wegen en boswegeltjes. Prachtig is het beeld van de indrukwekkende roofvogel die een paar tiental meter voor ons opstijgt en de boomtoppen opzoekt. Naast de omgeving moeten we natuurlijk af en toe eens aan de wedstrijd denken.
Tot aan de laatste bevoorrading, op een vijftal kilometer van de aankomst, verandert er weinig aan het wedstrijdbeeld. Bénédict blijft volgen op een paar tiental seconden. Na de bevoorrading even een kleine afdaling en dan splitst het pad. Geen markering te zien. Roepen om uitsluitsel naar de mensen aan de bevoorrading levert niets op. Zij weten het ook niet. Met Bénédict zo kort achter ons kunnen we niet blijven wachten. We wagen het er maar op al snel blijkt dat we goed gegokt hebben. Maar hoe ver is Bénédict nog? Noch Sylvain noch ik durven achterom kijken. Meer dan een tiental seconden kan het verschil niet zijn. Geprikkeld door het oponthoud dalen we in sneltreinvaart af langs het pad. De duur bevochten voorsprong willen we niet zomaar uit handen geven. De laatste kilometer is een steile klim die we als twee gekken bestormen. Na twee uur en een kwart lopen we gezamenlijk over de aankomststreep in Florenville. Terwijl we onze aankomst nog eens in scène zetten (organisator Christophe was te traag voor de finishfoto), komt Bénédict aan. Anderhalve minuut verliest hij in de tussenstand. Ik ben in elk geval blij dat de etappe van gisteren goed verteerd is.

{u}{b}Showtime{eu}{eb}
Mijn beentjes voelen nog steeds goed aan na drie wedstrijddagen. Ik heb wel zin om mijn overwinning een beetje meer glans te geven tijdens deze laatste etappe over 34 kilometertjes. Speciaal voor vandaag trek ik mijn “maillot jaune” (fluo dat het pijn doet aan de ogen) aan. De eerste kilometers wordt de wedstrijd geneutraliseerd om in groep Florenville veilig te doorkruisen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om het op deze zondagmorgen slapende dorp wakker te maken met een paar strijdliederen.
Van zodra de wedstrijd open is, houd ik er een stevig tempo op na. Ik ben benieuwd wie durft reageren. Blijkbaar is het antwoord niemand. Al gauw loop ik stevig aan de leiding, gevolgd door Sylvain en wat verderop Bénédict. Mijn plan is zo snel mogelijk te zorgen dat ik buiten zicht ben en dan het tempo te onderhouden. Dat valt lelijk tegen: de eerste helft van de wedstrijd lopen we hoofdzakelijk tussen velden en dan kan je vanop de heuvelruggen enorm ver kijken. Het lukt maar niet om een beslissende kloof te slaan.
Pas de tweede helft van de wedstrijd lopen we wat meer in de bossen. Ik profiteer ervan om mijn tempo nog wat op te trekken. Het parcours voert ons nu over een pad dat schitterend langs de helling van een klein valleitje slingert. Hoofdzakelijk gaat het bergaf, maar af en toe breekt een nijdige klim het tempo. Aan kilometer 25 krijgen we een kilometertje asfalt voor de voeten geschoven. We worden een zacht klimmend baantje opgestuurd. Net voor ik terug het bos in draai zie ik achter mij, helemaal aan de voet van de helling, een achtervolgende gestalte zwoegen. Nu is het moment om een beslissende kloof te slaan. Ik storm het erg steile bospad op. Eens ik over de top ben, wacht enkel nog een lange afdaling naar de finish.
In volle vaart storm ik naar beneden. De bevoorrading aan kilometer dertig passeer ik netjes in 2 uur. Op het einde haal ik nog alle energie die na de vele kilometers in mijn beentjes zit, eruit. Na 2u13 lopen win ik ook de laatste etappe. Geen slechte tijd om een vierdaagse af te sluiten. Een dikke drie minuten na mij is het Bénédict die als tweede toekomt. Verliezer van de dag is Sylvain: geblesseerd moet hij het grootste deel van de wedstrijd stappen en strompelen. Vandaag verliest hij meer dan een uur wat hem in het eindklassement een podiumplaats kost.
Na de wedstrijd stapt iedereen, al dan niet met moeite, tevreden rond. Alle deelnemers zijn het erover eens dat we een schitterende vierdaagse achter de rug hebben. Op de organisatie en sfeer valt absoluut niets aan te merken. Het is een wedstrijd om zeker en vast nog eens te lopen. De enige opdracht die me nog rest is drie trofeeën: winnaar overall, winnaar in mijn categorie en jongste deelnemer (dat laatste win ik ook met ruime voorsprong); aan mijn rugzak te hangen. Geen eenvoudige opdracht. Erg discreet was het blijkbaar niet: nog nooit wensten in de trein zoveel wildvreemde mensen me proficiat. Een mooi weekend is achter de rug. Morgen terug aan het werk. En plannen maken voor volgende wedstrijden.

Wouter Hamelinck
http://www.wouterhamelinck.tk/