Eigenlijk zei ik het wat gekscherend tegen mijn vrouw: “wat denk je, een marathon in Cardiff?” Tot mijn verbazing zei ze zonder enige aarzeling: “Ja!, en dan maken we er een lekker weekendje uit van!” En zo stond dus de marathon van Cardiff ineens in mijn schema. Zaterdagochtend zijn we vanaf Schiphol naar Cardiff gevlogen. Dankzij het uur tijdsverschil hadden we de hele dag nog voor ons. De spullen in het hotel gebracht en een dagje door Cardiff geslenterd. Hoewel er zo’n 300 duizend mensen schijnen te wonen kwam het op mij niet over als een grote stad. Het is ooit groot geworden door de kolenhandel die vanuit de haven werd verscheept. De binnenstad wordt gedomineerd door het grote rugbystadion, The Millennium Stadion, en het Cardiff Castle. Beide gebouwen spelen een grote rol in de marathon. Het ophalen van de startnummers was voor de buitenlandse lopers in het Millennium Stadion. Daar kon je ook je kledingtas achterlaten, gewoon op een stoel in het stadion.
De start van de halve en de hele marathon was zondagochtend in één van de hoofdstraten, St Mary Street. 1275 lopers voor de hele en bijna 6000 voor de halve stonden opgesteld achter de wheelers. Na de start van de wheelers kwam er achter het looppeloton een ambulance met gillende sirene aangereden. De menigte week uiteen als ooit de Rode Zee deed. Halverwege de straat sloeg de ambulance af naar het Millennium Stadion. De massa schoof weer ineen en het startschot klonk. De route voer eerst naar het havengebied, Cardiff Bay, waar duidelijk geïnvesteerd wordt om er een uitgaanscentrum van te maken. Je kan daar overheerlijk eten. De baai wordt grotendeels afgesloten door een dam. Aan het eind van de dam, voor de brug was een keerpunt, een scherpe draai en dan terug naar Cardiff centrum. Een leuk gezicht, aan de ene kant van de dam een eindeloze rij lopers en aan de andere kant het zelfde. Ik was met mijn hartslagmeter om weggegaan om mijzelf een beetje in toom te houden. Meestal betekent voor mij een hartslag van rond de 140 een tempo van vijf minuten per kilometer. In Wales heb je niet veel aan tijden per kilometer, alles wordt aangeduid in mijlen. Maar 5 minuten per kilometer komt overeen met acht minuten per mijl. Dat maakt het wel net zo makkelijk. Op een enkele mijl na gingen ze allemaal gemakkelijk binnen de acht minuten. Terug in de stad werd een dubbele lus gelopen in het park bij de River Taff. Een lus aan de ene kant van de rivier en eentje aan de andere kant. Tijdens de tweede lus heb ik uitgebreid lopen praten met een Welshman die mijn loopstijl “superb” vond. Altijd aardig zulke opmerkingen tijdens het lopen. Ik kreeg een verhaal over zijn tante in Den Haag die met ene Fred getrouwd was, al veertig jaar. En daarna een hele verhandeling over het Welsh, de nationale taal. En dat maakt hardlopen zo universeel, lekker over lopen en andere zaken praten tijdens een rondje door een stad.
Aan het einde van de tweede lus ren je door de poort van het kasteel het kasteelterrein op. Het is een echt kasteel, met een prachtige muur en torens. Via de andere poort loop je direct het centrum weer in. Daar gingen de lopers en loopsters van de halve naar de finish en mochten de marathonlopers door voor de tweede ronde. Het halve marathonpunt was niet aangegeven (of ik heb het gemist) maar ik kwam daar ongeveer door in 1 uur 43, netjes op schema dus. Nu wil ik geen slaaf zijn van mijn hartslagmeter dus loop ik altijd het tweede deel zonder mij te bekommeren om mijn hartslag. Ik voelde mij kiplekker en ben iets gaan versnellen. Zonder de halve marathonlopers was het deelnemersveld aardig uitgedund. Op een stukje tegenwind op de dam bij de baai na gingen nog steeds de mijlen binnen de acht minuten. De koude wind bij de baai had wel wat spanning op mijn hamstrings gezet maar ik bleef mijn tempo goed vasthouden. Het tweede deel werd één grote inhaalrace, ik werd in de laatste 20 km door geen enkele andere loper voorbij gelopen. Die kick gaf wel vleugels. In het stadion klokte ik 3:25:14, een “negative split” dus van iets meer dan een halve minuut.
De organisatie schermt met het feit dat het een snelle marathon is. En dat was zeker zo. Daarbij was het goed georganiseerd en zijn de Welshmen erg aardig loopvolk. Cardiff mag misschien wel niet de mooiste stad zijn in het Verenigd Koninkrijk, als loper was het er echter goed vertoeven.
De 3:25 is mijn snelste buiten Rotterdam (3:12 in 2005 en 3:15 in 2006). Het was goed voor een 225ste plek van de 1275 gestarte lopers. Cardiff was mijn zesde marathon van dit jaar. Als alles heel blijft dan hoop ik volgende maand Kasterlee te lopen, en in december Spijkenisse en de Silvestermarathon in Meerssen.
Zo’n weekendje weg bevalt mij wel, binnenkort maar met mijn vrouw samen eens een blik werpen op de internationale loopkalender voor 2007. Dublin lijkt mij wat!
Mark de Boer
http://blijlopers.volkskrantblog.nl