Sommige marathon-verzamelaars willen op alle continenten lopen of ze willen alle marathons in Nederland op hun lijstje. ‘Ik kijk in de agenda wat er te doen is.’ Eigenlijk is het toeval dat hij zoveel marathons heeft gelopen. “Ik kies altijd voor de langste afstand”.
Epenaar Jan-Willem Dijkgraaf loopt alleen wedstrijden, hoofdzakelijk in het weekeinde. Trainen doet hij nooit. “Geen tijd.” Daarvoor is hij te druk met zijn tweede grote hobby: biljarten. En wat is het geheim om zoveel kilometers te lopen. “Gewoon doorgaan. We zien wel hoeveel marathons het worden”, klinkt het nonchalant. Hij is bijna nooit uitgestapt. “Alleen op 24 uurlopen één of twee keer”. Eten en drinken? “Misschien gebruik ik wel te weinig tijdens wedstrijden. Als ik zie wat andere lopers eten en drinken … Verder niets bijzonders. Gewone dingen. Wat de organisatie te bieden heeft, dat pak ik”.
{b}Geen rode kaart{eb}
Veel mensen spreken hem nog steeds aan als snelwandelaar. “Raar is dat. Dat doe ik al tien jaar niet meer. Je moet een voet aan de grond houden en de knie goed strekken. Ik vind snelwandelen nog steeds leuk, maar ik beheerste de techniek niet goed. Ik had geen zin meer om naar Rotterdam te rijden voor een 10 kilometer-wedstrijd en dan gediskwalificeerd te worden. In de marathon krijg je tenminste geen gele of rode kaarten’, grapt hij. Fietsen en wandelen doet Jan-Willem Dijkgraaf wel graag. Hij behoort tot de recorddeelnemers aan de Apeldoornse vierdaagse (37 keer)..
Jan-Willem Dijkgraaf is een bekend gezicht in het loperspeloton. Dat is niet zo vreemd, want zondag 3 december loopt hij in het Duitse Herten-Bertlich zijn 200’ste marathon. In deze plaats in de buurt van Gelsenkirchen is hij al 13 keer gefinisht. In Nederland is de Midwintermarathon in Apeldoorn met 11 noteringen de koploper in de imposante carriere. In Apeldoorn is het ook allemaal begonnen in 1993. In Nederland zijn het tot dusverre 121 marathons geworden; de andere keren liep hij de 42,2 kilometer elders in Europa. Een favoriete marathon noemt hij niet. ‘Waar ik het meeste gelopen heb, denk ik”.
{b}“Te veel carnaval”{eb}
Dijkgraaf mijdt de grote, massaal bezochte loopevenementen. In de Rotterdam-marathon is hij maar zelden gestart. In de New York City Marathon zul je hem niet aan de start zien staan. Te duur en “te veel carnaval” vindt de Epenaar dat. In de grote Berlijn-marathon voelde de loopliefhebber zich absoluut niet thuis. Nee, hij kiest liever voor een kleine marathon in een aantrekkelijk landschap. ‘The lonely wolf’ gaat zijn eigen weg.
Langer lopen als de klassieke 42,2 kilometer? Ja, dat doet de 53-jarige atleet van AV Cialfo uit Epe ook. Hij heeft inmiddels 135 zogenaamde ultramarathons op zijn naam staan.
Op de 24 uur-loop heeft hij zijn grootste succes behaald. Hij won twee keer zilver op de Nederlandse kampioenschappen bij de masters-40. De eerste keer was dat in 1995 in Apeldoorn met 191 km. en 987 mtr. en de tweede keer in Uden in 2000 met 185 km. en 297 mtr.
De loper is tevens lid van de Duitse 100 marathon-club. In het kleine wereldje van ultralopers kent men elkaar, maar Dijkgraaf weet niet hoeveel mensen in Nederland ook 200 marathons op zijn/haar naam hebben. ‘Sommigen tellen ook ultramarathons mee, maar dat doe ik niet. Een marathon is een marathon. In Nederland zijn er schat ik een stuk of tien lopers die 200 marathons hebben gedaan. Maar eerlijk gezegd heb ik geen flauw idee’.
{b}Gemiddeld onder 4 uur{eb}
Persoonlijke records zal Jan-Willem Dijkgraaf niet meer vestigen. Door een hardnekkige hielspoorblessure zijn de laatste jaren de prestaties minder geworden. Zijn snelste marathon ging in 3.14 u. en de langzaamste in 5.12 u., zo heeft hij in zijn looparchief opgezocht. ‘Het gemiddelde zal nog wel onder de 4 uur liggen, maar ik doe nu langer over een marathon als vroeger. Maar als ik een goede dag heb, kom ik nog steeds onder de 4 uur. Het maakt natuurlijk ook heel veel uit wat voor parkoers je hebt en of het weer goed is. In de sneeuw en in de modder in de heuvels van het Sauerland loop je geen snelle tijd !’.
Dit jaar is zijn snelste tijd op de marathon 3.49 u., gerealiseerd in het Belgische Kasterlee. Met zijn ogenschijnlijke nonchalance zegt hij: “Ik start gewoon en dan zie ik wel wat voor tijd het wordt.” Toch kiest de ultraloper zijn momenten. Als hij voelt dat het een goede dag wordt, doet hij echt wel zijn best voor een fraaie, persoonlijke eindtijd. De klok is belangrijk, ook al zeggen veel lopers dat ze niet naar de gerealiseerde chrono kijken. ‘Nou ja, eh, … de eerste helft van de marathon in 1.45 u. en de tweede helft in 2.00 u. ; dat is toch wel mooi’.
{b}Niveau vasthouden{eb}
Hij vindt zelf twee prestaties op de ultra-afstanden eruit springen. Op de baan in Uden liep hij in 1997 188 km. en 689 mtr. In 1998 werd in de 6 uur van Stein 68 km. en 679 mtr. afgelegd. Ja, al die prestaties zijn clubrecords bij atletiekvereniging Cialfo in Epe, lacht hij. Dijkgraaf weet natuurlijk dat niet veel lopers zich aan superlange afstanden zullen wagen. ‘Je hoort wel eens dat mensen plannen hebben, maar meestal doen ze het niet’. Voor hem is het een uitdaging om zijn niveau vast te houden of om in een vijfjarenklasse van de masters goed te presteren.
In de maand december zal hij in ieder geval nog een marathon lopen in het Duitse Aegidiënberg: nummer 201. Op woensdag 27 december staat een 6 uurloop in Heerde op de baan op het programma. ‘Ik wil in ieder geval 55 kilometer halen, misschien zelfs 60 kilometer. Het is wel een mooi doel voor de komende tijd: 150 ultramarathons lopen’, stelt Dijkgraaf. En … marathons natuurlijk. De loop- en biljartavonturen van de Epenaar worden wekelijks bijgehouden op zijn weblog: www.jan42195.web-log.nl