DE ZUIDERZEE MARATHON MOET JE GELOPEN HEBBEN

Vincent Schoenmakers loopt terug zonder problemen.

Vorig jaar waren sneeuwbuien de boosdoener. Ik had ingeschreven maar de weersomstandigheden waren van dien aard dat een autorit van 175 km × 2 onverantwoord zou zijn. Deze keer zal het korte broeken weer worden. Na de 100 km in Deventer en de week daarvoor 50 km in Bottrop te hebben moeten afmelden wegens weer eens achillespees perikelen, kan ik vandaag weer op wedstrijdniveau meedoen. Vorige week heb ik dan wel het ‘Rondje Guus’ gedaan maar dat is geen marathonafstand en een groepsloop.

Jos en ik zorgen er altijd voor ruimschoots op tijd aanwezig te zijn, immers tijdens de wedstrijd ben je geconcentreerd bezig en het gezellige bijpraten doe je dan ervoor en erna. Math is er ook weer bij. Hij heeft van de gewonnen 100 in Deventer niks geleden, zegt hij, en is nog wel enkele weken daarvoor als beste Nederlander op de 100 in Korea een prima prestatie neergezet. Limburg is nog meer vertegenwoordigd. Hein Bodelier is erbij, die ook in Deventer een goede prestatie leverde door nog net binnen de scherpe limiet van 11 uur te finishen. Verder ook vele Belgen zoals Leo Pardaens die in mijn categorie nog tijden van 3.08 weet neer te zetten.

Omdat het een punt tot punt marathon is worden we met bussen naar de startplaats gebracht. Dat is deze keer in Nagele. Ik sta niet relaxt aan de start. Sinds de duikeling van vorige week in het ‘Rondje Guus’ ben ik deze week zo af en toe wat duizelig geweest en heb een ietwat zweverig gevoel. Gelopen heb ik deze week niet, dus wordt het spannend vandaag. Ik loop de Zuiderzee voor de 3e keer en omdat het de laatste wedstrijd is in het Marathon en Ultracircuit wil ik er zeker bij zijn. Heb me wel heel rationeel voorgenomen te stoppen als er zich problemen voordoen. Een Belg spreekt me aan. ‘Met jou heb ik 2003 mijn eerste marathon gelopen en dat was ook hier. Ik ben Jan Blues uit Hasselt. Weet je nog dat ik na 35 km overmoedig ging versnellen en jij me nog voorbij ging. Lopen we vandaag weer samen, gezellig!’. ‘Nee, vandaag ben ik blij als ik hem uitloop, al wordt het 4.30, ik ben vorige week gevallen’. Jammer, maar ik snap het, succes’.

Het waait erg hard, windkracht 7, hoor ik iemand zeggen. De eerste 4 km waait de wind in de flanken. Hierna beukt hij loodrecht op de kop. Adrie v Dijk komt bij me lopen. ‘Spaar maar wat voor straks want dan wordt je kilometers lang gesloopt vanwege de polders die geen windbescherming bieden. We komen langs de dijk die eindelijk verlichting brengt. Ben Mol en Ineke Scheffer komen bij ons lopen. Omdat ik gezien mijn voorgenomen besluit tot rustig lopen, wat vaart minder, liggen ze wat op mij voor. Ik passeer 2 jonge mannen die elkaar ‘moed’ inspreken. ‘We liggen op schema, maar jij wilt altijd sneller’. ‘Nee’, zegt de ander, ‘jij weet niet wat krachten verdelen is. Wil je straks de bezemwagen in?’. ‘Mannen, nog 30 km. Niet te veel kletsen, dat kost alleen maar kracht’, zeg ik heel serieus, maar lach in mijn vuistje. Ik kan weer bij Ben en Ineke aansluiten. Adrie is gedemarreerd. Na de Ramspolbrug weer de sterke kopwind. Ik zeg tegen Ben en Ineke dat ze me niet kwalijk moeten nemen dat ik geen kopwerk verricht, want dat ik al moeite genoeg met mezelf heb en dat ze enorm helpen als ik in hun kielzog kan blijven lopen. ‘Ultralopers onder elkaar helpen altijd. Een volgende keer help jij als het nodig is’, zeggen ze. Tot het halve marathon punt (2.03) beukt de wind vol op het lijf. Wat een genot als de wind ons vooruitduwt. Ik heb de neiging sneller te gaan, maar realiseer me dat de ervarenheid van mijn koplopers om een vlakke race te lopen veel verstandiger is.

De verzorgingsposten zijn uitermate ruim bevoorraad. Als ik enkele meters wandel om te drinken krijg ik het zweverige gevoel terug, niet als ik loop. Prima toch. Ik vind dit een bijzondere loop door al die polders met meestal boerderijen die een eind van de weg afliggen. Langs het Zwarte Water komen we weer in de bewoonde wereld. Je ziet op afstand de skyline van Zwolle met zijn keurige huizenrijen. Heel wat anders dat de leegte van de polder. Tussen de 30 en 35 km tot zeker het 40 km punt krijgen we weer de wind van voren. Ik zeg tegen mijn koplopers: ‘bedankt, jullie hebben me echt geholpen. Het laatste stukje wil ik het wel overnemen’, waarop Ben gevat zegt, ‘je had zeker al gezien dat we na die bocht de wind van achteren hebben’. We versnellen en gaan de brug over. Ik lig op kop. Er ligt een diepe plas. Ik loop er via het grasveld omheen. Ben loopt rechtdoor en ligt op kop. Met een neuslengte voor, finisht Ben in dezelfde tijd als ik 4.04.08. Ineke volgt op enkele seconden. We hebben in een negatieve split gelopen van bijna een minuut, dankzij mijn ervaren hazen. Met deze tijd behaal ik toch nog de 3e plek in mijn categorie en ben er meer content mee dan mijn 20 minuten snellere marathon van vorige maand. Ik kan namelijk nog lopen zonder problemen waar ik me zo bang voor maakte. Een bijzondere prestatie levert de 18 jarige Joey Hendriks, zoon van Tom, die nu al 3.30 loopt. Nog even, dan hebben we straks eindelijk eens een senior die de M40 klasse kan verslaan.

Een mooier parcours dan het oorspronkelijke, hoor ik om me heen zeggen. Voor de organisatie is 1 ronde enorm arbeidsintensief. Bij alle kruispunten en oversteken staan verkeersregelaars. Dat kost een leger aan vrijwilligers. Dat hebben ze in Zwolle fantastisch voor elkaar gekregen. Ook over de originele herinnering is nagedacht. Bedankt namens allen.

Vincent Schoenmakers