Over de geboorte van De Zestig van Texel

Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) heeft een historische band met De Zestig van Texel. Zo valt af te leiden uit het voorwoord dat Martien Baars schreef.
Baars voor het programma

{i}Noot Martien Baars 15 juli 2004. Bij het componeren van mijn artikel over mijn afscheid als UN-redacteur, stuitte ik op dit artikel van 18 maart 2001. Toen wisten we nog niet dat een week later de MKZ-crisis de jubileum-editie van 16 april 2001 zou torpederen en zou doen uitstellen naar 21 oktober 2001. Onderstaande historie is natuurlijk niet veranderd en hopelijk nog steeds lezenswaardig. En Texel is nog steeds – al is dat maar eens in de 2 jaar – de Nederlandse ultraloop met de meeste Nederlanders: in 2003 waren dat er 197, van de 231 ultralopers in totaal die aan de start van 120 en 60 km stonden. Een paar feitjes zijn wel achterhaald: zo kreeg het NIOZ eind 2001 het predikaat ‘Koninklijk’, en hebben trouwe deelnemers Jaap Vis en Letteke Broekman (en 30 km loper Hans Joachim Girulat) inmiddels aan alle 7 edities meegedaan. Voor de ‘nieuwkomers’ naar Texel heb ik het epistel nu vastgemaakt aan de datum van het Texel-archief: 27 december 2005.{ei}

Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) heeft een historische band met De Zestig van Texel. Straks tijdens de zesde editie van De Zestig van Texel op tweede paasdag 2001 is het tien jaar geleden, tweede paasdag 1991, dat AV Texel de eerste editie van deze tweejaarlijkse wedstrijd organiseerde. Ons eerste tienjarig jubileum valt in het niet bij dat van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), dat dit jaar haar 125-jarig bestaan viert. In het programmablad staat meer over die lange historie van onze startplaats. Tijdens de veel kortere historie van De Zestig heeft de loop steeds voor de logistiek en uitvoering dankbaar gebruik kunnen maken van de faciliteiten van het NIOZ. Maar indirect is het NIOZ zelfs verantwoordelijk voor de geboorte van De Zestig!

Ondergetekende is zo bevoorrecht om sinds 1977 bij het NIOZ (zie ook http://www.nioz.nl) te werken en ging eind 1987 hardlopen als remedie voor overspannenheid. Een aantal tropenjaren – letterlijk en figuurlijk – door de Snellius-II Expeditie 1984-1985 met het Nederlandse schip Tyro in Indonesë, leidden tot wat tegenwoordig ‘burn-out’ heet. Het zwerven over strand en door bos en duin bleek allengs meer dan een therapie, het werd een verslaving. Helaas staken ook op dat terrein de ambities de kop op: na twee jaar ongekende vooruitgang van een in aanvang ongetraind lichaam lokte de voltooiing van een marathon als nieuwe uitdaging. Liefst op het eigen mooie eiland. Maar de langste loop alhier was de Halve Marathon De Waal, dus zo’n hele moest dan zelf georganiseerd worden. Het NIOZ had indertijd een directeur die het 100-jarig bestaan van de permanente behuizing – 1890 Den Helder – aan wilde grijpen voor een mooie feestweek. En voor mijn idee om daar ook een ‘NIOZ-marathon’ (met mijn eigen debuut) in te passen, was hij best te porren.

Maar directeur en feestweek verdwenen met de komst van zijn opvolger in één klap van het toneel. Bovendien vond AV Texel, met name in de persoon van ultraloper Jan Knippenberg, dat er al genoeg marathons in Nederland waren. Waarom niet een ultraloop van 60 km rond het eiland? Op de landelijke ultrakalender stond toen nog maar een handvol lopen: Apeldoorn 24 uur, Eemmeer 50 km, Den Haag 12 uur, Winschoten 100 km, Almere 24 uur en Schiphol 61 km. En het vroege voorjaar was leeg, dus suggereerde Simon Appel tweede paasdag, dan zijn de vrijwilligers ‘nog lekker fris’, voorafgaande aan het toeristenseizoen.

Daar kwam bij dat AV Texel al eens in 1985 een proefestafette van 4 maal 15 km rond het eiland had georganiseerd maar dat de uitbouw naar een reguliere estafetteloop nooit van de grond was gekomen. Dus werden al die ideeën gecombineerd tot een pakket wat nu nog steeds de kern van De Zestig vormt. Die eerste editie kende ook een 15 km solo en zelfs een marathon, maar in de evaluatie sneuvelden die nummers. En kwam de 120 km er bij, maar da’s een apart verhaal voor een andere keer. Ondertussen deed ik mijn marathon in het warme New York 1990, want het werd me al ras duidelijk dat organiseren en zelf ook meelopen lastig te combineren waren.

Tien jaar later telt de Nederlandse ultrakalender al ruim twintig evenementen per jaar, en is het ultralopen een binnen de KNAU breed geaccepteerde en geintegreerde discipline, compleet met Bondscoach Ultralang, en krijgen Nederlandse organisaties van internationale kampioenschappen 100 km en 24 uur alle steun. Bovendien hebben de ultralopers met UltraNed één van de drukst-bezochte websites in de Nedstat-categorie ‘hardlopen’ – met dank aan Oskar van Rijswijk en Allard Schmidt, die de site eind 1998 startten, en Tom Hendriks, de nieuwe provider/webmaster, & de UN-redactie.

Ondanks dit aan de weg timmeren is het Nederlandse ultrawereldje maar klein, per jaar doen er slechts zo’n 300 individuen aan ultramarathons in binnen– en buitenland mee. En Texel neemt daarin een bijzondere positie in: het is de ultraloop waar verreweg de meeste Nederlanders aan de start staan. In 1999 waren dat er in totaal maar liefst 147, terwijl de Zes Uur van Stein toen 61 Nederlanders telde en de 100 km Winschoten 43.

Wat bij die aantrekkingskracht van Texel vermoedelijk een grote rol speelt, is dat De Zestig maar eens in de twee jaar gehouden wordt, en de ‘loophonger’ naar ons schitterende parcours in die lange wachttijd aardig opbouwt. Ook komen veel lopers speciaal naar Texel om eens een keer ‘verder dan de marathon’ uit te proberen, geinspireerd door eerdere deelname aan de estafette of de 30 km, of lekker gemaakt door opgetogen Texel-verhalen van clubleden.

Tweejaarlijkse loopwedstrijden zijn in Nederland zeldzaam (de Marathon van Enschede was ooit om de twee jaar) maar bij de ultramarathons heeft Texel navolging gekregen. Deels om concurrentie om deelnemers met andere lopen te verminderen maar het is ook een prachtoplossing om organisaties ‘fris’ te houden (sprekend uit ervaring!). Inmiddels vormt De Zestig een tweeling met de Jan Knippenberg Memorial (paaszaterdag in de even jaren), en is er in de week tussen Kerst en Nieuwjaar nog zo’n duo, de Zes Uren van Epe & Heerde. Ook de Internationale 72 uur van Deventer, vorig jaar nieuw, wil om de twee jaar, en Uden 24 uur denkt na het EK succes van 2000 zelfs aan eens in de vier jaar.

Naast de ‘gekken’ die aan ultramarathons deelnemen heb je ook de ‘gekken’ die ultramarathons organiseren. Vaak is er overlap, zoals in het geval van Texel ene Jan Knippenberg die de beslissende zet gaf, de eerste edities voor veel publiciteit in het blad Runners zorgde, en zelf het lopen & organiseren van de 120 km trachtte te combineren.
De Zestig van Texel heeft het zich qua organisatie van begin af aan ook niet makkelijk gemaakt, gezien het programma met ‘voor elk wat wils’. Als we alleen de 60 km ultra zouden doen kan het veel simpeler: je geeft iedereen een route-beschrijving, zorgt dat ze zelf een verzorger op de fiets meenemen, brengt hun bagage naar de sporthal en klokt de binnenkomst op de wielerbaan. Maar ja, de estafette brengt de reuring (en leeft ook echt voor de sporters op het eiland zelf), de 120 km spreekt nationaal en internationaal tot aller verbeelding, en die 30 km’s kunnen er toch ook makkelijk bij.

Achter de schermen gaan er natuurlijk elke keer de nodige dingen mis – het vervelende is dat het elke twee jaar weer andere zaken zijn. Maar bij de deelnemers heeft Texel de reputatie opgebouwd van een ‘perfecte’ organisatie met zeer behulpzame vrijwilligers.
Het is niet alleen de dankbaarheid van de lopers maar ook de inzet en de betrokkenheid van die Texelaars, plus natuurlijk de vrijgevigheid van de lokale sponsors, die het groepje ‘Texelse gekken’ aan de gang houdt om ons mooie eiland elke twee jaar veel publiciteit in het loop-circuit van binnen- en buitenland te geven.

Trouwe deelnemers (zoals Jaap Vis en Letteke Broekman die nu al weer voor de 6e keer hebben ingeschreven) die de programma- en uitslagenbladen op een rijtje leggen, zullen merken dat het verloop in de bezetting van de organisatie verrassend klein is. Dat houdt niet in dat de regelneven nooit denken aan stoppen. Maar met een hoofdsponsor die met ons voor ‘onbepaalde tijd’ in zee is gegaan, wordt er door velen vanuit gegaan dat we er nog weer 10 jaar aan vastknopen. Wie weet? De 7e editie is gepland: 21 april 2003!

Tot ziens bij het genieten op 15/16 april 2001!

Martien Baars, PR De Zestig van Texel