Verslag van de etappeloop Salamanca – Porto van 30-10-2010 t/m 7-11-2010. Deelnemers: Lianne van Avesaath, Bram van der Bijl, Jos Broersen, Regina van Geene, Henk Geilen, Annemarie Hosli, Wim De Kwant, Kees Meeuwsen, Willem Mütze, Martin van Nieuwenhoven, Renske & Ernst Jan Vermeulen en ondergetekende.
In 2009 heb ik mijn eerste ultraloop voltooid, de 6 uur van Stein. En sinds die tijd heb ik me iets meer verdiept in deze wondere wereld. Net als waarschijnlijk de meesten van jullie ben ik ooit begonnen met een 5 of 10 km loop en na een tijd gedacht om eens een marathon te lopen. Wat ik toen een dwaze afstand vond. De eerste marathon in Amsterdam gelopen in 2001 en vervolgens het aantal per jaar geleidelijk aan uitgebouwd tot wel 6-7 marathons per jaar. De absolute grens zo vond ik destijds. Van ultralopen had ik in de verre verte pas vernomen en ultralopers leken me trouwens ook vreemde lieden. De echte omslag kwam eigenlijk toen ik het asfalt steeds meer achter me liet en van de zachte ondergrond gebruik ging maken, heide, bos en weiland. De natuur in en puur genieten, over smalle paadjes lopen, trailrunnen heet dat tegenwoordig. Lopen zonder tijden. Niet de hektiek en drang bij de stadsmarathons spraken me langer aan, maar het door de natuur rennen en hobbelen en bij iedere stap genieten, ruiken, proeven en voelen van wat de omgeving te bieden heeft. Wat kan lopen dan mooi zijn.
In die beleving van het door de natuur lopen, kom je vroeg of laat als je in Nederland woont (of Duitsland/België) altijd in aanraking met de magische loopjes die Willem Mütze organiseert. Zo was ik al bekend met Limburgs Zwaarste die in mijn achtertuin wordt gehouden, maar voor de afwisseling was ik dit jaar met een paar vrienden vertrokken richting Berg en Dal om ook eens de Herfstloop van Willem te proeven. Een initiatief dat me veel meer opbracht, dan ik van te voren had verwacht. Met zijn vieren reden we die zaterdagmorgen begin oktober vroeg richting Nijmegen om op tijd aan de start te zijn. Onderweg in de auto was het gezellig en onderweg tijdens de loop was het ook genieten. Iets te snel van start gegaan, heb ik met Selim die ik nog kende van de Eifelsteig eerder dit jaar bijgepraat en uiteindelijk de finish bereikt in 7 uur en een kwartier. Niet echt moe, maar wel voldaan heb ik me afgemeld bij Willem. Willems schoonmoeder had er echt plezier in alle lopers persoonlijk te feliciteren. En toen kwam voor mij de grote verrassing …… Willem vroeg of ik over een paar weken zin en tijd had om mee te gaan naar Spanje-Portugal waar hij een loopje had georganiseerd. Er was iemand uitgevallen, vandaar. Natùùrlijk had ik zin, maar hoe moest het op het werk? thuis met het vriendinnetje? waren de afstanden niet te groot, de bergen niet te hoog, negen dagen achter elkaar niet te lang? Heel veel vragen, één antwoord was uiteindelijk maar mogelijk …….. dus werd het na enige aarzeling toch de koffers pakken. En daar sta je dan op een regenachtige morgen eind oktober op het vliegveld in Weeze tussen de elite van de Nederlandse ultralopers. Niet echt voorbereid, niet wetende wat me verder te wachten stond. Wat me wel direct opviel was dat bij de ultramannen de tendens is om met een kaal hoofd te verschijnen en bij de ultravrouwen kortgewiekt haar ook de voorkeur heeft, wat daar het belang van is, is me onduidelijk gebleven. In totaal was de groep groot 12 lopers en één verzorgster in de persoon van Annemarie, de vriendin van organisator Willem. Beiden waren een dag eerder al vertrokken richting Porto om daar een busje op te halen dat ons de gehele loopreis verder zou begeleiden.
Na de landing in Valladolid bleek het busvervoer naar Salamanca voor ons lopers net zo voorspoedig te verlopen als het busje dat Willem en Annemarie terug zouden rijden van Porto naar de startplaats. Niet dus. Uiteindelijk hebben we elkaar veel later dan gepland die avond toch nog gevonden op het Plaza Mayor in Salamanca alwaar naar traditioneel gebruik getoost werd op een goed verloop van de wedstrijd de komende negen dagen. De start de volgende ochtend om 9:00 uur vanaf dit plein zou moeten eindigen midden op de brug in Porto een kleine 450 km verderop. Acht dagen lopen met een gemiddelde van nog geen 50 km per dag en wat hoogtemetertjes erin had Willem me een paar avonden daarvoor bij mij thuis in Heerlen verteld. De dagafstanden werden uiteindelijk iets langer, maar werd me door ervaren deelnemers aangegeven dat dit normaal is bij Willems etappelopen. En die paar hoogtemeters moet je in zijn Willemiaans vertalen naar dagenlang op en af draven tot boven de 1.000m, maar dat wel weer, met prachtige afwisselende landschappen die de doorsnee toerist niet zal meemaken.
Je kunt in dit soort verslagen niet te positief zijn anders lijkt het al snel te ongeloofwaardig, dus laat ik het zo stellen “alles maar dan ook echt alles was uitgedacht, geregeld en tot in de puntjes verzorgd voor deze trip”. Ik heb georganiseerde vakantiereizen meegemaakt die hier veel van kunnen leren. De routes klopten grotendeels, uitgezonderd die stukken waar een plaatselijke boer had besloten de bestaande paden om te ploegen, of op die plek waar recent een Eucalyptus plantage was aangelegd, of waar door het seizoen gebonden de bramenstruiken iets hoger stonden dan op het moment dat de satelliet was overgevlogen en Willem zijn GPS puntjes had geplaatst. Naast de juistheid van de routes waren de te lopen stukken bijna zonder uitzondering bijzonder mooi qua landschap. Nu kun je zeggen dat het landschap in zijn algemeenheid in dit gebied mooi is, maar je kunt je ook afvragen hoe het mogelijk is om vanachter een beeldscherm in Heerlen de GPS-puntjes zo neer te zetten op het platteland van Spanje en Portugal dat je een continue aaneenschakeling krijgt van pittige bergpaadjes, struweeltjes, bosgebieden, bruggetjes, wijnranken, riviertjes, dorpspleintjes, kerkjes, weggetjes, afzichtelijke afdalingen (vraag het maar aan Henk), weilanden, natuurgebieden, steenformaties, struikgewas, een oude onbegaanbare spoorweg, etc. etc. ……………. okay waar is ook dat er stieren, slangen, muizen en honden, heel veel honden waren, die het af en toe nog iets uitdagender maakten. Maar ja we waren gekomen om te rennen en in die gevallen ren je gewoon iets harder. Maar ik blijf erbij het nog steeds ongelofelijk te vinden, dat je in de “middle of nowhere” van een door god verlaten gebied, waar je nooit bent geweest en waarschijnlijk ook nooit meer zal komen aan de hand van een horloge die continu aangeeft “links–rechts-rechtdoor”, uiteindelijk toch weer bij je hotel aankomt. Het blijft een warme gewaarwording.
Ik zou het verder in dit verslag ook gedetailleerder kunnen hebben over een aantal statistische gegevens, zoals het aantal afgelegde kilometers (meer als 450), de routes (schitterend), de hoogtemeters (heel veel), de plaatsen (hoofdzakelijk gehuchten met exotische namen) waar je voorbijkomt, maar ik wil een aantal indrukken aan mensen, omstandigheden en omgevingen naar boven halen. Naast de route en de organisatie zijn de deelnemers aan zo’n loop namelijk de meest bepalende succesfactor. Een enkeling was mij al bekend via een andere loopontmoeting. Ook hier weer bleek de perfectiezin van beide organisatoren. Zelfs bij de samenstelling van de groep denk ik is men bewust te werk gegaan. Diverse types en uiteenlopende karakters. Het paste als puzzelstukjes in elkaar. Het entertainment gehalte van de hele week zou een gemiddelde reality-tv show makkelijk naar de kroon kunnen steken. “Oh, Oh, Porto” of zo iets. Dus wellicht volgend jaar een filmploeg mee op pad, en het hele land kan mee genieten!
Laat ik de deelnemers eens even kort de revue passeren. Henk heeft in een eerste snelle oppervlakkige beschouwing veel meer weg van een mytisch figuur uit een of ander sprookje dan van een ultraloper pur sang. Groot, breed en enigszins krom in elkaar gestoken, is dit lijf amper in staat een normale trap omlaag te lopen, maar is eenmaal de versnelling in de juiste gang gezet dan loopt dit exemplaar moeiteloos in een tempo van 12-13 km per uur bergop en dat uren aaneen. Hoe het mogelijk is?! Die vraag wordt niet meer gesteld in de ultraloopwereld, alles wat loopt, dat telt.
Naar Regina heb ik besloten dient een eigen shuffle genoemd te worden, juist ja “de Regina shuffle”. Deze tengere pezige vrouw, met Aziatisch doorzettingsvermogen volgepropte DNA strengen, gaat op een wiegende en deinende wijze steeds door, niet snel maar ze blijft wel gaan. Samen met Regina heb ik gemerkt dat in Portugal in november de schemering heel kort duurt en de duisternis dus snel valt. We waren die dag nog niet aan het einde van onze etappe en liepen voordat we het wisten in een bosomgeving langs een weggetje in de volledige duisternis. Regina vroeg zich op dat moment hardop af, hoe hoog de criminaliteit wel zou zijn in Portugal. Gelukkig zijn we toch alle twee veilig aangekomen in het volgende dorpje waar de etappe voor die dag ten einde was.
Bram lijkt, net als die voormalig schaatser Bart Veldkamp dat ook had, te bezitten over een licht hupje in de bochten, maar dan heeft Bram dat wel op het rechte stuk, in de flauwe bocht, de scherpe bocht, bergop, bergaf, overal dus. Niet geheel soepel ogend, in de vroege morgen lijkend dat hij nog op gang moet komen, blijkt hij 8 uur later nog steeds op gang te moeten lijken komen. Maar het gaat gewoon wel aan een stuk door. Qua tempo de meest vlakke loper, zowel bergop als bergaf. Bram blijft gaan, soms ligt die een stuk achter je, en op andere momenten ligt hij weer mijlenver voor. Je hoort hem bijna niet, hij sluipt je geruisloos voorbij, totdat het etenstijd is dan zet ook Bram de versnelling een paar tandjes hoger.
Wim6, zoals Wim de Kwant, in dit gezelschap wordt genoemd, is eveneens een uniek exemplaar. Hij praat evenveel als hij loopt, vaak wisselt hij dat af, maar op grote delen van de dag doet hij beide activiteiten ook samen en dan bedoel ik intensief samen. Wim heeft in de loop van de week zijn blessure eruit gelopen en was in Porto weer helemaal de oude, eigenlijk zo te zeggen klaar voor de start. Zijn vriendin Cecile heeft er overigens voor gezorgd dat toen we aankwamen in Porto na acht dagen zwoegen alles op en top geregeld was voor de afsluitende marathon. Tja en als je dan 14 startnummers moet ophalen op de Expo en ieder startnummer gaat ook vergezeld van een fles port dan is dat ook weer een vorm van zwoegen.
Renske en Ernst-Jan zijn het hardstlopendste stel dat ik ken. Ze blijven altijd opgewekt en positief. Een instelling die thuishoort in een groep die zich 9 dagen uitslooft van ‘s morgenvroeg tot ‘s avonds laat om van A naar B te komen. Beiden bezitten naast hun opgewektheid ook over een enorm potentieel aan energie, hoewel ik Renske ervan verdenk, hoe zal ik het tactisch zeggen, net iets zuiniger te lopen dan Ernst Jan. Of laat Ernst Jan haar vanwege zijn galant zijn steeds voorop lopen? Wie zal het zeggen, ze “sjravelen” in ieder geval alle twee goed door.
Lianne had ik al snel door is geen getrainde ultraloopster, maar een natuurtalent. Dat zijn mensen die de marathon afstand gemakshalve overslaan en zich zonder veel moeite meteen voegen bij het lange afstandslopen en daarmee het zwoegen en het lijden van die zogenaamde getrainde ultralopers weer flink relativeren. Lianne hield zich naast het lopen bezig met het ondersteunen van Annemarie bij de verzorging. Ze had altijd aandacht voor iedere loper en keek hoe iemand ervoor stond. Dat deed ze zo devoot dat die aandacht of het nog goed met je ging ook doorklonk op momenten dat ze zelf hardliep.
Martin is volgens mij in principe de beste atleet van allemaal, een echte allround sporter, maar had mede, omdat hij dit jaar door omstandigheden minder had hardgelopen zijn mountainbike meegenomen. Martin heeft met Annemarie die in de bus reed, zonder twijfel de meeste kilometers gemaakt. En doordat Martin ons met zijn Garmin steeds even vooruit was, hebben wij lopers juist minder extra kilometers gemaakt. Hoe zo? Nou Martin maakte pijlen overal en verrassend, in het zand, op de weg, met takken en maiskolven, creatief met …. van alles en nog wat. En toch liep ik, hoe is het mogelijk bij een pijl van wel twee meter lang die op de grond netjes was gedrapeerd verkeerd. Het zal wel de flow geweest zijn, waarin je op een gegeven moment zit. In Porto heeft Martin zijn 100ste marathon voltooid!
Kees heeft een even simpele als complicerende kijk op het leven. Een man die van alle markten thuis is en weet dat dwarsliggen het nodige kan opleveren. Hoewel ik getracht heb Kees de eerste beginselen van de Limburgse taal bij te brengen (volgens hem een dialect, zo zie je maar dat ook Kees niet alles weet) vrees ik dat door de inspanningen tijdens het lopen en fotograferen (meer dan 1.000 foto’s) te weinig in zijn hersenpan is aangekomen om zich daar te nestelen zodat hij dat hij daar in de toekomst nog gebruik van zou kunnen maken. Van onze gesprekken heb ik genoten en ook geleerd. In ieder geval heeft (zonder gekheid) het Eco-lopen van Kees mij op het juiste spoor gezet en gehouden die lange week, zodat ook de laatste dagen nog energie over was om door te gaan. Ik heb geen moment overwogen het busje in te stappen. Eco lopen is een concept waarbij met minimaal kalorieverbruik maximale energie wordt geleverd. Het hele concept maakt op dit moment nog een ontwikkeling door en wordt door Kees en aan Kees gelieerde lopers, zelfs terwijl ik dit schrijf, verder ontwikkeld. Patent ligt uiteraard bij Kees, een handleiding zou binnen de kortste keren wel eens op de markt kunnen komen. Succes verzekerd.
Maar met toestemming van Kees kan ik de beginnende en/of geïnteresseerde Eco loper wel al een paar tips geven. Bergop kleine hardlooppasjes gebruiken, steiler bergop deze pasjes smoothly in wandelen laten overgaan. Bergop neem zoveel mogelijk de binnenbochten, tenminste als de weg niet te steil is en als de zon aan de betreffende wegzijde niet schijnt, in dat geval kun je beter de buitenbocht in de schaduw nemen, of je moet uiteraard van de zon extra energie krijgen, waardoor de binnenbocht juist weer te prefereren is. Maar let op aan het einde van de dag als de energie al tanende is, zelfs bij de geoefende Eco loper neem dan nooit de steile binnenbocht maar loop dan altijd de buitenbocht omdat een binnenbocht dan teveel kracht kost. Dit is los van hoe de zon staat, waarbij ervan uit gegaan wordt dat aan het einde van de dag sowieso de zon al lager staat, althans in Portugal. Loop je op andere breedtegraden dan kan de situatie uiteraard weer geheel anders zijn, raadpleeg in die gevallen de handleiding van het nog te verschijnen Eco lopers boek. Als in het peloton de woorden Eco-Eco klinken, is het verstandig zonder na te denken meteen over te gaan in een rustigere pas. Soms zijn er zelfs aanwijzingen te vinden op de weg, pijlen die naar links of rechts duiden, maar alleen de gevorderde Eco loper weet wat te doen met die aanwijzingen. Meer Eco nieuws volgt ongetwijfeld snel.
Jos is naast een ervaren ultraloper een bon vivant. Een vrolijke noot in het gezelschap die met zijn verassende en onorthodoxe kijk op de werkelijkheid iedere keer weer voor nieuwe discussie zorgt. Is er geen onderwerp voor een gesprek vraag het Jos hij heeft een onbeperkte voorraad aan gespreksonderwerpen. Een gesprek waar Jos aan deelneemt overigens, zal niet snel eindigen op een natuurlijke wijze, of er moet wat drank aan te pas komen.
Annemarie is de beste steun en toeverlaat die een loper zich kan wensen in zo’n week. Als je niet genoot van het landschap of de vriendelijke Portugese bevolking onderweg, kon je alleen al genieten door te denken aan waar de volgende verzorgingspost zou staan. Het oog was dan ook regelmatig gericht op een wit busje met oranje vlaggetjes. Vooral in de middag als je energie al flink opgebruikt was, kan zo’n boterham met worst en mosterd buitengewoon veel goed maken. Door steeds de plaatselijke supermarkten langs te gaan, kregen wij wat we nodig hadden. En ’s avonds na het diner kwam Annemarie voor de liefhebber ook nog eens langs met een fles Port, vandaar de naam van de loop zo neem ik aan “Port(o)loop”.
Willem is onverstoorbaar en ieder moment van de dag bezig met het op orde krijgen van de organisatie van zijn loop. Tijdens het rennen maar ook als wij lopers al op een oor liggen is hij nog samen met Annemarie de puntjes op de i aan het zetten van de dag die komen gaat en het analyseren van de dag die geweest is.
Voor mezelf geldt dat ik de eerste twee dagen lekker hard ben doorgelopen, hetgeen in de etappewereld bekend staat als een domme streek, omdat de kilometers die de dagen erna komen dan zwaarder gaan tellen. Henk kwam me al de eerste dag vertellen dat ik wel erg snel ging. Vanaf dag 3 heb ik dan ook gas terug genomen, zou dat al niet automatisch geschied zijn als gevolg van de vele bergjes die vanaf dat moment op het parcours lagen. Ik heb me erover verbaasd dat je lichaam vanaf de vierde dag zo’n beetje gewend begint te raken aan, eten-lopen-eten-slapen en dan iedere dag weer datzelfde regiem. Van pijntjes (uitgezonderd de knie, omdat de eerste twee dagen nog veel asfalt in de route zat), blaren en schuurplekken heb ik niet echt veel last gehad. Zelfs echte spierpijn is uitgebleven, maar dat wijt ik aan mijn wonderbroek (waarover dadelijk meer), hoewel de benen vermoeid raken doen de spieren niet echt pijn. En dat was zalig.
Ik heb ook gemerkt dat Willem als hij eenmaal bezig is bijna niet van ophouden weet, zelfs niet na een lange dag onderweg geweest te zijn. Het was al volledig donker we konden met zijn allen niet meer verder rennen en zaten op dat moment conform telefonische afspraak met Annemarie in het lokale dorpscafé tegenover de kerk langzaamaan de verbroedering aan te gaan met de “oude mannetjes” die over het hele platteland van Portugal systematisch lijken te zijn uitgestrooid, te wachten op het overbekende busje met het ons al bekende oranje vlaggetje. Volgens onze berekening zaten we zo’n 3-4 km van de finish, en dus ook van een lekkere warme douche. Willem heeft ons opgehaald en let op binnen de respectabele tijd van 55 minuten weten af te zetten bij het hotel. De pregnant vervelende vrouwenstem van de TomTom die tot drie keer toe zei linksaf werd door Willem weggehoond met “ik weet heus wel waar ik hier ben hoor”, en ja hoor zo zaten we al meteen op de autoweg richting Porto. Mijns inziens iets te voortvarend richting de finish. Deze fout is echt toe te rekenen aan de ruime subsidieregelingen van de EU, waardoor veel te veel wegen zijn aangelegd in dit deel van Portugal, zodat zelfs inheemsen hier de weg volledig dreigen kwijt te raken. Gelukkig wist Willem waar we zaten. Autoweg op, autoweg af, draaien keren en terugzetten op een rotonde, een afslag naar links en weer omgedraaid, een afslag naar rechts, vervolgens drie keer naar links en jawel hoor toen hoorde ik Willem na bijna 55 minuten de verlossende zin zeggen, “Zie je wel dat ik wist waar we zaten, daar is het hotel toch!”. Overigens heel lekker gegeten en geslapen in dat hotel!
En dan was er nog die dag die ons allen eeuwig zal bijblijven en ons nog verder liet relativeren. De meest bloederige dag van allemaal. De dag dat de jongens mannen werden. Berg op en af, rivieren doorwaden, hitte en andere kwellingen overleefd hebbend, kregen we deze dag twee deeletappes voorgeschoteld van alle twee ongeveer 30 km. Dat klonk ’s avonds aan het diner best wel redelijk, zeker omdat de morgenetappe vlak zou zijn en al helemaal zeker toen Annemarie aangaf dat we om 7:00 zouden starten, zodat we tenminste ’s avonds eens op tijd binnen zouden zijn en daarmee iets meer tijd kregen om te herstellen. Oh ja er was nog een klein aandachtspunt voor die dag, “zorg ervoor dat je de morgenetappe op tijd bent bij het treinstation van Pocinho” zo zei Annemarie, want die trein brengt ons gezamenlijk naar het startpunt van de middagetappe. En die treinen daar rijden niet zo vaak als bij ons. Nog een tweede weetje, de morgenetappe is wel vlak, maar let een beetje op want hij voert zo’n 20 km over een verlaten spoor, derhalve wordt dit stuk ook wel de “dwarsliggerroute” genoemd. Nou één waarheid was in ieder geval al heel snel duidelijk, het was heel erg verlaten op dat spoor. Zelfs het pad had ons op dit gedeelte verlaten. En over bilzen, soms half rottend en soms spekglad, over spoorstenen gelukkig nog helemaal intact, lopend verder te komen geeft zelfs de meest innovatieve trailschoenen met extra stevige vibram zooltjes de nodige problemen. En het grappige is dat onkruid op het moment dat er jaren niks aan gebeurd, een buitenproportionele omvang gaat aannemen. Je herkent de twee meter hoge en dichte struiken vaak niet meer. Voor de floradeskundige onder ons (en daar reken ik toch wel Kees toe) was deze trip dan ook meer dan de moeite waard. In dit gedeelte van Portugal weelt in ieder geval tierig de braamstruik. Ook deze plant levert in ongesnoeide en ongecultiveerde omgeving een prachtig dichte volle struik met mooi uitgegroeide doorns op. In het begin voel je deze natuurstekels nog door je vlees snijden, maar na een tijdje wen je ook daar aan. De begrijpende lezer heeft waarschijnlijk al gesnapt dat die trein in Pocinho weg was en dat gaf ons tijd om onze wonden niet te verzorgen maar te fotograferen voor het nageslacht. Want hoe zwaar deze deeletappe ook was te lopen, het levert in ieder geval stof op om in het bejaardentehuis nog eens over op te scheppen. De middagetappe was gelukkig weer standaard werk. Eerst 5 km klimmen over een weg die steeds slechter werd en in de broeierige zon is dat toch een stuk aangenamer dan door de stromende regen. Gelukkig kwam daarna ook een hobbelige afdaling. En op de een of andere manier heb ik het deze dag ook niet gered om voor de duisternis binnen te zijn. Gelukkig maar dat we zo vroeg gestart waren, hetgeen ervoor zorgde dat ik nog net op tijd was voor het diner.
Ik moet hier aan het einde van dit verslag toch nog even iets opmerkelijks kwijt. Deze zomer heb ik veel gelopen in de Alpen, 2 ½ week vakantie gehad waarbij ik bijna iedere dag een paar uur door het berglandschap heb “gestouffeld”. Maar buiten die vakantie om ben ik ook twee keer terug gegaan naar de Alpen om deel te nemen aan zware trails. De Bergmarathon “Rund um den Traunsee” (70 km met 4.500 hm, 14 uur gelopen of moet ik zeggen berggeklommen en nog niet gefinished) en de Panorama Ultra Trail in de Allgäu (69 km met 3.000 hm, ruim 11 ½ uur gelopen). Daar heb ik contact gekregen met Axel Reusch organisator van deze trail en eigenaar van een ultrarunning winkel (http://www.allgaeu-panorama-marathon-shop.de/ ). Die heeft me de nieuwste compressiebroek verkocht (Duits fabrikaat CEP), en die broek heb ik na iedere etappe in de Port(o)loop een paar uur aangetrokken (meestal tijdens het diner), en volgens mij heb ik daardoor geen enkele spierpijn gehad de afgelopen negen dagen. Het klinkt ongeloofwaardig maar is toch echt het uitproberen waard.
Willem en Annemarie heel hartelijk dank voor de perfecte organisatie en dat ik werd uitgenodigd door jullie om aan dit avontuur te mogen deelnemen. Het was me een waar genoegen. Je kunt me altijd weer bellen! En aan mijn collega-lopers wil ik ook mijn hartelijke dank uitspreken voor het goede gezelschap dat minstens zo belangrijk is geweest als alle andere ingrediënten. En tot snel weer een keer ergens ….. hardlopend!
Groet Wim Reumkens
Voor de foto’s van Wim Reumkens, Regina van Geene, Annemarie Hosli en Willem Mütze, zie de site van Willem Mütze http://www.funrunner-heerlen.nl/funrunnerlopen/pagina104.html