Ditjes en datjes van Anton

Over luxe problemen en andere problemen.

{b}Luxe probleem{eb}
Komende zondag is het weer zover: weer een zes uur ultramarathon. Het aantal inschrijvingen zouden we in eerste instantie limiteren tot een maximum van zeventig. Na de bevindingen van Texel hebben we het touw wat verder laten vieren en zijn naar tachtig gegaan. Maar de aanmeldingen blijven binnen komen. Daar komt bij dat veel lopers graag punten willen halen voor de marathon en ultracup. Weigeren van inschrijvingen heeft dan als extra gevolg dat ze punten mislopen voor deze cup. Strikt de hand houden zal op de langere duur het probleem niet oplossen. Men schrijft gewoon vroeger in, waardoor de inschrijving vroeger dicht gaat. Het is duidelijk dat we, ondanks dat er negen zes uur lopen op de Nederlandse kalender van 2001 staan, een tekort aan startgelegenheid hebben voor de zes uur loop.

Voor zondag krijgen de rondetellers het dus weer druk. Je mag wel stellen dat er weer op het puntje van de tenen gelopen moet worden (spreekwoordelijk dan) door de rondetellers. Het zal dus weer een welhaast onmogelijke klus worden om op de dag zelf een foutloze uitslag te kunnen produceren. In de week na de loop gaan we echter weer met de handmatige back-up bij de hand alles weer zorgvuldig controleren. Van Texel hebben we geleerd dat we vrijwel in alle gevallen tot de juiste definitieve afstand kunnen komen; sterker nog in Texel hadden we geen enkel twijfelgeval.

Tijdens de loop en tijdens het opmeten van restmeters kunnen we al de doorkomsten controleren van de mensen die aanspraak maken op een prijs. Bovendien heeft de atleet zelf ook de gelegenheid tot protesteren.

{b}België en Luxemburg{EB}
Breda trekt ook weer aardig wat Belgische atleten. Niet verwonderlijk gezien de geografische ligging. Maar België was zo’n jaar of zeven acht geleden ons voorbeeld om in te zetten op de zes uur loop als brug tussen de marathon en de 100 kilometer. Vanuit het Belgische voorbeeld wisten we dat dit een goede formule was. Inmiddels is duidelijk dat het ook werkt voor Nederland. Maar België is bijna al haar zes uur lopen kwijt. Gelukkig groeit de belangstelling weer voor de wedstrijd in La Louvière, maar Geel, Gistel, Zolder zijn allemaal namen die verloren zijn gegaan voor de zes uur. In Zolder is daar een goede 50 kilometer voor in de plaats gekomen.
Onlangs gingen we eens kijken of Bad Mondorf in Luxemburg misschien een optie was om mee te praten voor een zes uur loop. Maar al snel werd duidelijk dat je van daaruit niet mag verwachten dat men aan de standaards van de IAAF/IAU zal voldoen. Goede rondetelling, dat wel, maar geen officieel gemeten parcours, geen standaard procedure voor het eind. De kloof met de kwaliteit die je mag eisen was wel erg groot.

Afgelopen week waren we nog in de Ardennen. Op dodenherdenking ben ik nu eenmaal al sinds (mijn) mensenheugenis jarig. Dit maal trakteerde ik mij op een dagje Belgische Ardennen. In het plaatsje Vielsalm lag een grote vijver met een prachtig rondje er omheen van naar ik schat ongeveer twee kilometer lengte. Op de achtergrond wat grote gebouwen van een school of zo. Ideaal dacht ik voor een zes uur loop;een waterpas vlak parcours in de beschutting van de omliggende hellingen. Vielsalm kan zo als toeristenoord op een andere manier in de belangstelling komen. Kan alleen maar goed zijn voor de toeristenindustrie, mits je natuurlijk een handige datum kiest, waarop de toeristen niet daar willen wandelen en alles al volgeboekt is. Het toont maar weer eens aan hoe makkelijk je een goede locatie kunt vinden voor een zes uur loop, zelfs in de Ardennen. Bovendien geeft het een heel ander beeld van België. Op veel plaatsen in restaurants en winkels staat aangegeven dat men er vier talen spreekt: Nederlands, Duits, Frans en Engels. Hoe anders dan de Voerstreek, waar fanatieke Walen nog altijd de Nederlandstalige teksten op plaatsnaambordjes en richtingwijzers wegspuiten. In Visé spreekt men geen woord binnenlands, want zowel Nederlands als Duits zijn talen die men enkele dorpen verderop spreekt. Wiens brood men eet diens woord men spreekt geldt zeker wel in de Belgische provincie Luxemburg en het zuidelijkste stukje van de provincie Luik. Maar in de Voerstreek voel je je niet op je gemak met een Nederlandse kentekenplaat. De vicueuze cirkel is er sinds de rellen van 1969 nog steeds niet doorbroken. Je kunt het de Walen ook niet kwalijk nemen als je de uitlatingen hoort van het Vlaams Blok. Dan schaam je je inderdaad als Nederlandstalige. Maar het is een universeel gegeven dat extreem rechts zich alleen maar kan profileren door bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Het kan geen toeval zijn dat deze gedachten juist in deze tijd zich manifesteren. Als we dus weer naar Visé gaan, dan met de hoop dat we wat van elkaars taal kunnen leren. En voel je jezelf niet op je gemak, ga er dan gewoon met een boogje omheen.

Anton Smeets
a.smeets@trouwweb.nl