Ultraloop voldoet aan alle verwachtingen (Texel 1991)

Uit de oude doos hier het verslag van de allereerste editie van de Zestig van Texel. Het artikel komt uit de Texelse Courant van 4 april 1991.

{i}Bron: Texelse Courant, donderdag 4 april 1991
Met dank aan de Texelse Courant en uitgeverij Langeveld & De Rooy voor hun toestemming om dit artikel hier opnieuw te mogen publiceren.{ei}

{b}Nieuwe traditie op tweede paasdag?

Ultraloop voldoet aan alle verwachtingen{eb}

“Loop jij de zestig kilometer? Doe jij dan het licht uit na afloop?” Grapjes op de ochtend van tweede paasdag, voor het begin van “de Zestig van Texel”, een ultraloop rond het eiland, waaraan 49 mensen meededen. Maar ook voor de estafetteloop en de andere wedstrijdonderdelen was de opkomst erg groot. In totaal kwamen 268 lopers op de been en 118 vrijwilligers om alles in goede banen te leiden. De organisatie had er een hele kluif aan. Dat het de eerste keer was, was voor de deelnemers niet te merken. Het evenement voldeed aan ieders verwachting en hoewel de organisatie vast van plan is om maar eens in de twee jaar zo’n circus op touw te zetten, werd er door meerdere lopers al geopperd dat het maar een nieuwe traditie moet worden op tweede paasdag ….

Aan de wedstrijd ging erg veel vooraf. Texelse ultraloper Jan Knippenberg verrichtte baanbrekend werk. En hij liep zelf ook mee. “Ik heb mezelf nooit als kanshebber ingeschat, dat is in eerdere publicaties verkeerd overgekomen. Leeftijd begint een woordje mee te spreken en ik richt me meer op nog langere afstanden.” Aad Butter (30) uit Heemskerk werd winnaar van de zestig kilometer in
4.01.41. Hij debuteerde op deze afstand in wedstrijdverband en had zelf een snellere tijd verwacht, rond de 3.53. De weersomstandigheden speelden hem enigszins parten en hij kende het parcours niet. “Het was erg wisselend: dan weer heuvels, stukjes slechte klinkerwegen, strand en als laatste die afschuwelijke dijk …. Die loop ik echt nooit meer hoor!” Toch maakte Butter een zeer sterke indruk. In het zicht van de finish had hij nog conditie over voor een eindsprint.

{b}Saai{eb}
De winnaar vond de tocht een beetje saai. “Sommige stukken waren wel mooi, maar die dijk ….” Eigenlijk vanaf de start liep hij op met de latere nummer twee, Wim Akkermans (33) uit Vught. Hoewel ze elkaar nooit eerder hadden ontmoet, klikte het meteen en deelden ze broederlijk een bidon met drinken.
Butter had geen verzorger op de fiets mee, Akkermans wel. Dat was Frank de Hart uit Vught. Hij legde het grootste deel van de route af op zijn mountainbike, op enige afstand van de twee lopers, want de organisatie had strenge eisen gesteld. Het uit de wind houden van een loper zou straftijd opleveren. De Hart vond de tocht weer eens wat anders dan anders. “Het strand en de duinen waren fantastisch. Tja, dat laatste stuk tegen de wind in was constant één rechte weg, dat stompt af.” De Hart gaat vaak met Akkermans mee op lange tochten en ook wel in de training. Hij doet zelf aan triathlon. Dat kwam goed van pas, want enige conditie was ook voor de volgers wel nodig! Wim Akkermans was tevreden met zijn tweede plaats in 4.02.52. Ik baal helemaal niet. Ik heb lekker gelopen, maar kreeg de laatste kilometers wat problemen. Steken in mijn mild en dan houdt het op. Er kan maar één winnen.” Akkermans was zeer te spreken over de loop. “Een aanvaardbare uitdaging. Ik kom zeker terug.”

{b}Voorsprong{eb}
De latere nummers één en twee namen gelijk na de start de kop en bouwden in korte tijd een voorsprong op van ruim twee kilometer. Achtervolgers waren Rinus Groen uit Apeldoorn, Joop Keizer uit Scharwoude en Ron Teunisse uit Castricum. Met Jan Knippenberg ging het niet zo lekker. Hij startte sterk en liep tot de Slufter in een goede zevende positie, samen met Hans Thijssen uit Alphen aan de Rijn. Maar toen was het gebeurd met de Texelaar. “Ik had expres oude schoenen aangetrokken, maar eenmaal op het fietspad bij de Slufter voelde ik dat dat niet zo geslaagd was. Misschien dat ik in het begin wat te hard van stapel ben gelopen, maar ik had halverwege geen kracht meer in mijn benen.” Knippenberg had zijn zoontje ingeschakeld als verzorger op de fiets. De jongen kreeg echter problemen met zijn versnelling. “Ik wilde hem ook niet zomaar achterlaten, dus ik heb hem nog een stuk geduwd. Maar toen had ik helemaal geen puf meer over.” Toch liep de geschiedenisleraar de tocht uit. “Natuurlijk. Anders had ik beter kunnen emigreren naar Vlieland! Maar echt snel ging het niet. Ik heb bij iedere verzorgingspost een tijdje staan kletsen en in het laatste stuk zowat een hele ontbijtkoek opgegeten.” Knippenberg stond na afloop nog een leuke verrassing te wachten: een “schapenroosterwisseltrofee”. Bij het bespreken van de tocht was in de organisatie namelijk discussie ontstaan over het al of niet afdekken van veeroosters. Knippenberg was tegen, maar uiteindelijk werd besloten het toch te doen. Wedstrijdcoördinator Martien Baars: “Bij het uittesten kwam de man die het afdekte in het rooster en brak bijna zijn been. Dus wij stonden al klaar met allerlei morbide grapjes over iemand die na zestig kilometer met een schapenrooster om zijn been aan de finish zou komen ….” Zodoende werd een miniatuur-schapenrooster geconstrueerd, dat door Knippenberg dankbaar werd aanvaard. Hij verklaarde meteen de prijs over twee jaar ter beschikking te stellen voor de beste Texelaar over zestig kilometer. “En dan moet ik natuurlijk zelf ook weer meedoen om ‘m te verdedigen.”

{b}Twee keer?{eb}
Hoewel de reacties van de lopers vrijwel unaniem positief waren, werd bij sommigen de wens geuit volgende keer twee ronden te lopen, dus 120 kilometer. De echte stayers zouden er nu niet helemaal aan te pas zijn gekomen. Volgens de organisatie valt dat wel mee. Baars: “Alle afstanden boven de marathon worden ultra genoemd. Maar zowel een goede marathonloper als iemand die normaal de 100 kilometer in wedstrijdverband aflegt kan 15 kilometer per uur halen.”
Opvallend was de prestatie van de 63-jarige Gerrit Glas uit Den Haag. Voordat hij in de VUT ging, was hij werkzaam bij de PTT (“baas van de postzegels”). Twintig jaar geleden begon de superveteraan met langeafstandslopen. In november haalde hij de Schipholloop over 61 kilometer in 5.51. Op Texel, waar hij voor het eerst van zijn leven was, werd hij 29ste in 6.10.09.
Het weer was de organisatie goed gezind. Hoewel het dreigend grijs was en de wind de lopers vooral langs de waddendijk parten speelde, was de tocht voor allen goed te doen. Er waren maar drie uitvallers. Twee daarvan hadden al aangekondigd maar een halve tocht te willen lopen, de derde had problemen met zijn schoenen.

{b}Wisselpunten{eb}
Een uur later dan de ultraloop startte de estafette. Vier lopers per team legden elk ongeveer 15 kilometer af. Wisselpunten waren bij Ecomare, bij de Sluftervallei en bij de Krassekeet. De lopers werden met bussen van en naar hun start/finishplaats gebracht. Door de enorme drukte bij Ecomare dreigde de wissel even mis te gaan, maar alles liep nog net goed af. “Een leer voor de volgende keer,” aldus Baars. Hij legt uit dat de wisselplaatsen zijn gekozen met het oog op bereikbaarheid voor de bussen en de aanwezigheid van toiletten. “Daar moeten we de volgende keer vanaf stappen. In plaats van langs Ecomare moeten we dan een duinpad nemen.”
Tien herenploegen en vier damesploegen deden mee aan de estafettewedstrijd. Twintig deden mee in de rubriek prestatie. Daar waren ook enige Texelse teams bij. Winst in de wedstrijd was voor vier jongens van de Duitse atletiekvereniging Wipperfurth, die op Texel een trainingskamp hadden. Als tweede eindigde een team van Noordkop uit Den Helder. Het Texelse team van Gert Pansier, Albert Hoven, Simon Appel en Lutz Lohse werd eerste van de plaatselijke deelnemers en verdiende daarmee de Texel-wisseltrofee. De kop van de estafetteloop wist de voorste ultralopers niet in te halen.

{b}Teveel hooi?{eb}
Acht personen waren nauw betrokken bij het tot stand komen van dit evenement. Behalve Baars en Knippenberg zijn dat Ann Anker, Piet Bakelaar, Maarten Dijker, Hans Malschaert, Herman Ploeger en Cees Timmer. Hoewel er veel verschillende categorieën waren, had de organisatie niet het gevoel teveel hooi op de vork te hebben genomen. Martien Baars: “Het maakt niet zoveel uit of je meerdere wedstrijden tegelijk houdt, iedereen is toch op de been. Nu was er voor elk wat wils en de grote hoeveelheid deelnemers in alle rubrieken is een teken dat we er goed aan hebben gedaan.”
De datum van het evenement (1 april) bezorgde de acht organisatoren vooraf de kriebels. “Gelukkig heeft niemand gedacht dat alles maar een grapje was. Maar we hebben vorige week wel een paar wantrouwige telefoontjes gehad ….”, aldus Baars.

– – – – – –

{b}{i}Nawoord Martien Baars{ei}{eb}: al eerder heeft op Ultraned een artikel over die allereerste editie gestaan, dat van de hand van Piet Wijker in Atletiekwereld, het blad van de KNAU: https://www.ultraned.org/n_item/f1319_2003_01.php
Het naschrift van toen op Ultraned zal ik, in bewerkte vorm, hier herhalen en aanvullen met een paar latere ontwikkelingen.

Na afloop van die eerste editie is er een enquête rondgestuurd naar de deelnemers en op grond van de reacties is er toen nogal wat veranderd in het parcours en de opzet voor de tweede editie op 12 april 1993. Vergelijkenderwijs zijn bij de latere edities alleen nog details veranderd. Wat betreft het parcours waren er twee grote veranderingen na 1991: voortaan zou men niet meer lopen langs Ecomare (te druk) maar gaat men al eerder via het Paggapaadje terug naar het strand. En in het laatste kwart kwam er een extra lus – maar qua lengte gelijk – door het ‘binnenland’ om het eentonige van die waddendijk wat te doorbreken: bij Krassekeet verlaat men de dijk en slaat af naar Oost en dan door Oosterend en vervolgens via Nieuweschild en het poldertje Zandkes weer terug naar de dijk.
Wat betreft het programma was de opvallendste verandering na die eerste editie: de invoering van de 120 km, het ‘dubbele rondje Texel’. Bij de editie van 1993 werd die eerste 120 km nog als een probeersel georganiseerd, met de status van ‘prestatieloop’. De 15 km en ook de marathon werden geschrapt. Ook de duo-estafette 2 x 30 km verviel, maar wel werd het mogelijk om naast de tweede 30 km ook de eerste 30 km solo te lopen. Velen vinden die eerste helft van de Zestig zo schitterend mooi dat ze de wat moeilijker stukken ondergrond, zoals het strand, graag voor lief nemen. Later, vanaf 2009, werden die 30 km onderdelen vanwege de toenemende animo voor de 60 km uiteindelijk ook geschrapt.

Vanaf 2007 werd niet meer op de wielerbaan gefinisht maar pal voor de toen gloednieuwe Stayokay aan de Haffelderweg. De paar honderd meter dat het parcours daarmee aan het eind korter werd, kwam erbij in de allereerste etappe. Om redenen van natuurbescherming liep de route vanaf de Hors niet meer via de kortste weg door de ‘trechter’ maar ging westwaarts buiten om de duinenrij naar het strand. Op aanraden van de politie werd na de editie van 2013 nog een tweetal wijzigingen in de eerste etappe bij de editie van 2015 ingevoerd om verkeersdrukte en parkeeroverlast te verminderen. De startplaats werd verschoven naar de Noorderhaaks en in plaats van de oude startroute over het kruispunt met de stoplichten gaan de lopers nu pal voor de aanlegsteiger langs. De tweede verandering is dat het eerste stuk strand langer is geworden: de lopers gaan niet meer over de Jan Aijeslag naar de Dennen maar verlaten pas bij paal 13.72 het strand en gaan dan over duin- en bospaden naar de chipmat bij Kiosk ’t Turfveld. Een meting met de Jones Counter gaf het huidige parcours een lengte van 59,99 km (en de 120 km is 119,74 km).
In 2001 werden de eerste twee wisselpunten teruggeschoven naar plaatsen met meer parkeercapaciteit. In De Dennen ging de wissel bij het Barbecueveld naar Kiosk ’t Turfveld en bij het fietspad naar de vuurtoren ging de wisselplaats van de Oorsprongweg naar de Slufter. In 2009 verschoof ook het wisselpunt bij de Krassekeet naar voren, naar Prins Hendrik.
Vanaf 2009 ging de gele Championchip bij de Zestig gebruikt worden en kwamen er op de wisselplekken voor de estafette chipmatten te liggen. Het intensieve handwerk van het noteren van de tussen- en finishtijden van de ultra- en estafettelopers was daarmee grotendeels verleden tijd. In 2015 werd overgegaan op startnummers met ingebouwde chip.

Het organisatiecomité van 8 personen van die eerste editie begon al half 1990 te vergaderen en opereerde als een commissie binnen de Atletiekvereniging Texel. Bij de tweede editie werd het groepje versterkt met Theo Legierse, de eigenaar van Sportshop Texel (en één van de oprichters van de atletiekvereniging in 1984). Na het overlijden van Knip in november 1995, nam Martien Baars zijn rollen over wat betreft de publiciteit en de 120 km voor de editie van 1997. Albert Hoven werd vanaf de editie van 1999 de nieuwe algehele coördinator. In 2001 kon de organisatie twee keer aan de bak want de wedstrijd op Tweede Paasdag 16 april kon niet doorgaan vanwege de MKZ-crisis en werd uitgesteld naar 21 oktober. Voor al de lopers die met Pasen toch op Texel bivakkeerden werd met hulp van Anton Smeets – een landelijk opererende ultra-organisator en –publicist – een Zes Uren van Texel georganiseerd op de wielerbaan.
Vanaf 2007 was Cees Goslinga de algehele coördinator van De Zestig, t/m de editie van 2013. Goslinga tilde samen met wedstrijdleider Dick van der Weide het evenement organisatorisch naar een professioneler niveau. Het totaal aantal deelnemers groeide van de 5 à 600 tijdens de periode 1999-2005 gestaag naar 1100 in 2013 (500 ultralopers + 600 estafettelopers).

Van het oorspronkelijke groepje organisatoren zijn er drie nog steeds actief: Piet Bakelaar (secretariaat en financiën), Cees Timmer (vrijwilligers en website), en Martien Baars (publiciteit). In het huidige comité van nu 11 personen zijn de andere organisatoren van 2017: Gert Pansier (algehele coördinatie), Mirjam Arkenbout (notulen), Dick van der Weide (wedstrijdleider), Simon Lap (coördinatie estafette), Henri Thunnissen (coördinatie 120 km), Mikel Knippenberg (twitter en facebook), Judith van Bleijswijk (NIOZ zaken) en Mariska Koenders (verzorging).
Het evenement heeft qua organisatie en qua uitvoering altijd geheel op vrijwilligers gedraaid. Op de wedstrijddag zijn er zo’n 170 personen actief waarvan sommigen een ‘dubbele werkdag’ van 16 uur of meer draaien … ! Qua vergunningen en afspraken zijn er goede contacten met de Gemeente, de Politie, Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat. Daarnaast is De Zestig van Texel er ‘stiekem’ best trots op dat het nooit subsidie heeft genoten en altijd financieel onafhankelijk is geweest van de lokale of de provinciale overheid. De editie van 1997 was sportief een groot succes maar werd met een dik verlies afgesloten en een bedelbrief in het uitslagenblad leverde een vloed van donaties en steunbetuigingen op. En ook een hoofdsponsor meldde zich, Hotel Molenbos van Corrie de Jager en Rob Teisman, waar 7 edities lang (van 1999 t/m 2011) heel prettig mee werd samengewerkt. Na 1997 leverden alle volgende edities een positief saldo voor de atletiekvereniging op, mede dankzij trouwe sponsoren. De editie van 2017 kent een nieuwe hoofdsponsor, Bouwcenter RAB (zie http://www.texelsecourant.nl/nieuws/sport/26391/60-van-texel-met-nieuwe-sponsor-) en andere belangrijke sponsoren zijn de VVV Texel, Stayokay Texel en de TESO.