Ruim drie weken na dato rond ik mijn verslag over mijn ervaring in Sint Annen pas af. Typisch geval van een “schrijversblok”. Ik had geen inspiratie en kon er me niet toe zetten… Zijn een schrijversblok en een lopersblok communicerende vaten?
Na 13 kilometer (en 57 kilometer in totaal) in de tweede ronde besloot ik namelijk om te draaien. Mijn benen stonden vanaf aanvang twee ronde twee geparkeerd. En ronde twee bood verder geen escapes tot inkorting. Met mijn twintig minuten voorsprong stuitte ik bij de tegemoet komende achtervolgers op verwarring en onbegrip. Hoe kon ik nu stoppen en teruglopen? De twijfels slaan (achteraf) toe.
Zaterdag 17 juni stond de derde editie van de 100 mijl van Sint Annen op de kalender. De hele familie Mik stond vandaag in dienst van het welslagen van het evenement. Zoonlief droeg zorg voor de ICT, moeder en dochter verzorgden de facilitaire dienstverlening en vader was een levende bezemwagen.
Op de 100 mijl treden we ook in de voetsporen van een oude pelgrim. Een pelgrim is iemand die een heilige tocht maakt. Maar zijn ultralopers ook geen pelgrims? Op zoek naar je ziel, je identiteit, de drijfveren in het leven. We verschillen niet veel.
Zelf was ik vandaag volgens de deelnemerslijst “toerist”. Een toerist in Sint Annen is iemand die, van te voren al besluit, niet de volledige afstand te lopen. Door mijn werkzaamheden had ik te weinig kilometers kunnen maken. Op het menu stonden het afgelopen half jaar regelmatig marathons, maar de teller bleef bij mijn langste duurloop uiteindelijk op 50 km steken…. Niet een stevige basis voor het volledige menu. Maar de eerste en tweede gang mochten er ook wezen. Eén ronde van 45 km én een ronde van 65 km. De twee, niet evenwichtige, ronden zorgden voor hele stevige kost. Niet iets om je in te verslikken. Maar De 100 mijl van Sint Annen staat altijd op het menu, ook als je niet toekomt aan het hoofdgerecht…
Was de eerste editie qua deelnemers nog een redelijk regionaal evenement, nu ontwaart zich een internationaal gezelschap op zaterdagmorgen in Groningen. België en Groot Brittannië zijn ook vertegenwoordigd.
Om 09.00 uur worden als vanouds weggeschoten in het kloppend hart van Sint Annen. De eerste ronde leidde ons naar de Waddenzee. Al snel buiten Sint Annen loop ik vooraan samen met Vincent Kalkman, de winnaar van de vorige editie. Vincent voert langzaam het tempo op. Ik laat hem gaan. Net buiten Stitswerd last hij een sanitaire stop in en passeer ik hem. Maar als een waar gele trui drager speelt hij met het tempo en haalde me binnen de kortste keren weer bij en in. Net voor Warffum lopen we over een dijkje. Het gras reikt 45 centimeter hoog. Voor een trailloper een fantastische uitdaging, maar ik ben geen trailloper. Ik ploeter me door het gras en Albert Heikens, die constant op honderd meter achter me liep, klampt aan. Vincent zijn tempo zakt ook in, waardoor we even met zijn drieën lopen. We komen steeds noordelijker en dichter bij de Waddenzee. Werden we eerst nog vergezeld door bomen, nu wordt het landschap steeds kaler. De kust lijkt dichtbij maar schijn bedriegt. Na de verversingspost zijn we er eindelijk. De Waddendijk is een stevige klim en staat stevig geparkeerd in het landschap. Nu over de dijk naar het oosten. Op de Waddenzee is het eb. De Waddenzee die in gevaar is door gasboringen en de stijgende zeespiegel. Nu foerageren vogels ontspannen op de zompige bodem. De schapen lopen en grazen op de dijk. Hardlopers vinden ze niet fijn. Kom je (te) dichtbij dan rennen ze van je weg. In een tempo dat ik niet bijhoud. De lopslopende schapen ken ik van mijn duurlopen op de Knardijk in Flevoland tussen Harderwijk en Lelystad. Met de wind in de rug loopt het makkelijk naar Noordpolderzijl. Noordpolderzijl ligt er lieflijk bij. Hoe moet dat hier zijn bij een Noordwesterstorm met de bulderende wind die vrij spel heeft en tegen de dijk beukt, schaarse bomen die krom buigen en de duisternis die regeert zonder horizonvervuiling.
Nu lopen we weer terug naar Sint Annen. Ondertussen loopt Vincent weer voor mij en Albert weer achter mij. Tot mijn grote verbazing zie ik Vincent net voordat we Usquert verlaten stilstaan. Wat is er aan hand? Wederom een sanitaire stop of wacht ie gewoon? Nee, Vincent geeft aan fysieke ongemakken te hebben en geen risico te willen lopen. Hij staakt de strijd. Op het lange fietspad naar Kantens loop ik vervolgens alleen voorop. De contouren van Rottum doemen aan mijn rechterhand op. Rottum waar het twee jaar geleden licht werd op zondagochtend in mijn eerste editie. Mijn gedachten dwalen af maar worden ruw verstoord door de naderende voetstappen van Albert. Albert is duidelijk aan een versnelling bezig. Hij haalt me in en ik besluit hem te laten gaan. Doordat we net voor Middelstum verkeerd lopen komen we weer bij elkaar. In Middelstum vindt Albert de juiste route weer en laat mij en zijn begeleidende fietser achter. Het gat van 200 meter is voor een fietser snel te overbruggen. Buiten Middelstum probeer ik hem ook bij te halen. Ik nader hem tot 50 meter maar moet dan boeten voor mijn extra inspanning. Mijn benen blokkeren en mijn ademhaling gaat moeizamer. Mijn tempo laat ik zakken en zie Albert langzamerhand van me weg lopen. De prijs voor de eerste ronde moet ik me aan me voorbij laten gaan. Terug in Sint Annen pauzeer ik even. Albert Heikens uit zijn twijfels of ie zijn 100 mijl voortzet. Hij heeft last van opspelende kramp. Later hoor ik dat ie de strijd moest staken. Wat is hier aan de hand? Hebben we elkaar lopen gek te maken tijdens de eerste ronde? Na tien minuten pauze vertrek ik zelf toch. Om vervolgens na 71 kilometer terug te keren.
Sinds Sint Annen kamp ik met een overbelaste dijbeen. Het hardlopen beperkt zich tot maximaal 10 kilometer per keer in een rustig tempo. Mijn beslissing om om te draaien is de enige juiste geweest. Desondanks heb ik wederom genoten in Sint Annen . Van de weidse landschappen, de gezelligheid, de saamhorigheid en de bijzondere paden. En toch knaagt het…
Rienk Scholtemeijer