Lang – Langer – Langst, Goldsteig 661

Peter de Krijger: “Na een korte toespraak, onder andere met de woorden “don’t think, just move”, gaan we op ons gemakje beginnen aan de lange tocht. Behalve de 661km is er ook een 160km en een 488km afstand om te kiezen.”

Lang, voor mij, was de Hexenstieg (219 km)in 2015. Verslag:
https://ultraned.org/v_item/f6592.php

Langer, was de Wibolt (320 km) in 2016. Verslag:
https://ultraned.org/v_item/f6847.php

Vorig jaar (2016) was mijn eerste deelname aan de Goldsteig.
http://www.goldsteig-ultrarace.de Een loop in het mooie Duitse Beierse bos en gebergte. Een loop van 661km met 19.000 mD+ In dit verslag zal ik dan ook beide edities beschrijven.

Bij die eerste deelname was ik niet verder gekomen dan zo’n 500km omdat ik ten gevolge van een onderbeen probleem totaal geen snelheid meer kon ontwikkelen, zelfs stevig doorwandelen was er niet meer bij. Na zo een 120km te hebben doorgesjokt was het bij 500km wel duidelijk dat de finish halen binnen de tijdslimiet van 192 uur (8 dagen) niet meer zou gaan lukken. De race director adviseerde me dan ook om niet verder te gaan in verband met logistieke moeilijkheden maar om met een mede gestrande loper in de auto van diens broer mee te liften naar de finish. Dit heb ik toen gedaan maar vond het erg jammer dat ik de tocht niet had kunnen volbrengen en had het gevoel dat dit onder andere omstandigheden dit wel mogelijk was geweest. Vandaar dus al op de terugweg naar huis besloten om me voor 2017 wederom in te schrijven. Hopende op een revanche.

Liep ik vorig jaar nog volledig zelfvoorzienend, dit jaar had mijn vrouw me toegezegd om me met de auto te begeleiden. Begeleiding is een enorm voordeel en het staat iedereen vrij om hiervan gebruik te maken. Dit wordt dan ook door meerdere lopers gedaan. De Goldsteig heeft namelijk hele summiere verzorging, er zijn slechts vier dropbag stations (160km-265km-420km en 525km) voor de rest ben je aangewezen op je eigen rugzak voorraad. Er zijn ook wel wat hotels/pensions te boeken op voorhand maar hier was ik niet op in gegaan. Immers weet je niet hoever je zult komen en de zuinige Hollander vertikte het ook om het volle tarief te betalen voor een verblijf van slechts enkele uren in een mogelijk ook nog gedeelde kamer. In 2016 drong het pas kort voor de aanvang van de Goldsteig tot me door hoe weinig voorzieningen er zouden zijn. Ik heb toen nog snel een lichtgewicht slaapzak gekocht om mee te nemen voor onderweg, met de bedoeling hier in het bos onderweg in te bivakkeren. Dit jaar wist ik beter wat me te wachten stond. Ook was ik vorig jaar genoodzaakt diverse keren de route te verlaten om iets te eten met extra km’s en tijdverlies tot gevolg. Vooral het eten tijdens de nacht, wanneer er niets meer open was, was niet eenvoudig. Meestal at ik toen in de namiddag ergens en liet een portie inpakken welke ik dan in mijn rugzak meenam om ‘s nachts ergens, inmiddels koud geworden natuurlijk, te nuttigen. Dit alles was dit jaar overbodig dankzij de onvolprezen begeleiding van vrouwlief. Wat een welkome luxe. Ik hoefde alleen nog maar te bewegen en de km’s weg te sloffen.

De Goldsteig start vindt plaats in Marktredwitz op vrijdagmiddag twaalf uur (ongeveer). De lopers arriveren echter al de avond ervoor voor een briefing, gezamenlijke maaltijd, gevolgd door een hotelovernachting met ontbijt. Best wel een aangename manier om aan een loop te beginnen. Beetje bijkletsen met die en gene, goede nachtrust en je ook nog tegoed doen aan een uitgebreid ontbijt. Ook werd er voor vertrek een verplichte kit check gedaan. Iets wat ik alleen maar kan waarderen, regelmatig vraag ik me, bij andere lopen af, hoe het komt dat sommige deelnemers zo weinig mee lijken te slepen terwijl ikzelf een gevulde rugzak meetors. Hier, bij deze loop, ontkomt niemand aan het meezeulen van in ieder geval het minimaal verplichte materiaal. Even voor twaalven zet de hele meute zich onder aanvoering van de Race Director, Michael Frenz in beweging en wandelen we naar het officiële startpunt, zo’n 15 minuten van het hotel. Na een korte toespraak, onder andere met de woorden “don’t think, just move”, gaan we op ons gemakje beginnen aan de lange tocht. Behalve de 661km is er ook een 160km en een 488km afstand om te kiezen. De 160km gaat twee uur later van start en eindigt waar voor de 661km het eerste dropbag punt is. De 488km start vanaf dit punt twee dagen later. Het stuk tot het eerste dropbag punt (Gutenland) is weinig veeleisend. Op 85km is er een sporthal tot VP omgetoverd waar men eventueel wat kan slapen. In 2016 was ik hier straal voorbij gelopen omdat deze iets van de route afligt, dit jaar arriveerde ik, net als het voorgaande jaar, zo rond een uur of 1 ‘s nachts in deze plaats en heb wat gegeten en geprobeerd om wat in de auto te slapen. Dit slapen wilde niet zo lukken dus na een tijdje maar weer verder gegaan. Toen ik om een uur of vijf zaterdagmiddag bij het 160km punt aankwam was daar, net las vorig jaar, een trouwerij feest. Gelukkig had ik hier geen slaap gepland want anders was dit onmogelijk geweest door de ongelooflijke herrie. Dit is echt wel een verbeterpunt voor de organisatie. Als deze locatie ieder jaar, vaste prik, op zaterdag middag/avond een luidruchtig feest heeft dan is deze wellicht minder geschikt om als slaapplaats voor vermoeide lopers dienst te doen. Ik heb er echter deze keer alleen wat gegeten, voeten beetje verzorgd en rugzak bijgevuld. Al weer snel vertrokken een km of 20 verder wat geslapen in de auto.

Om drie uur ‘s nachts de schoenen weer aangetrokken en het comfort van de auto verlaten. Dit is meteen het enige nadeel van een “mobiele verzorgingspost”, de verleiding om hier te vaak en te lang gebruik van te maken is zeer groot. Het vereist echt wel wat mentale kracht om iedere keer weer de donkere koude nacht in te gaan. Nu zat nacht twee er dus zo goed als op en er waren nog 6 nachten te gaan. Een vooruitzicht waar ik nog maar niet aan moest denken. Na een km of 210 kwam ik in Furt im Wald. Dit is een van de weinige plaatsen van enige betekenis en hier heb ik, evenals vorig jaar, een maaltijd genuttigd. Ik wist dat me hierna een pittige beklimming te wachten stond. Nu kwam het zwaarste, meest technische gedeelte van de loop. Vanaf 200-260 km werd het terrein veeleisender en is het dus belangrijk om hier zo uitgerust en gevoed mogelijk aan te beginnen.

Uit de gegevens van mijn tracker kan ik zien dat ik over deze 60 km zo’n 24 uur heb gedaan, weliswaar inclusief pauzes, maar toch een indicatie van de zwaarte van dit stuk. Bij 220km komt de eerste steile klim, dit is een berg welke je al van verre kunt zien vanwege de hoge mast die op de top staat. In tegenstelling tot vorig jaar had ik hier nu weinig moeite mee. Ik had dan ook een aantal uren voorsprong vergeleken met vorig jaar en overkwam deze heuvel dit jaar met daglicht, wat zeker een voordeel is. Het terrein wordt nu veel rotsiger, ook vaker zoeken naar de juiste route en wat klauterpartijen. Bij 240 km arriveer ik in Eck waar ik me de luxe van een kamer veroorloof. Het is bijna negen uur ‘s avonds en net donker geworden. Hier is een pension op de route, mijn vrouw was hier heen gereden en had een kamer genomen. Toen ik arriveerde heb ik een heel nodige douche genomen, een uur of drie geslapen en om 1 uur ‘s nachts aan weer een pittig bergstuk begonnen. Nu kwamen de hoogste bergen van deze loop, weliswaar niets vergeleken met de Alpen of Pyreneeen maar met de Grosse Arber welke met zijn 1450m de hoogste berg van het Beierse Woud toch nog aanzienlijk. Het was nog steeds nacht en de temperatuur was rond het vriespunt, te zien aan de rijp op het gras. Het was echter windstil en goed te doen, ook had ik mijn kleding hierop aangepast. De volgende halte was een mijlpaal omdat dan het lastigste gedeelte achter je ligt. Bij 265 km is Seebachschleife (265km) waar een dropbag/verzorgingspost is. Hier kreeg ik te horen dat de route aangepast moest worden vanwege heel veel omgewaaide bomen vanwege een storm enkele weken daarvoor. De organisatie had een nieuwe route samengesteld welke hier in mijn GPS werd geladen. Dit ging niet geheel vlekkeloos om een of andere onverklaarbare reden maar ik maakte van de gelegenheid gebruik om wat te eten.

Dit nieuwe traject zou van Seebachschleife (265km) naar Passau (420km) gaan. Vond het wel jammer dat dit zo’n lang stuk was. Oorspronkelijk waren er meer dan 30 GPS files zodat ik regelmatig een nieuw traject kon selecteren en dus het gevoel had dat ik weer een gedeelte achter me liet, het waren overzienbare afstanden. Nu had ik dit mentale voordeel dus niet meer en zou de komende 160km hetzelfde GPS track moeten volgen. Na vertrek vanuit Seebachschleife komt er een stuk wat heel goed te lopen is. Vrij vlak en diverse kleine dorpjes. Hier kun je weer wat verloren tijd terugwinnen. Wanneer ik bij 312 km weer mijn mobiele verzorgingspost zie omstreeks middernacht, zo’n 24 uur na mijn vorige slaapperiode, ben ik wel aan een korte slaap toe. Eigenlijk liep ik hier al enige tijd naar uit te zien, het is inmiddels de vierde nacht en de effecten van het weinig slapen beginnen meer en meer merkbaar te worden. Na een korte slaap toch weer wat opgeknapt wederom op pad gegaan. Bij de berghut “Alpe” na zo’n 330km word ik verwelkomd door de race director die hier aan alle lopers doorgeeft dat er nog een wijziging in de route is, de situatie is nog slechter dan al bekend was. We krijgen nu een papier met de geprinte wijziging en wat uitleg. Na wat te hebben gegeten en gedronken vertrek ik weer, me wel wat zorgen makend of ik in mijn toestand wel in staat zal zijn om de juiste route vanaf een papier, samen met mijn gps te vinden. De nieuwe variatie op de variatie voegt wel wat km’s toe maar enkele van die km’s zijn makkelijke verharde, weg kilometers. De route naar Dreisessel welke vorig jaar een aanzienlijk zwaar stuk was is nu gedegradeerd tot een asfalt autoweg. Hier wordt wel voor het eerst de omvang van de stormschade duidelijk. Ongelooflijk hoeveel bomen er met kluit en al omliggen of als lucifershoutjes geknapt zijn. En echt niet alleen de zwakke of dunne bomen, integendeel. De meeste zijn echt grote bomen. Indrukwekkend is dit wel. Ondanks de alternatieve route liggen hier toch ook de nodige boomversperringen dwars over de route. Hier moet ik overheen klauteren, soms onderdoor schuiven en soms met een wijde boog omheen navigeren. Na zo’n grote boog is het altijd weer zoeken naar het juiste pad met behulp van de GPS. Door de stormschade is het pad vaak niet meer te herkennen als zodanig. Hier verlies ik veel tijd mee.

Ongevaarlijk is dit ook niet. Vaak klim ik over stammen heen welke kris kras over elkaar heen lijken gesmeten. Wat er gebeurt wanneer je uitglijdt over de gladde stammen en klem komt te zitten, of gespietst wordt door een afgebroken tak welke je val breekt, kun je beter niet bij stilstaan. Dit soort gedachten en de grafische beelden die ik me hierbij vorm druk ik zo goed mogelijk weg en slaag erin deze obstakels te overwinnen. Er zouden echter nog vele, heel veel, van zulke boom partijen mijn pad kruisen, ook in het donker, wat er nog een extra dimensie aan toevoegt. Bij 385 km arriveer ik in Sonnen. Hier had ik vorig jaar enkele uren geslapen in een hotel langs de route wat me toen goed bevallen was. Dit jaar was mijn mobiele verzorgingspost vooruit gegaan om hier een kamer te betrekken. Het was de vijfde nacht inmiddels en af en toe een echt bed, al is het dan maar kort, en een douche zijn toch wel welkom. Na vertrek uit Sonnen kwam er weer een heel erg zwaar klim parkoers dankzij de omgevallen bomen, deze keer ook nog in het donker. Gelukkig was ik opgeknapt van de paar uur die ik geslapen had en lukte het me ook nu weer om ongeschonden hier door heen te klauteren. Toen ik bij het gedeelte kwam waar ik met mijn papieren route de weg moest vervolgen was het gelukkig al daglicht geworden en lukte het me om deze zonder problemen te vinden en te volgen. Hierna was ik nog een km of 20 verwijderd van Passau en inmiddels waar ik de originele route weer oppikte. Passau bereiken voelt echt als een keerpunt. Na 420km heb je het meest zuidelijke punt bereikt en gaat de route Noordwaarts naar de finish. Ook heb je dan ongeveer 10 marathons afgelegd, wat ik wel een leuke mijlpaal vind. In Passau is ook een dropbag post, maar voor je hier bent wordt je eerst via een omweg over een behoorlijk steile weg nog eens op de proef gesteld. Niet echt nodig vind ikzelf maar goed, hoort erbij dus maar braaf gedaan. Na Passau komt er een mooi stuk langs een rivier, de Ilz, wat goed te lopen is, behalve natuurlijk wanneer je al zo’n 5 dagen en nachten op de been bent, dan is de snelheid toch wat minder indrukwekkend, zelfs op de makkelijke stukken. Op dit stuk stond zelfs nog een deelnemer van vorig jaar spontaan lopers te voorzien van wat eten en drinken onder andere door zijn vrouw zelfgebakken cake. Met deze loper had ik vorig jaar de laatste dag samen gelopen en hij was ook degene die vorig jaar zijn broer als begeleider had en die me een lift hadden gegeven. Was leuk om hem weer te treffen en na een praatje toch maar weer verder gegaan. Inmiddels was ook de zesde nacht ingegaan, na weer de gebruikelijke korte slaap in de auto, ook nu weer ’s nachts verder gelopen. Ik heb bewust getracht mijn slaap periodes tijdens de nacht te doen. Overdag is het lopen makkelijker omdat het navigeren dan een stuk eenvoudiger gaat en je ziet de obstakels op je pad beter. Dus wilde ik geen kostbaar daglicht verloren laten gaan en plande mijn rust periodes in tijdens de donkere uren. Nooit heel lang en daardoor dus ook altijd weer terug het pad op tijdens de nog nachtelijke uren.

Soms sliep ik overdag nog een keer heel kort, half uur ofzo, of ergens nog korter langs de route op een bankje of zelfs een keer languit op een kiezelpad tussen de maisvelden. Inmiddels was het al donderdag geworden en begon ik voorzichtig te rekenen over finish tijden. Ik voelde me sterk en mijn mobiele begeleiding was ook zeker een groot voordeel. Gedeeltes welke in mijn geheugen stonden van vorig jaar als zijnde zwaar of lang vielen me nu nog steeds mee. Ik zag ook uit om de het bergpension bij bijna 500 km te bereiken omdat ik hier vorig jaar gestrand was. Alles wat hierna kwam zou nieuw voor me zijn en zou me meer zekerheid op een finish geven bij iedere kilometer. Of althans zo voelde dit voor mij. Er kwamen op het voor mij nieuwe gedeelte, volgens de kaart, nog wel wat bergen/heuvels van een meter of duizend hoog, maar vreemd genoeg heb ik hier geen enkele herinnering meer van. Mijn tracker bewijst dat ik er toch echt gelopen heb maar heeft of geen indruk gemaakt of ik was te vermoeid om er acht op te slaan. Gewoon weer een bult om over heen te gaan en achter me te laten. De zoveelste.

Bij 520km was weer een dropbag punt, de laatste, met summiere verzorging. De afdaling hier naar toe kan ik me nog wel goed voor de geest halen. Dit ging om onverklaarbare reden zo lekker. Ik liep met een snelheid de bult af welke ik sinds de eerste dag niet meer had bereikt, ik voelde me zo sterk en arriveerde “in high spirits” bij deze post waar mijn vrouw ook al was. Het was donderdagavond, de zevende nacht, en ik had nog maar een kilometer of honderd te gaan. Zonder onvoorziene gebeurtenis zou finishen dus moeten lukken, dit was mijn gemoedstoestand toen. Na wat gegeten te hebben besloten om nog korter dan gewoonlijk te slapen, na slechts één uur te hebben geslapen begonnen aan wat voor mij voelde als het laatste stukje tot de finish. Eigenlijk was mijn streven om niet nog een nacht in het bos door te brengen en te finishen bij daglicht of misschien kort erna. Uiteindelijk lukt dit me slechts ten dele. Ik finish net voor één uur ’s nachts, dus toch geen hele nacht meer door het bos hoeven te lopen. De laatste uren voor de finish echter zit ik er behoorlijk doorheen. De hele week al weinig geslapen maar de laatste twee nachten nog minder. Ik voel me onzeker in het bos, ga ik wel goed? Loop ik niet in cirkels, ik had toch al lang het bos uit moeten zijn? Als afleiding bel ik zelfs mijn vrouw, om een bevestiging te vragen dat ik nog steeds goed loop volgens de tracker, maar veel meer om even iemand te horen en me minder eenzaam en onzeker te voelen. Ook wanneer ik eindelijk het bos uit ben en alleen nog maar een paar laatste asfalt kilometers mij scheiden van de finish locatie blijf ik me gedesoriënteerd voelen. Ik heb het gevoel dat ik heel ergens ander loop en alles voelt heel onwerkelijk. Dit had ik de hele week nog niet ervaren, met andere woorden, het is hoog tijd dat ik de finish bereik en kan rusten. Wanneer ik dan eindelijk de finish bereik en mijn vrouw weer tref,voelt dit zo ontzettend goed. Medaille en shirt in ontvangst genomen en na nog wat napraten met de race director en een medefinisher naar onze kamer gegaan welke bij de prijs inbegrepen was. De volgende ochtend kan ik eigenlijk nog steeds gewoon lopen, iets wat mezelf verbaast, heb alleen last van zere voeten vanwege enkele gehavende tenen, het dragen van schoenen is pijnlijk, op sokken kan ik nog aardig uit de voeten. Er is een ontbijt voor iedereen gevolgd door een korte ceremonie en hierna ga ik huiswaarts. Een heleboel ervaring rijker.

Oja, in totaal was deze loop, dankzij allerlei omleidingen en afkortingen 623 km volgens de organisatie, niet zo lang als gepland maar lang genoeg naar mijn mening.

Verder nog een woord van dank gericht aan mijn vrouw die mij al die tijd bij heeft gestaan en zeker heeft bijgedragen aan het volbrengen van deze loop.

Of er na lang-langer-langst nog een allerlangst en mogelijk een allerallerlangst komt is nu nog niet te zeggen, maar zolang de heren organisatoren steeds langere lopen op de kalender zetten zullen er ook mensen zijn die deze uitdagingen aangaan, of ik hier één van zal zijn? Wie weet….

Peter de Krijger