In de voetsporen van Pheidippides

Een mooi artikel van Claire Peels over de Spartathlon zat in het herfstnummer van het 360º magazine wat door de Bever winkelketen wordt uitgegeven. Met die publicatie starten we deze week op Ultraned een terugblik op de Spartathlon 2017

{i}Rennend van Athene naar Sparta{ei}

{b}In de voetsporen van Pheidippides{eb}

© Claire Peels – Bever 360º magazine, #03 – herfst 2017, p. 40 – 43 (zie https://www.bever.nl/360magazine.html)

De voeten van Leonidas, de kom water uit de Eurotasrivier en een kroon van olijftakken. Na 246 kilometer hardlopen over het stoffige, hete Griekse asfalt en ruige paden is dit de ongekend symbolische finish van de Spartathlon.

Aan de voet van de 156 meter hoge Akropolis in Athene klinkt 29 september 2017 voor de 34ste keer het startschot van de Spartathlon. Zo’n vierhonderd atleten hebben het volgende anderhalve etmaal maar één doel: rennend aankomen in het 246 kilometer verderop gelegen Sparta. Slechts een deel zal slagen, maar wie het haalt, treedt in de voetsporen van de legendarische Pheidippides. Deze Atheense boodschapper legde in 490 v.Chr., tijdens de Eerste Perzische Oorlog, ongeveer dezelfde route af aan de vooravond van de Slag van Marathon. Deze zogenoemde {i}hemerodromus{ei} – een professionele, koerierende hardloper – was eropuit gestuurd hulp te halen bij de Spartanen en volgens geschriften van ‘vader van de geschiedenis’ Herodotus deed hij 36 uur over de voettocht. Hoewel Pheidippides zonder versterking terugkeerde, wonnen de Atheners tot ieders verbazing de slag.
Kan een persoon bijna 250 kilometer rennen in slechts 36 uur, vroeg de Britse luchtmachtofficier en ultrarunner John Foden zich in 1982 af naar aanleiding van deze geschiedschrijving. Samen met oud-kolonel en Cambridgeprofessor geschiedenis Nicholas Hammond reconstrueerde hij de historische route zo nauwkeurig mogelijk. In oktober van dat jaar besloot Foden met vier collega’s de proef op de som te nemen. Wat bleek: twee van de vijf finishten binnen 36 uur en een van hen kwam na veertig uur binnen. De prestatie resulteerde in de eerste officiële Spartathlon in september 1983, met 45 deelnemers uit elf landen. Drie decennia later is deze ultramarathon uitgegroeid tot een van de klassiekers in de langeafstandwedstrijden.

{b}{i}De feiten{eb}
Start: Athene | Finish: Sparta
Aantal kilometer: 246
Aantal verzorgingsposten: 75
Tijdslimiet: 36 uur
Eerste keer: 1983
Deelname-eisen: diverse, zoals het binnen 10 uur finishen van een 100 kilometerrace (mannen) of binnen 10,5 uur (vrouwen) en het behalen van 180 kilometer (mannen) of 170 (vrouwen) tijdens een 24 uursrace.
Prijs: kroon van olijftakken voor iedere deelnemer.{ei}

{b}‘Dit moet je niet willen’{eb}
Een klassieker is het zeker voor de Nederlandse Wilma Dierx, die deze editie voor de vijfde keer start. Niet zozeer vanwege de historie die eromheen hangt, vertelt ze, maar juist om het unieke karakter van de wedstrijd. ‘Ik zie het niet als olympisch nummer, zoals sommige andere lopers. Het is gewoon een kick om van Athene naar Sparta te lopen. Jannet Lange liep hem in 2010 als eerste Nederlandse vrouw uit, en ik ging mee als verzorger. Vijf kilometer voor de finish zei ze: “Dit moet je echt niet willen.” Ze triggerde me en ik besloot: dit wil ik ook. Natuurlijk zag ik wel dat ze kapot was, maar ik vond het zo gaaf en dacht dat ik ook daartoe in staat zou zijn.’
De race staat bekend als zeer zwaar. Vanuit het centrum van Athene zet het deelnemersveld over stoffig asfalt, in de smog van de wereldstad en met temperaturen die kunnen oplopen tot bijna veertig graden, koers naar Korinthe. Daarna volgt landelijk Griekenland, met ruige of modderige paden, door olijfgaarden, wijn- en maïsvelden, bergen, landerijen, historische steden als Oud Nemea – met de beroemde Tempel van Zeus – en Tegea. De absolute krachtmeting is de berg Parthenio, op 85 kilometer van de finish, die in het holst van de nacht en met slechts een paar graden boven nul bedwongen moet worden. Een pad is er niet. Lopers die de berg bedwingen, halen de finish. Dat is de regel die vaak opgaat, schrijft Ron Teunisse in het boek {i}De koerier die nergens bij hoort{ei} (zie kader).

{b}Voor de loper{eb}
Wilma’s eerste Spartathlon, in 2012, eindigde in een ‘did not finish’. ‘Ik had te weinig getraind op de warmte. Nog voor het marathonpunt liep ik al te zwalken. Toch ben ik ervan overtuigd dat ik hem had uitgelopen als ze me door hadden laten gaan, omdat het ’s nachts veel koeler zou worden. Maar ik was een kwartier te laat bij een van de tussentijdse posten en moest na zeventig kilometer stoppen.’ Om de volgende editie goed gewapend te zijn tegen de warmte, ging Wilma aan bikramyoga doen en liep ze de hele zomer in een zwart jasje. ‘Toen ik weer meedeed, had ik een wit shirtje aan en mouwstukjes waar ik ijsklontjes in kon stoppen. En ik liep hem uit. Toen dacht ik: ben ik een eendagsvlieg? Dus probeerde ik het nog een keer.’
Dat de wedstrijd elk jaar leuk blijft, heeft voor Wilma meerdere redenen. ‘Het is vooral een unieke ultra met heel veel aardige mensen die er echt voor de lopers zijn. Je arriveert twee dagen voor de wedstrijd en de middag na de finish worden alle lopers door de burgemeester onthaald. ’s Avonds eet je met elkaar, je ontbijt samen en op maandagavond is er een geweldig feest waar alle lopers in het zonnetje worden gezet. Bij een heleboel wedstrijden is het na de finish klaar en ga je direct naar huis. Hier is dat anders.’
Daarnaast kun je alleen meedoen als je de hele afstand loopt, geen estafettevormen of halve Spartathlons dus. Er is overigens ook geen prijzengeld en daarom heerst er niet echt een competitiegevoel; winnen doe je om de eer. Belangrijk is wel dat je binnen de gestelde tijden bij de posten bent. Wilma: ‘De eerste marathon loop ik zo’n negen kilometer per uur, de tweede zo’n 8,5 kilometer per uur en daarna nog wel langzamer, terwijl ik een gewone marathon in 3,5 uur kan lopen. Het enthousiasme van de Griekse bevolking is overweldigend. Veel auto’s toeteren onderweg, kinderen willen highfiven of zelfs een handtekening. Bij één post is het elk jaar hetzelfde: een jongetje fietst lopers tegemoet, vraagt hoe je heet, fietst terug en zegt: “Wilma komt eraan” en vervolgens roept iedereen je naam.’

{b}Godinnen met heilig water{eb}
De truc van het uitlopen van de Spartathlon? Natuurlijk is goed getraind zijn een voorwaarde, stelt Wilma. Je mag pas meedoen als je aan bepaalde criteria voldoet (zie kader). Maar belangrijker nog is dat je mentaal sterk bent. ‘Je moet in Athene niet denken: ik moet hélemaal naar Sparta. Het helpt om de race op te delen in kleine stukjes.’ Angst kent ze niet. ‘Ook ’s nachts staat er elke paar kilometer een verzorgingspost met mensen. Ik vind het lopen in het donker wel fijn: de wereld wordt een stuk kleiner, waardoor ik me tijdelijk in een cocon bevind. Het is koeler en je ziet niet hoe ver je nog moet, dat is ook prettig. Natuurlijk zit je er af en toe doorheen, soms gaat het erg langzaam en denk je: misschien ga ik het niet halen, maar even later gaat het wel weer.’ Tot dus na uren en uren koning Leonidas in het vizier komt en de beloning in de vorm van ‘godinnen’ met kelken vol heilig rivierwater en een krans van olijftakken wacht.

{b}Spartathlon-veteraan{eb}
Hij was de eerste Nederlander die hem uitliep, dit jaar precies dertig jaar geleden. Ron Teunisse (65) nam in totaal tien keer deel en haalde vijf keer de finish.

{i}Waarom deed je mee aan de Spartathlon?{ei}
‘Ik hoorde erover op het nieuws en het leek me wel wat, ik wilde de eerste Nederlander zijn die hem uitliep. Het was symbolisch voor mij. Ik heb veel gelezen over de Griekse geschiedenis; toen was het lopen als boodschapper een beroep. Een koerier hoort nergens bij, dat past goed bij mij. Het is het belangrijkste in mijn leven: dingen doen die anderen voor onmogelijk houden. Na de finish voel je je ondanks de pijn enorm goed, maar twintig jaar later denk ik: wat een waanzin.’

{i}Maar waarom tien keer?{ei}
‘De eerste jaren hoopte ik hem te kunnen winnen. In 1988 was dat gelukt als ik niet verkeerd was gelopen en vijf kwartier had verloren. Later liep ik hem om de goede sfeer en in 2002, de laatste keer, was het doel hem nog een keer uit te lopen. Dat lukte niet.’

{i}Wat heb je als loper nodig om deze run te voltooien?{ei}
‘Wilskracht brengt je naar de finish. Je moet mentaal zó sterk zijn en je rekbaarheid zit in je motivatie. Daarnaast vereist het fysiek een soort stugheid om meer dan een etmaal al die klappen op het asfalt op te vangen. Je moet leren om langzaam – in je vetverbranding – te lopen, wat wel een jaar of twee duurt. Tijdens een race gaan alle factoren een rol spelen, je bent zo sterk als je zwakste schakel.’

{i}Wat is er in al die jaren veranderd?{ei}
‘In het begin kon je meedoen zonder loting, kreeg je gratis onderdak bij de Grieken en liep je alleen. Ze zagen het als een eer dat je door Griekenland liep. Ik vind ook dat je het zonder hulp moet doen. Nu mag je op verschillende stukken gebruikmaken van begeleiders, is het commerciëler geworden en zijn er kwalificatie-eisen.’
– – – – – – –

{b}Noot van redacteur Martien Baars: dank aan Claire Peels en aan Bever voor hun toestemming om het artikel hier op Ultraned te mogen reproduceren. En dank aan Carel Schrama die ons tipte over dit artikel in het Bever 360º magazine.{eb}