Zaterdag voor de eerste keer op een Duitse kazerne geweest. Het moet even. Het is niet anders. Rheine is lekker dichtbij huis. Anders geen kazerne bezoek voor me. 06:00 uur begint de start van de 100 km en de 6 uur begint om 12.00 uur. Honderden deelnemers waarvan een handvol Nederlanders. Twee ken ik t.w. Leonie en Jannet en op de 6 uur ken ik Rob.
Om 05.15 uur arriveer ik op de kazerne. Geen paspoort bij me. Dan maar een FB-foto aan de soldaat terplekke laten zien. Gelukkig is het voldoende. Even zoeken waar het startnummer gehaald kan worden en waar de startplek is. Het startnummer heb ik zelf uit de stapel gehaald, idem als het shirt. Die vent loopt achter de uitgifte tafel gewoon weg. Na tien minuten wachten ben ik er klaar mee. De Duitse punktlichkeit (of hoe je dat Duitse woord ook mag schrijven) is er voor aanvang niet helemaal. We staan buiten een groot handvol minuten ergens op te wachten. Waarop weet volgens mij niemand. Volgens mij is het ook niet helemaal duidelijk welke richting we oplopen. Tja het is ook best wel donker.
Uiteindelijk vertrekken we. Gelijk mijn plek in de achterhoede opzoeken omdat het deelnemersveld sterk moet zijn vanwege het Duitse kampioenschap. Daarnaast weet ik vooraf dat ik niet hersteld ben van de 100 km van Steenwijk drie weken geleden. Waarom dan ingeschreven? Tja in alle eerlijkheid heeft het met maar 1 reden te maken: enthousiasme. De na inschrijvingskosten zijn aanzienlijk dus moest vlot beslissen. Volgens mij 100 euro voor na inschrijving terwijl voor inschrijven 55 euro kost. De week voor de 100 km krijg ik mega last van mijn linker bilspier. Reden: vier trainingseenheden in 1 weekend waarvan 2 originele trainingen die niet in relatie staan tot ultralopen. De intensieve twee massages is mijn redding geweest.
De eerste rondes voelen mijn benen al redelijk verzuurd. Ik vind het lastig om aan te voelen of ik in een goed ritme loop. Tussen de 20 en 30 km loop ik te hard, t.w. 10 km per uur. Maar ach of ik met mindere benen nu langzaam of minder langzaam loop, het doet er sowieso vandaag niet toe. Na 40 km voel ik de weinige krachten die ik heb weg vloeien uit mijn benen. Vanaf 45 km is het afzien. Ik heb maar 1 focus en dat is finishen. Halverwege kom ik door in 5 uur 16 minuten en vast nog een aantal handen vol secondes. Circa 9,5 km per uur.
Ik vind het machtig interessant hoe ik de laatste 50 km ga ervaren. Gaat die bil nog zeuren? Voor aanvang van de 100 km heb ik nog wel billen aangeboden gekregen. Maar of de bil was te klein of had de verkeerde kleur, nee ik moet het mijn eigen billen doen. Mijn Remscheid-shirt staat niet in relatie tot mijn bilspierklachten. Geen scheisse problemen. Een Duitse deelnemer vraagt hoe ik dit shirt uit 2005 zo lang goed houdt? Keine Ahnung maar ik besef me dat ik alleen mee loop in het ultralopen. Intussen een jaar of 18. Maar nog interessanter vind ik hoe ik mentaal met verrotte benen omga.
Waarom wil ik vandaag ook perse finishen? Omdat afgelopen week ik las dat P’tit Lou overleden is. Waarom hij? Twee keer een 100 mijl op de Ardennen gelopen. 1 keer staat me nog helder voor geest. P’tit Lou zegt vooraf dat wanneer ik de weg kwijtraak ik hem kan bellen. Na zo’n 150 km is het zover, de weg kwijt. Hij komt na mijn telefoontje. Na een paar honderd meter moest hij al pissen. De biertjes deden zijn werk. We zijn samen naar de finish gelopen. En na afloop geen sportdrank maar zo’n lokaal biertje. Ook een overnachting regelen bij een local was geen probleem. De avond voor een trail lekker bourgondisch en dan de dag er na fris … aan de start verschijnen. Wat een geweldige sympathieke vent. Ik wil finishen en prent me tijdens de tweede helft steeds in ‘je finisht vandaag voor P’tit Lou’. Echt iedereen die hem kent, mag hem. En ik heb de eer hem te mogen ontmoetten. P’tit Lou rust zacht voor mij ben je voor altijd grand.
Terug naar het loopje in Rheine. De 6 uur lopers zijn inmiddels ook gestart. Het valt me op dat er een heel erg jonge knaap meedoet. 12 jaar jong en dan mogen deelnemen aan een ultra. Echt niet goed. Hij is eerste geworden in de klasse J14. Hij komt tot een kleine 30 km inclsuief restmeters. Het valt me op dat er honderden deelnemers op de 6 uur nog geen marathon lopen. Een deelneemster begrijpt er helemaal niets van en vraagt of de finish op dezelfde plek is van de 100 km. Een andere wandelende dame zegt tegen een mede wandelaarster ‘Ich habe keine Bot mehr’. In mezelf lach ik en zeg tegen mezelf ‘aber genug Fleisch’.
Intussen is er een actieve speaker. Hij is hyper enthousiast. Hij verkondigt nog dat er redelijk wat wind is welke we soms voor en soms tegen hebben. Inderdaad de wind speelt soms parten maar wil er geen aandacht aan besteden. Idem dat er geen echte haakse bochten zijn. Ze zijn er wel en welgeteld drie. Bij 1 van deze 3 gaat er blijkbaar nog iemand onderuit. Toch geen kwaad woord over het parkoers. Het is een prima ronde die perfect is opgemeten. Helemaal super.
De verversingsposten zijn in beide hangars waardoor de drank gelukkig niet te koud is. Tijdens de 5 km ronde heb ik me vooraf de discipline opgelegd alleen bij de grote post te stoppen. Dit teveel stoppen bij een verversingspost heeft me in Steenwijk een half uur gekost. Een langere ronde kan een voordeel zijn maar waar hebben ‘we’ het over als het gemiddelde 7,4 km is gedurende de laatste 50 km. Ik word er in ieder geval niet koud of warm van. Finishen is gelukt in 11:59:01. Ongeveer 28 minuten langzamer t.o.v. Steenwijk.
Wat ik in Rheine interessant vind is te ervaren of Leonie onder de 8 uur finisht. Gedurende de eerste 30 km haalt ze me gedurende elke 3 ronde een ronde in. Het besef dat ze constant loopt. Ze loopt de eerste ronden steeds zo’n 50 meter achter Mark van Hoorn (winnaar van de 50 km in Steenwijk). Dit verandert na volgens mij circa een kleine 50 km. Leonie blijft maar doorgaan. Logischerwijze haalt ze me gedurende de tweede helft elke tweede ronde in die ik voort worstel. Leonie vraagt nog een keer op een sympathieke manier hoe het gaat waarop ik reageer ‘een super dip’ waarop ze reageert ‘je kan het’ ondanks dat ze voor het NL-record gaat, heeft ze tijd voor een recreant. Het siert haar. Daarnaast blijkt dat ze ook nog veel verstand van loopstijlen heeft. Kijk ik naar haar loopstijl dan vind ik het efficient (die puntjes op de tweede ‘e’ kan ik niet vinden op mijn toetsenbord) en krachtig uit zien. Daarnaast is ze volgens mij ook een topper omdat ze intelligent loopt. Ze doseert. Ook wat betreft het nog langere ultra-werk voorbij de 100 km. Stapje voor stapje gaat ze haar eigen weg. Ik heb echt de mazzel Linda prima te zien presteren in Steenwijk en nu dus Leonie. Toch heeft Jannet ook prima gepresteerd. Zonder een klote blaar en andere ongemakken zou een hoge negen uur zeker mogelijk zijn geweest.
Wat ik in Rheine als prettig heb ervaren dat de tussentijden op een groot scherm zijn weergegeven. Keep going on ondanks dat er geen tempo meer is. Na afloop besef ik dat alle ultra wedstrijden onder de 200 km me gelukt zijn om te finishen. Dat laatste (dnf bij wedstrijden > 200 km) blijft me tegenstaan omdat v.w.b. mij het aantoont of je een echte ultraloper bent. Daar hoeft niemand het mee eens te zijn maar dat is mijn beleving. En of er nog een 100 km door me gelopen wordt? Ultralopen blijft een te gekke sport die me niet loslaat. Is het een verslaving? Een overbodige vraag, toch, medelopers?
Tot slot in Rheine heb ik een p.r. in de klasse M55 gelopen (het is ook de eerste, niet verder vertellen omdat niemand het hoeft te weten). Oh ja ik hoef geen veren in mijn reet op FB omdat het volgens mij onmundig (is het Achterhoeks voor ‘ontzettend’0 moet jeuken. Daarnaast heeft mijn bilspier rust nodig. Sorry.
Sportieve groet,
Henk Harenberg