Er zijn van die momenten dat je beter naar de goedbedoelde adviezen van je loopvrienden moet luisteren. Toen ik aangaf dat ik de Gross Glockner Ultra wilde gaan lopen reageerde men dat deze trail wel behoorlijk wat technische trajecten kende en dat dit voor mij misschien niet zo’n ding zou zijn. Ik loop immers al tijden te gillen dat ik die baviaan rotsbeklimmingen en afdalingen totaal niet bij trailrunning vindt horen.
Maar goed, de GGUT stond al een tijdje op mijn bucketlist en dus heb ik met mijn eigenwijze harses maar ingeschreven. Trouwens, met 110 km en ongeveer 6.800 HM zaten we nog lang niet op het nivo van de Dolomiti Extreme. En die heeft voor mij zeker een te hoog baviaangehalte. De uren voor de start in Kaprun waren verre van ideaal. Een flinke onweersbui maakte het de voorbereidende trailrunners zo vlak voor de start flink lastig. Zo rond 21.30 werd het gelukkig droger en om 22.00 werden ongeveer 350 fanatieke trailers de duisternis ingeschoten. Vanuit het stadje werden we direct getrakteerd op een flinke klim door het bos. Doordat het veld nog dichtbij elkaar lag ontstonden er hier en daar flinke opstoppingen, die natuurlijk tijd kostten. Normaal zou ik me daar niet echt druk over maken ware het niet dat de cutoff tijd op het eerste station flink krap lag.
De eerste 23 km moesten afgelegd worden in 4 uur. En dat was voor mij en enkele andere trailers een flinke kluif. Gelukkig kwam ik een aantal minuten binnen de tijd door en mocht ik verder. Je moet er toch niet aan denken dat je na een aantal km je koffers weer kan pakken richting Kaprun. Ik moet zeggen dat de eerste helft van de trail tot het grote station in Kelfs zeer aardig ging. De technische staat van het parcours viel me reuze mee, op een verticaal te beklimmen sneeuwveld op rond 2.600 meter na.
Na een behoorlijke pauze in Kelfs werd het tijd om het tweede stuk aan te vangen. Dit stuk startte door het natuurpark Hohe Tauern. Een schitterend natuurgebied rond de Gross Glockner. Eerst een aanloop van een aantal km richting de volgende klim naar 2.600 meter. Op het moment dat het goed begaanbare grindpad overging in wat grotere rotspartijen werden we geconfronteerd met terugkerende trailers inclusief bergwacht. Na wat heen en weer gepraat in diverse talen, we liepen intussen met een man of 8 afkomstig uit diverse landen, hoorden we dat binnen 2 a 3 uur er een flinke onweersstoring werd voorspeld en dat het dus niet echt slim was om nog naar de hut op 2.600 meter te gaan.
De bergwacht raadde ons het verdergaan zeker af en we moesten maar terug naar Kelfs om vandaar met de bus naar Kaprun gebracht te worden. Na flink overleg besloten we niet op eigen risico verder te gaan en af te druipen richting Kelfs. Echter waren we nog niet goed en wel de terugreis aangevangen of daar kwam een trailloper ons tegemoet om te vertellen dat de waarschuwing was ingetrokken en we zonder enig risico de berg konden gaan bestijgen. De motivatie was ietwat verdwenen, maar om nu na 55 km af te druipen en te finishen zittend in een bus in Kaprun was mijn eer te na.
De klim was behoorlijk heftig. Stap voor stap over puinlawines omhoog. Diverse lopers kregen het lastig. De afdaling was nog lastiger. De stenen werden steeds groter en puntiger, de paden steeds onherkenbaarder. Uiteindelijk een half uur voor cutoff aangekomen bij het checkpoint. Nog ongeveer 30 km te gaan. Bij het verlaten van het skistation nog even het weerbericht gecheckt; niets aan de hand, lekker doorlopen was het advies. Nu was ik nog geen kwartier weg bij het station of de lucht trok dicht en bliksemschichten torpedeerden de berghellingen. Ik wist dat het weer snel kon omslaan in de bergen, maar zo snel!? Mijn regenkleding had ik net aan mijn vrouw afgegeven. Het weer zou immers toch prima blijven.
Niets was minder waar. Ik kon niet anders dan een half uur onder een rotsblok schuilen met een plastic poncho aan met mijn bliksemgevoelige poles weggemoffeld in een een of andere struik. Gelukkig verdween het onweer even snel als het was gekomen en kon ik in de gestaag neerdalende regen mijn weg vervolgen. Een weg kon je het echter niet mer noemen. Moddergeultjes, struiken, voor mij veel te grote stenen en ellendige wortels versperden mij de route.
Het volgende checkpoint was bij een rivier. 2 Bergwachten vertelden mij dat ik nog 15 minuten over had en dus verder mocht. Achter mij kijkend zag ik dat eigenlijk niemand meer verder ging en zelfs een tegemoetkomende dame uit Nederland had het wel gezien zo vlak voor de laatste beklimming naar 2,750 meter. Het regende nog steeds en de duisternis begon langzaam bezit te nemen van de berg. Dat zou dus een laatste eenzame ellendige beklimming worden. Ik was echter nog niet koud met de beklimming begonnen of er stonden 2 lieden achter mij. Waar kwamen die zo snel vandaan. Het bleken Christiaan en Martin te zijn. Een berggids en zijn zoon van 12 die mij gingen begeleiden tijdens deze laatste klim. Ik was de laatste in het veld en dus had ik bezemlopers nodig.
Wat was ik blij met deze 2 lieden en wat konden deze lui bergop lopen. Ik, zuchtend en steunend op mijn stokken, aangemoedigd en ondersteund door deze 2 o zo soepel lopende berggeiten. Boven op de top moest ik even bijkomen. Onvoorstelbaar, de route werd steeds meer onbegaanbaar en ik was geloof ik de enige die daar zo tegenaan keek. Christiaan stelde voor om het eerste stuk van de afdaling voor te lopen als buffer en ik vastklemmend aan zijn rugzak achter hem aan bengelend. Dat ging redelijk tot we bij een sneeuwveld kwamen van zeker 2 a 300 meter. Ik ben deze sneeuwbarrière skiënd, lopend, struikelend achter Christiaan aan afgedaald. Om de paar minuten moesten we even rusten ivm mijn bovenbenen. Uiteindelijk naderden we weer wat steenformaties die ik zonder die 2 kanjers zelf verder kon beslechten.
Ik heb ze vriendelijk bedankt en vertelt dat ze voor mijn gevoel mijn leven hadden gered en dat ik zonder hen niet had geweten hoe in one piece beneden had moeten komen. Nadat ik zoon Martin 20 euro in zijn handen had gestopt ben ik zelf verder voorzichtig afgedaald. In mijn afdaling moesten nog verschillende door de regen aangezwollen rivieren overgestoken worden. Bij een van die rivercrossings haalde ik nog een Duitse deelnemer, die ik tot mijn stomme verbazing had ingehaald, aan zijn arm uit een rivier. Zeker in het donker zijn dit soort passages in mijn ogen gekkenwerk.
De laatste 17 km waren gelukkig “iets “vriendelijker. Tot mijn grote vreugde is mijn vrouw de laatste 8 km met mij mee gedribbeld en gewandeld. Na 29.35 uur ben ik gefinished en werd ik binnengecheergirled door 5 Oostenrijkse enthousiaste dames. Geweldig!
Ik moet zeggen dat ik onderweg meerdere malen heb overwogen om de pijp aan Maarten te geven. Gelukkig is het niet zover gekomen en heb ik de medaille in mijn pocket. Voor mij is deze trail niet voor herhaling vatbaar. Het is een schitterend landschap waar je doorheen trekt, maar veel passages zijn voor mij te heftig. En dan wordt het weer het voor mij bekende trailstrompelen. Mijn dank aan de bergwachten en gidsen van Kaprun en omgeving. Zonder hen was het voor mij misschien anders afgelopen.
See you bij de Allgau Ultra en de UTMB.
Groet,
Hans Lems