Dit jaar is het dertig jaar geleden dat ‘De mens als duurloper’ verscheen. Daarmee vestigde historicus Jan Knippenberg de aandacht op het ultralopen en liet hij uitkomen dat de voor velen buitenissige sport heel oude wortels heeft op meerdere continenten. ‘Knip’ woonde toen al een aantal jaar op Texel en werd niet veel later de aanstichter van ‘De Zestig van Texel’. Na het niet van de grond komen van de ‘NIOZ-marathon’ in 1990 suggereerde hij het bestuur van Atletiekvereniging Texel om dat marathonplan uit te breiden en om te bouwen naar een ultra- en estafetteloop, ‘De Zestig van Texel’, 60 km (bijna) rond het eiland. Op 1 april 1991 vond de eerste editie plaats van wat een tweejaarlijkse ‘ultraklassieker’ zou worden. Bij de tweede editie in 1993 organiseerde hij de 120 van Texel en liep zelf ook mee, met succes. Ook in 1995 startte hij op zijn eigen 120 maar moest na 80 km opgeven. Kort daarna bleek dat hij longkanker had en in november 1995 overleed hij. Ter ere van Knip werd tijdens de Pinksteren van 1996 de Jan Knippenberg Memorial (JKM) georganiseerd, met als langste afstand de circa 150 km over het strand van Den Helder naar Hoek van Holland. Na de 2e editie van de JKM in 1997 gingen Texel en de JKM alterneren, met in de even jaren de JKM op paaszaterdag en in de oneven jaren De Zestig van Texel op tweede paasdag. Na 2016 stopte de JKM maar is De Zestig van Texel nog steeds een tweejaarlijkse loop waarbij de nagedachtenis aan Knip in leven wordt gehouden. De première van de documentaire ‘Forrest Gump op Texel’ vond tijdens De Zestig van 2015 plaats en die aflevering van Andere Tijden Sport is nog steeds op internet beschikbaar: http://www.npo.nl/andere-tijden-sport/21-06-2015/VPWON_1232910 . De voorbereidingen voor de 15e editie van De Zestig van Texel op zondag 7 april 2019 zijn inmiddels in volle gang en komende zaterdag 1 september opent de inschrijving. {b}Laatste nieuws: de organisatie heeft op 28/8 besloten om de looplimieten met een half uur te verlengen!{eb}
Hieronder een interview met schrijver Jan Knippenberg uit het Noord-Hollands Dagblad van juli 1988. Interessant is ook het tweede artikel, gepubliceerd naast het interview, over de tocht met het zeilschip Pandora naar Spitsbergen, een expeditie die toen net was begonnen. Met dank aan het Noord-Hollands Dagblad om deze artikelen hier te mogen reproduceren. Beide stukken zijn van de hand van verslaggever Karel Frugte. En dank aan Carel Schrama, die afgelopen winter alle plakboeken van Ron Teunisse pagina voor pagina heeft gefotografeerd en mij op die manier dit artikel bezorgde! {b}Martien Baars{eb} (martien.baars <> gmail.com)
{i}Jan Knippenberg en De mens als duurloper{ei}
{b}‘Hardlopen is een kunst’{eb}
{i}(Van onze verslaggever){ei}
DE KOOG – ‘Lopen is geen sport maar een manier van reizen, waarbij geest en lichaam zich voortdurend verplaatsen. Lopen is daarom kunst en geen middel ter bestrijding van welvaartskwaaltjes.’ Citaat op de omslag van het boek ‘De mens als duurloper’. De auteur: Jan Knippenberg, geschiedenisleraar, een beetje journalist, beheerder van een soort jeugdherberg/kamphuis, hardloper en vooral ook, avonturier, die uitdagingen niet uit de weg gaat , maar zelfs opzoekt.
‘Lopen is kunst’, zegt en schrijft Jan Knippenberg. “Je moet het kunnen”, legt de Noordhollander uit. “Iedereen gaat tegenwoordig door die joggingsrage maar lopen. Ze denken dat ze een halve marathon van Egmond aan kunnen. Hoeveel zie ik er wel niet die er absoluut geen aanleg voor hebben. Lopen doe je niet zomaar, je bouwt zoiets heel geleidelijk op.”
Op Texel, in zijn kampeerboerderij bij De Koog, is zijn boek tot stand gekomen als een soort afrekening met zichzelf. Knippenberg, begonnen als zeg maar hardloper, liet de marathon voor wat ie was en begon aan de langere afstanden. Knippenberg de solist. Ging rond het IJsselmeer lopen, trok de Schotse hooglanden in, en pijnigde zijn lichaam in felle sneeuwjachten, rende de passen over in zijn eeuwige drang om zichzelf maar te kwellen. Lopen om het lopen, als een manier van verplaatsen. Velen verklaarden hem voor gek, maar Jan Knippenberg trol er zich niets van aan. Hij bleef zoeken naar het onbekende, aanvaardde uitdagingen, totdat rugproblemen het lopen wat moeilijker voor hem maakten.
“De mens als duurloper”. Waarom eigenlijk dit boek? “Ik wil de mensen duidelijk maken wat mij nu eigenlijk bewogen heeft uren achtereen te lopen. Wil duidelijk maken dat het lopen in de vorm zoals ik dat deed in wezen een veel oudere traditie heeft dan bijvoorbeeld de marathon. Ik heb altijd het idee gehad ergens mee bezig te zijn geweest met iets wat al ver in het verleden gebeurde.”
{b}Indianen{eb}
Knippenberg ging terug naar het verleden en verdiepte zich onder meer in de geschiedenis van de Amerikaanse indianen en ontdekte dat zij over zeer grote afstanden hard liepen. Soms in de vorm van een soort wedstrijd, soms als jagers, maar ook als boodschappers. Ook in de Europese geschiedenis zijn er voorbeelden te vinden van het ultra lange afstandlopen. “Wat ik en nog enkele anderen in Nederland, zoals Ron Teunisse, doe, is echt niet iets van de laatste tijd”, weet Knippenberg. “Wedstrijden over 24 uur, ze zijn er. Ach, je kunt ze nauwelijks wedstrijden noemen. Door de extreme belasting valt de rivaliteit ten opzichte van elkaar een beetje weg. Je ziet elkaar meer als lotgenoten. Op een gegeven moment is er dan toch wel weer de wil om te winnen, maar uiteindelijk is het zo dat iedereen in zijn waarde wordt gelaten. In Nederland is er in feite nog maar een atleet, die echt serieus bezig is met het ultra lange afstandlopen. Voor hem zijn de honderd kilometerwedstrijden nog te kort. Ik zie Teunisse, die ik als een van mijn beste vrienden beschouw, als een soort verlengstuk van mijzelf. Ik weet wat hij voelt als hij bijvoorbeeld die 250 kilometerloop in Griekenland loopt. Wat hij doormaakt.”
“Het boek dat ik heb geschreven is een leesboek met verhalen, best interessant, ook voor niet-lopers. Ik heb niet het idee dat door het lezen van dit boek nu meer mensen gaan hardlopen. Ik denk wel dat sommigen er iets herkenbaars in terug zullen vinden. En tussen de regels door is er voor de echte duurloper nog wel iets nuttigs uit te halen.”
{b}Oorsprong{eb}
Jan Knippenberg gaat in zijn boek terug naar de oorsprong van het hardlopen, komt terecht bij Indiaanse stammen als de Tarahumara, de Apachen en Pueblo-indianen, van wie de nazaten in 1980 een estafette liepen over 375 mijl van Taos in New Mexico naar Second Mesa in Arizona. Zij deden dit in navolging van hun voorouders, die driehonderd jaar geleden als koeriers hetzelfde traject liepen.
Interessant is ook zijn geschiedschrijving van het hardlopen in Europa, dat begint met de ‘running footman’, de voetknecht uit de tijd van de Tudors en de Stuarts (zestiende en zeventiende eeuw), die door hun heren tegen elkaar werden ingezet. Knippenberg noemt ook de Noor Ernst Mensen, een hardloper uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Hij liep van Parijs naar Moskou, van Zuid-Duitsland naar Griekenland en van Constantinopel naar Calcutta en terug. Uiteraard beschrijft Knippenberg in de tails enkele grote lange afstandlopen in Engeland, enkele waarvan hij zelf ook nog heeft meegelopen. In zijn boek ontbreken uiteraard niet portretten van grote ultralopers, zoals de Griek Iannis Kouros, die in 24 uur ruim 283 kilometer aflegde en in 48 uur 452 kilometer. Knippenberg liep in 1979 400 kilometer rond het IJsselmeer in 43,5 uur, een prestatie die in feite maar weinig onderdeed voor die van de Griek. Maar Kouros presteerde wel iets waar Knippenberg nooit aan toe kwam, namelijk het meermalen winnen van de Spartathlon, een wedstrijd van ongeveer 250 kilometer over een zwaar, heuvelachtig parkoers in Griekenland. Knippenberg besluit zijn portrettenreeks met Ron Teunisse, de enige overgebleven echte ultra lange afstandsloper die Nederland rijk is.
– – – – – – – – – –
KAREL FRUGTE
Jan Knippenberg: De Mens als Duurloper, Prijs f 34,50. Uitgever Elmar BV, Rijswijk.
– – – – – – – – – –
{i}‘IJsblink-expeditie’ naar de Poolstreken{ei}
{b}Knippenberg zoekt het avontuur op Spitsbergen{eb}
{i}(Van onze verslaggever){ei}
DE KOOG – Jan Knippenberg mag door een rugblessure dan wel nauwelijks meer tot hardlopen toe komen, uitdagingen gaat hij nog altijd niet uit de weg. Dezer dagen is de Noordhollander met het zeilschip Pandora vertrokken naar Spitsbergen. ‘De IJsblinkexpeditie 88’, zo noemt Knippenberg deze tocht, die hij met nog elf anderen naar de Poolstreek onderneemt.
“Ik ben al eerder op Spitsbergen en ook op Groenland geweest”, zegt de veertigjarige geschiedenisleraar. “Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in de culturen van het volk en de landschappen boven de poolcirkel. We gaan met bergbeklimmers, zeekanoërs en zeilers naar Spitsbergen. We willen proberen via Hindeloopenstraat Spitsbergen te ronden. Dat is niet zonder risico’s door de ijsgang en de stroming. Met kano’s gaan we de zee op en op het eiland Jan Mayen hopen we de 2250 meter hoge Beerenberg te beklimmen.”
Knippenberg is uitgegaan van oude reisjournalen uit de tijd van Barentsz en Heemskerk alsmede scheepsjournalen uit de negentiende eeuw. Vorige week zondag is de Pandora uit Oudeschild vertrokken voor de reis naar Spitsbergen. Van de bemanning maken ook deel uit een bioloog en enkele historici. In opdracht van onder meer het Rijksgeologisch instituut worden op Spitsbergen enkele onderzoekingen verricht. Begin september wordt Knippenberg en zijn metgezellen weer op Texel terug verwacht.
Hoe het de expeditieleden verging is hier terug te lezen: https://www.ultraned.org/n_item/f1256.php