Ditjes en datjes van Anton

Op de valreep voor Winschoten nog een reactie op de toelichting van Gerrit van Rotterdam en een verwijzing naar de uitslag van de Antwerpen marathon (BEL) 23/9.

Afgelopen week gaf Gerrit van Rotterdam toelichting op de gang van zaken –of liever het ontbreken daarvan- rondom het ultralopen binnen de KNAU. Zijn tekst kunt u nalezen op https://www.ultraned.org/N_item/f720.html .

Eerder had ik al vernomen dat we door de diverse samenkomende problemen van personele aard binnen de KNAU het jaar 2001 maar als een verloren jaar moesten beschouwen. Ik vraag mij dan af of men dat tegen alle atleten zo stelt. Op een loopbaan van, laten we het even ruim nemen, tien jaar van topatletiek, is een verloren jaar ronduit lang. Maar als het niet anders is moet je zoiets slikken en met vertrouwen uitkijken naar de jaren die daar op volgen. Men heeft immers een jaar de tijd om de plooien weer glad te strijken en er zelfs organisatorisch sterker uit te komen omdat men vanuit een vrijwel blanco positie opnieuw de lijnen kan gaan uitzetten.

Laten we dan eens kijken wat dat voor de 100 kilometer betekent. Volgend jaar is in juni in Torhout de volgende World Challenge. Als je dan een selectiebeleid wilt voeren moet toch voor Winschoten de selectienormen op tafel liggen. Selectienormen zijn er toch ook om de topatleten te stimuleren scherpe tijden te lopen. Waar hebben de atleten tussen Winschoten en Torhout nog de kans om een limiet te halen vraag ik mij dan af. Na Winschoten mag je wel wat herstel nemen voordat je serieus op limietenjacht kunt gaan. Voor Torhout moet je de tijd nemen want je moet ook weer hersteld zijn om goed in Torhout zelf te presteren. Vijf weken vindt Gerrit van Rotterdam te kort zoals blijkt uit zijn motivatie waarom Nederland niet bij de WC in Cleder vertegenwoordigd was. Dan houden we toch nog maar wat koude wintermaanden over en wellicht een of andere goede buitenlandse wedstrijd ergens eind maart of april. Krijgen de atleten dan ondersteuning om ergens naar een goede wedstrijd in het buitenland te gaan en daar alsnog aan een limiet te voldoen? U begrijpt het waarschijnlijk al. Eind september 2001 begin ik toch ongeduldig te worden en bekruipt mij de vrees dat niet alleen 2001 een verloren jaar voor de ultramarathon zal zijn.

Nu moet ik zeggen dat herstel per atleet erg kan verschillen. Bekijkt u maar eens de uitslag van Antwerpen marathon van afgelopen zondag; u kunt die vinden op http://users.pandora.be/ultra/Gelopen/Antwerpen.html . In de top tien zie ik zo drie namen die zes dagen later hun land vertegenwoordigen bij het EK 100 kilometer, namelijk de Belgen Lucien Taelman en Paul Beckers en de Nederlander Wim Epskamp. Voor de Belgische ploeg was het verschil van vijf weken tussen Cleder en Winschoten blijkbaar voor niemand een probleem. Ook de Fransen staan er weer in Winschoten ondanks dat het gastland van komend weekeind geen afvaardiging heeft gestuurd naar hun World Challenge in Cleder. En natuurlijk heeft Nederland niet zoveel ultralopers die inderdaad meerdere malen per jaar kunnen pieken, maar een afvaardiging had er toch mogen zijn, ook al was het geen volledige ploeg. Men had dan in elk geval een stukje goede wil getoond.

In Winschoten blijft het uiteindelijk ook benauwd wat de Nederlandse ploeg betreft. Krijn Kroezen heeft al geruime tijd geleden laten weten niet te starten in Winschoten. Nu blijkt ook nog Luigi Simbula af te vallen. Dat legt wel een enorme druk op de resterende drie atleten, want als er één uitstapt is dat een streep door de teamklassering. Vraag is dan toch welke opdracht krijgen die atleten mee. Doorlopen ondanks dat er geen behoorlijke tijd en klassering in Winschoten meer in zit betekent je opofferen voor de ploeg met een tijd waarmee je voor de volgende keer geen aanspraak meer kan maken op een plaats. Dan kun je toch beter uitstappen en ergens in Spanje of zo een goede tijd lopen. Doorsukkelen in Winschoten kost dan alleen maar extra lang herstel en extra druk op het volgend voorjaar om alsnog voor een kwalificatie in aanmerking te komen.

Hierboven vraag ik mij af met welke opdracht de Nederlanders komende zaterdag op pad gestuurd worden. Maar los daarvan zijn er nog andere Nederlanders, die niet in de ploeg starten. Waar nog absoluut geen informatie aan gegeven is waar ze aan moeten voldoen om volgend jaar in Torhout namens Nederland aan de start te mogen staan. Afspraken die met de huidige teamleden gemaakt worden hebben ook consequenties voor de andere atleten.

Nederland heeft ultramarathonners die met toewijding hun sport beoefenen, die graag vooruit willen kijken en willen plannen. Wordt het niet eens tijd dat de KNAU dat voorbeeld gaat volgen.

Anton Smeets
a.smeets@trouwweb.nl