Verslag La Louvière 2002

Van Vincent Schoenmakers hebben we weer een verslag van een gelopen wedstrijd mogen ontvangen. Bedankt Vincent!

{b}20 APRIL, LA LOUVIÈRE, 6 UREN{eb}

Op donderdag was op UtraNed te lezen dat er slechts 22 voorinschrijvingen waren waarvan 4 uit Nederland afkomstig. De Ultracupklassering en nieuwsgierigheid naar wat La Louvière te bieden zou hebben, deden Jos Hopman en ondergetekende besluiten naar het diepe Belgische Zuiden af reizen. Om 6 uur al, je weet het immers nooit met die abrupte Belgische verkeersaanduidingen, reden we richting Antwerpen en Brussel. Er waren wat vlaagjes mist voorspelt, maar het leek erop dat het beperkt uitzicht de hele dag zou duren. Ruimschoots op tijd arriveerden we op de ‘Ecole Communicale’, een school die de noodzakelijke voorzieningen, zoals het wedstrijdsecretariaat, kantine, kleedlokalen en toiletten herbergden. Nou alles! Douches waren niet te vinden. Omdat mijn schoolfrans niet begrepen werd, kon ik uit gebarentaal opmaken dat er buiten een tentje stond waarin gedoucht kon worden. Na de wedstrijd bleek dat men zich die moeite had kunnen besparen, er kwamen immers gewoon enkele koude druppels water uit de provisorische installatie. Zou het een school zijn voor de jongste leerlingen van het basisonderwijs vroeg ik me af toen ik van het toilet gebruik maakte, De deuren konden o.a. niet gesloten worden en alles leek in madurodam formaat gebouwd te zijn, maar dan vóór de 2e wereldoorlog uitgevoerd.

Heel plezierig is dat je alvorens naar de start gaat, je tijdens de koffie en het innemen van de laatste koolhydraten, je steeds dezelfde mensen ontmoet. Zo kom je nog eens wat te weten. Dat de jonge Dirk Thys een vriendin heeft die voor haar werk 2 jaar naar Australië wordt uitgezonden. Dirk de bofkont, kan zijn ultraprestaties daar voortzetten.

Er stonden toch nog 40 atleten aan de start, waaronder 7 Nederlanders. Om 10 uur was de mist nog niet opgetrokken, het was kil, maar de zon zou doorbreken, dus even kleumen in korte broek en T-shirt. Het parcours bestond uit een ronde van 2365 meter. Omdat het vele keren moet worden afgelegd, ben je heel nieuwsgierig hoe het eruit ziet. Daarover waren de meningen sterk verdeeld. Sommigen vonden het een fijn parcours. Ik en nog diverse anderen beweerden het tegendeel. Er was veel hoogteverschil, vooral na het kilometerpunt. Dat moet 20 keer en meer ronden overbrugd worden. De rechterkant van de weg was met pionnen afgezet zodat je in het gunstigste geval met tweeën naast elkaar kunt lopen. Je moet niet wagen midden op de weg te lopen, want het nogal drukke verkeer claxoneerde je terug naar de smalle strook, in tegenstelling tot de enige rolstoeldeelnemer die van de automobilisten voorrang kreeg. In het laatste gedeelte liep je door het kleine centrum. Daar stonden de supporters en natuurlijk de vertrouwde citroën van Ton Smeets en Wilma die weer voortreffelijk werk verrichtten bij het uitoefenen van onze hobby’s. Het centrumkerkje werd alsmaar kleiner omdat er een imposant groot kruisbeeld voor stond, met ernaast een man en een vrouw die niet uitgekeken raakten op de man aan het kruis, i.p.v. dat ze op ons, moedige doorzetters, hun blikken richtten.

Al in de 2e ronde vlogen er atleten langs me heen. Hoe was dit mogelijk? Ben ik nu al gedubbeld? Nee hoor, er waren veel estafettelopers die om beurten in de hoogste versnelling liepen. Een van hen was een vrouw die ik al een tijdje probeerde bij te houden. Ze had zich zonnig gekleed en was daarom een welkome afwisseling in mijn uitzicht. Helaas, dat was maar van korte duur. Jezelf opblazen om steeds maar tegen een achterwerk aan te kijken, had ik er niet voor over. Na ongeveer een uur wedstrijd zag ik dat Paul Bekkers was uitgestapt. Was dat niet de wereldkampioen die enkele weken geleden in Tjechië op een baantje van 250 meter 48 uur lang ongeveer 400 km gelopen had? Voor 6 uur zou hij eigenlijk zijn hand niet moeten omdraaien, maar een liesblessure als gevolg van zijn inspanningen op de 48 uur, maakte er na 11 km een einde aan. Ik liep een tijdje samen met Roger Neckebroeck. Het was zijn eerste ultra na een vervelende operatie van 4 weken geleden. Ik vertelde hem dat ik mijn linkerknie weer voelde opspelen. ‘Uitkijken, rustig lopen en niks forceren’, zei de man met ervaring. Het was zijn 41e 6 uur loop. Knappe prestatie voor iemand die pas met zijn 53 jaar begonnen is. Bovendien had hij 50 keer de 50 km gelopen en 12 keer de 100. Als mijn knie me niet in de steek laat, dacht ik toen, ben ik al blij als ik één keer de 100 zou kunnen lopen.

Na enkele uurtjes brak de zon door, heerlijk. En Wilma maar in de auto onze rondjes tellen. ‘Het is bikiniweer’, riep ik, ‘laat je maar aflossen’. Even later zag ik haar in tegenovergestelde richting een rondje lopen, maar in trui en lange broek. Het koelde namelijk behoorlijk af. Na 3.45 u hoorde ik Ton zeggen dat ik 16 rondjes gelopen had. ‘Is dat 40 km?’, vroeg ik. ‘Zoiets’, antwoordde hij. Ik ging aan het tellen maar was te optimistisch geweest. Het was beslist nog geen 40 km. Plotseling kreeg ik last van mijn rechterbovenbeen. De spieren waren duidelijk voelbaar. Geen wonder, we liepen rechts van de weg en omdat die meestal een bolle vorm heeft en mijn rechterbeen even lang is als mijn linker, vangt het rechterbeen de meeste klappen op. Dan maar op de linkerhelft van het trottoir lopen, wat alleen maar mogelijk was in het centrum, of aan de linkerkant van de weg. Na een uurtje wat geslalomd te hebben trok de pijn langzaam weg. Ook had ik na 45 km geen last meer van mijn knie, die was (lekker!) warm gedraaid. De verzorgingspost was rijkelijk gevuld met dranken, banaan, koek, chocolade (ja, we zijn in België), rozijnen en suikerklontjes. Een heel ander aanbod dan in de meeste marathonwedstrijden. Ik zag dat steeds dezelfde loper mij zeker een tot twee keer per uur voorbijliep. Aan zijn shirt kon ik zien dat hij goed moest zijn. ‘Wereldrecord 6 uur 90 km’ stond erop. Wel in ’94 gelopen maar nog lang niet opgebrand. Het bleek de winnaar Lucien Taelman te zijn die vandaag 84.675 km zou lopen.

Aftellen in een wedstrijd doe ik nooit, je weet waar je aan begint, het is hobby, maar als het laatste uur aanbreekt geeft het wel een lekker gevoel. Jos had me verteld dat als we 21 ronden gelopen hadden, we er 50 km op hadden zitten. Dat was bij mij na 5.06 u, bijna een half uur langzamer als in Stein. ‘Je kunt op onze leeftijd niet alles evenaren of verbeteren, dan ga je voor de bijl’, herinnerde ik me een uitspraak van Jos op de heenreis. Een cameraploeg van een locaal televisiestation maakte opnamen. De man met de microfoon kwam me nagelopen en stelde een vraag. ‘Je suis Neerlandais’, was alles waarmee ik hem van dienst kon zijn. Op dat moment dacht ik waarom we na de eenheidsmunt van de euro ook niet kunnen toewerken aan slechts één Europese taal. Het signaal tot beëindiging van de wedstrijd ging een minuut te vroeg af. Ik stopte, maar lopers achter mij riepen: ‘doorlopen, we hebben nog een minuut’. Nee, ze waren niet blij met het stopteken, er is 6 uur afgesproken, dus gaan ze door tot de volle 100 procent. Misschien verbazingwekkend voor de toeschouwers, maar karakteristiek voor duursporters. Het tweede signaal werd natuurlijk niet genegeerd. We vroegen ons af hoe de restmeters zouden worden berekend. Op een geheel andere manier dan het schoollokaal vanmorgen deed vermoeden. Ultramodern zelfs. De cameraploeg kwam langsgereden, fotografeerde iedere deelnemer op borstnummer en registreerde tegelijkertijd de meters.Wat stijf maar dik tevreden ging ik me omkleden. De hete barbecue- en hamburgerlucht kwam je al snel tegemoet. Ze zullen er ieder geval meer klanten mee getrokken hebben dan de koude douche, die alleen door de ‘hardliners’ gebruikt werd. Op 40 meter na (had ik de laatste minuut maar vol gemaakt) had ik er 57 km opzitten. Als eerste 60 plusser kon ik een standaard en T-shirt als herinnering aan een mooie en vooral gezellige wedstrijd mee naar huis nemen.

De organisatie van La Louvière heeft er alles aan gedaan om ons een fijne en sportieve dag te bezorgen. Op de terugreis zei Jos dan ook terecht: ‘Ik heb een echte vakantiedag gehad’.

Vincent Schoenmakers
vincentschoenmakers@hetnet.nl