Raf Inghelbrecht in de 50km van Kluisbergen

Verslag van een ultra-debutant.

{b}Verslag Ultramarathon Kluisbergen 50 km (12/5/02) door Inghelbrecht Raf (47ste plaats)

Voorwoord{eb}

Vooreerst wil ik jullie feliciteren met jullie prachtige site. Een ware steun voor de ultralopers en ultralopers in wording ! Dankzij het verslag van Jan Vandendriessche van vorig jaar ( weliswaar op de nog bestaande site van Jean-Paul Praet http://users.pandora.be/ultra ) heb ik mijn eerste ultraloop succesvol uitgelopen. Met mijn verslag wil ik dan ook de vele marathonlopers aanmoedigen om ook deel te nemen aan ultralopen.
Aangezien dit voor mij de eerste ultramarathon was, even mezelf voorstellen. Toen, nu ruim 6 jaar geleden, de weegschaal op 100 kg bleef hangen vond ik het welletjes genoeg. Een beetje meer beweging zou me goed doen. Ik liet me inschrijven bij de plaatselijke loopclub “De Molenlopers” uit Bekegem ( deelgemeente van Ichtegem ). Na enkele maanden trainen kon ik m’n eerste wedstrijd van 10 km lopen met als resultaat een voorlaatste plaats voor ruim 1 uur zwoegen. Heel geleidelijk kon ik de trainingskilometers opdrijven. Mijn conditie ging er flink op vooruit en mijn gewicht daalde fors. 3 jaar later en 20 kg lichter liep ik mijn eerste halve marathon in 1uur38’. Het jaar daarop liep ik de 4 chimes van Herve ( 33 km in 2u55’ ). In 2000 kwam mijn eerste marathon (Nacht van Vlaanderen) eraan in 3u35’. Vorig jaar kon ik mijn tijd op dit parcours, die voor eigen deur passeert te Eernegem, naar 3u26’ aanscherpen. Vooral bij de laatste marathon had ik het gevoel dat ik niet echt sneller kon lopen maar aan de aankomst nog wel reserves overhad.
Onze club telt ook enkele ultralopers : Yvan Vanpraet (10 x de 100 km van de Nacht), Rudy Vercruysse ( de 100 km van de Nacht, talrijke 6-uren lopen, Kluisbergen 2001 en vorige week nog een 40ste plaats in de Maasmarathon ), en Cedric Proot die op z’n palmares ook de Nacht en verschillende 6-uren lopen staan heeft. Dankzij hun ervaringen begon bij mij de idee te rijpen om de marathonafstand te overtreffen. Toch was de twijfel groot. Op het internet kwam ik op de site van Jean-Paul Praet terecht, waar ik het uitstekende verslag van Jan Vandendriessche las over de 50 km van Kluisbergen van vorig jaar. Ik wist het meteen, dit wilde ik ook meemaken ! Eerst was het de bedoeling om samen met broer Rik naar Kluisbergen te gaan. Gezien het zware parcours vond hij het te riskant op blessures want z’n hoofddoel is de marathon van de Nacht van Vlaanderen. Er zat dus niets anders op dan alleen richting Kluisbergen te trekken.

{b}Zondag 12 mei.{eb}

Om 5 uur vroeg uit de veren want de start is reeds om 8 uur en Kluisbergen ligt nu ook niet bepaald dicht bij de deur. De ganse nacht heeft het fel geregend en het ziet er niet naar uit dat dit de eerste uren niet zou veranderen. Bij het naderen van Kluisbergen zie ik de nevel in het indrukwekkende Kluisbos hangen. Om 6u45 stond ik op de parking, precies een uur na mijn vertrek. De bagage had ik tot een minimum herleid en in een rugzakje gestopt, want deze parking ligt op ongeveer een km van de sporthal van Kluisbergen. De inschrijving is bovenop de Kluisberg. Die moet je dus eerst nog te voet omhoog ! Een stevige wandeling van 15 à 20 minuten brengt je bij de inschrijving. Opwarmen zal straks al niet meer nodig zijn ! Dankzij een prachtige organisatie loopt alles gesmeerd. Een informatiebundel waarop het parcours geschreven staat leert mij dat de omloop in tegengestelde richting gelopen wordt van wat ik in het verslag van JVDD gelezen heb. 3 zware bosstroken, de Hotondberg, de Korte Keer, de Koppenberg, de Waaienberg, de Patersberg, de Oude Kwaremont en de Kluisberg zullen geserveerd worden. Reeds op dit vroege uur is er een massa volk op de been en loopt de sporthal langzaam vol. Het is dan ook één van de grootste wandelorganisaties van België. Meer dan 10000 deelnemers aan de verschillende omlopen is hier geen uitzondering. Voor het omkleden hebben we een gans zwembad voor ons. Het gerief kunnen we in de kastjes opbergen en het sleutelnummer wordt op de bovenarm geschreven. Een laatste passage bij de WC is meteen de laatste zittende beweging voor deze voormiddag. Een bidon cola op de rug en mijn hartslagmeter zijn zowat de enige attributen die ik meeneem. 7u50 : het begint weer te regenen. Eénmaal bij de startplaats vraagt ik me af : waar begin ik nu aan ? Aan de start toch enkele bekenden : Rik Goethals, die last heeft van de hamstring ( voor alle duidelijkheid : het betreft hier een beenspier ). Voorts zijn de Roadrunners van Torhout talrijk aanwezig, waaronder Ronny Platteeuw en Robert Sans. Als favorieten duidt Rik mij volgende personen aan ; Danny Van Lancker, Geert Breynaert (meervoudig winnaar) en Lucien Taelman. Bij de vrouwen zijn Annie Vermeulen en Karin Bakker de favorieten. Ikzelf wil vooral de finish bereiken en als het kan onder de 5uur.
Precies om 8 uur gaan of beter lopen we van start met een 118-tal ingeschreven deelnemers. De eerste 2 kilometers dalen we de Kluisberg af (van 140 m hoogte naar 20 m ) naar een relatief vlak stratengedeelte richting Amougies (km 7), waar de eerste bevoorrading (water) voorzien is. Even stoppen om een bekertje water binnen te kappen. Ik ben ondertussen in het gezelschap gekomen van Ronny Platteeuw, die mij de nodige raad geeft om deze helletocht tot een goed einde te brengen. Even later worden we keurig gefotografeerd op een kasseistrook waar zelfs Johan Musseeuw met de fiets niet rechtop kan blijven. Alles ziet er nog netjes uit, zelfs de kleur van de loopschoenen is nog duidelijk. De eerste 10 km passeren we in 52’. Aan km 13 starten we de beklimming van de Folderstraat naar Heynsdal, de beklimming duurt een 3-tal km en het hoogteverschil is een 100m. Dat lukt nog vrij aardig. Ronny volgt op een honderdtal meter. Dan nemen we de eerste bosstrook . Even omhoog kijken. Langs een slingerend paadje gaan we erg steil omhoog. In de bossen is het goed opletten dat je niet verkeerd loopt, gelukkig is de wegmarkering prima. Aan het einde van het bos is de tweede bevoorrading. Een logische keuze, als je weet dat je vervolgens aan km 16 op de 150 m hoge Hotondberg moet. Hopende even te kunnen recupereren op de berg worden we vervolgens de slijkhel van het Collina-bos ingestuurd. De 4de dame in de wedstrijd Annie Vanbutsele heeft mij ondertussen vergezeld. Modderhellingen en modderafdalingen van 30% of meer zijn nu geen uitzondering meer. Met de beentjes alleen gaat het niet meer, duwen op de knieën als je nog vooruit wil geraken. Zoeken naar stenen en boomwortels in de modder is hier de boodschap, anders raak je gewoonweg niet omhoog. Gelukkig staan er heel wat bomen zodat ik mij bij de afdalingen van de ene naar de andere boom kan laten vallen. Geheel ongevaarlijk is het allemaal niet. Bij iedere stap zakken m’n schoenen tot diep in de modder. De onderbenen en loopschoenen zijn nu veranderd in modderklompen. Bevoorrading 4, sinaasappelstukken. Zoals bij iedere bevoorrading even stoppen en nu eet ik 3 stukken sinaasappel. Wat drinken, de hartslag op 150 slagen laten komen en dan weer vooruit. Ondertussen zitten we 20km ver (1u50’, net geen 11km per uur). Op naar de Hoogberg richting Zulzeke waar we het Spijkerbos en Elenebos nemen. Ook hier geploeter en gesakker. Km 24 bevoorrading 5 : peperkoek. We zitten bijna halfweg wedstrijd (2u25’). Mathematisch kan de 5 uur gehaald worden, maar ik zit kapot. De laatste 10 km waren dan ook loodzwaar. Ik heb het gevoel dat de snelheid afneemt, mijn hartslag verhoogt naar 165. Even stoppen, de hartslag laten zakken en de peperkoek helemaal naar binnen werken samen met flink wat cola uit mijn bidon. Dan volgt de lange klim naar de Korte Keer. Doseren is hier de boodschap. Van 20m gaat het omhoog naar 100 m in 2 km. Hard labeur. Met een groep van 6 gaan we de Korte Keer op. Hierbij Gery Cornette (69 jaar !!!). Bovenop de Korte Keer bevoorrading 6. Op naar het Koppenbergbos. Gelukkig geen moddertoestanden en geen regen meer. Op de kasseien zien we allerlei namen van renners geschilderd, de Koppenberg kan niet veraf meer zijn. Het groepje wordt uitgedund naar 3 man, de 69er is er vandoor met Annie Vanbutsele. Zo dalen we de heraangelegde Koppenberg af langs de bekendste Belgische kasseistrook. Het afdalen ( ik schat een 600m) is minstens zo lastig en pijnlijk, want je moet constant afremmen op je dijspieren. Bovendien zijn de kasseien door de regen glad. Eénmaal aan de voet van de Koppenberg kijk ik nog eens achterom. Onwaarschijnlijk ! Hoe kan een renner hier nu bovenop geraken. Bevoorrading 7 (km33). Door de afdaling is de hartslag tot 150 gedaald en voel ik me weer een stuk beter. Even verder het bord van 35 km (3u15 tempo 10.8 km/u). Op dit moment loop ik op een +60ste plaats. Vanaf nu weet ik het zeker, ik kan de wedstrijd uitlopen. Er volgt nu een vlak stuk van een goeie 6 km waar we voor ons de elektriciteitscentrale van Ruien zien. We lopen, nog steeds met z’n drieën, zeker aan een goeie 13 km/u. Samen met m’n 2 metgezellen starten we de klim van de Waaienberg (km 39). Ik besluit het laatste stuk wandelend af te leggen, aangezien de hartslag boven de 170 gaat. Even verder dalen we de Patersberg af. De eerste metgezel kan ik makkelijk terug bijbenen, de andere zou ik pas terugzien onder de douche. Nog even voorbij het Paddenbos om vervolgens de Oude Kwaremont op te lopen (km 45). Aan 15 à 20% omhoog. De derde dame met de 69-er steek ik voorbij. Ook hier doe ik het laatste stuk wandelend en laat de hartslag zakken tot 160. De ervaren ultradame roept nog doorlopen, maar ik luister liever naar m’n hartslagmeter. Ze steken me weer voorbij. Eénmaal de Kwaremont gepasseerd weet ik dat nog enkel de Kluisberg te beklimmen valt. In geen tijd haal ik de 2 weer bij en loop ik nu voluit de laatste 5 km. Ik voel dat ik hier zeker sneller dan 13 km/u loop. In dit laatste stuk passeer ik zeker nog een 10-tal lopers. De laatste km is de Kluisberg (140 m) aan de beurt en dit langs het erg steile stuk. Ook hier moet ik een gedeelte wandelend doen, om vervolgens de laatste 200 m lopend door de finish te gaan, aangemoedigd door het publiek. Op de klok lees ik 4u23’ 39”. 47ste plaats. Een fantastisch gevoel gaat door me heen. Het is me gelukt.
Na een deugddoende warme douche krijg ik in de tent van de ultralopers nog spek met eieren, belegde broodjes en natuurlijk een paar Affligems. Als blijvende herinnering krijgen we een leuk T-shirt met hierop de slogan “niet zagen, de 50 km wagen”. In ieder geval een geweldige ervaring, en een aanrader voor iedere marathonloper die toch even de grens van de 42 km wil overschrijden. Het komt er op aan om te doseren en niet tot het uiterste te gaan zodat je kunt recupereren. De volgende grote afspraak is over een 6-tal weken bij de marathon van de Nacht. Hoe verging het Rik Goethals, mijn dorpsgenoot ? Die kwam zwaar ten val tijdens km 40. Langs deze weg wil ik Rik een spoedig herstel toewensen. Van de 118 ingeschreven deelnemers kwamen er volgens de uitslag slechts 81 door de finish.

Raf Inghelbrecht
r.inghelbrecht@compaqnet.be

Nota van Jean-Paul Praet : Kluisbergen is nu wel niet het aangewezen parcours voor een ultra-debuut, maar : wie het daar kan, kan het overal !