Verslag Monchau-marathon

Onze vaste verslaggever Vincent Schoenmakers bericht over zijn eerste echt zware marathon.

{b}SCHITTERENDE MAAR ZWARE MONSCHAU-MARATHON {eb}

Het was louter nieuwsgierigheid wat me bewoog aan de Monschau marathon deel te nemen. Vele lopers adviseerden me die marathon te gaan lopen. Ze hadden er een prachtig parcours, veel natuurschoon en het was een bijzondere marathon vanwege bospaden en hoogteverschillen. Mijn bescheiden verzamelde marathons (25) zijn allemaal op redelijk vlak parcours gelopen, dus was ik benieuwd wat Monschau zou bieden.

Om 5 uur waren Jos Hopman en ik al op weg, want er werd om 8 uur gestart. Te vroeg? Nee hoor. Je hebt immers nog een sociaal leven. Nu kun je op tijd naar huis. Onderweg, vooral het laatste stuk in de Noordeifel was het behoorlijk mistig. ‘Dat is een goed teken’, zei ik tegen Jos, ‘het belooft een fijne zonnige dag te worden’, maar dat was niet zo.
Bij start en finish stonden op een groot plein lange tafels en banken opgesteld waaraan men kon eten en drinken. Het was miezerig en koud, zeker als je de trainingsjack thuis gelaten hebt. Natuurlijk ontmoet je weer de bekende lopers, zelfs deelnemers aan de marathon tiendaagse. Gijs Honing was er ook weer. Hij was de vermoeidheid van 2 weken geleden nog niet helemaal te boven en had er een lichte blessure aan overgehouden. ‘De arts zegt dan rusten, rusten, rusten, maar ik kan Monschau toch niet laten schieten’, aldus Gijs die met een verbluffende mentaliteit weer aan dit sportevenement deelnam.

De start was op een smalle weg. Na 1½ km riep iedereen: ‘stop, stop’. Een verplichte sanitaire stop, dacht ik toen er een twintig tal deelnemers de bomen aan het besproeien waren. Iedereen moest door een flessenhals naar een paadje waar maar voor één persoon ruimte was. En dan klimmen maar, op een ondergrond van leem en losliggende kiezelstenen. Er moesten nog een keer trappen beklommen worden om over de brug te komen. Het dalen vond ik echt vervelend. Als ik 20 jaar jonger geweest zou zijn had ik het een uitdaging gevonden om pijlsnel naar beneden te komen, maar nu was ik bang te vallen met alle gevolgen van dien voor mensen van mijn leeftijd. De eerste 5 km in 30.54, tweede 5 in 30.48. Het ging iets sneller omdat we in Monschau weliswaar op een verharde weg liepen. Bij 15 km zat ik op 1.36. Wanneer komt er eens een normale weg zonder klim, vroeg ik me af. Bij de halve afstand stond mijn klok op 2.16. Niet erg, normaal ben ik in de tweede helft sneller, maar nu protesteerden mijn bovenbenen omdat ik onervaren ben met klimwerk. De spieren waren deze belasting niet gewend en dat lieten ze merken ook. Carrie v d Beek passeerde me rond de 23 km en gooide nog wat zout op mijn bovenbenen. ‘Dit is nog niks, straks wordt het veel zwaarder’, riep hij me (bemoedigend) toe. Als lopen ook een mentale kwestie is, worden met zo’n opmerking de bergen steeds hoger en de moeilijkheidsgraad groter. Afleiding is dan de beste remedie. Als je boven op de bergen naar beneden in de vallei kijkt, tovert dit aangezicht wonderschone plaatjes op je netvlies. Watervalletjes, koeien met 2 korte en 2 lange poten, kleine dorpjes met altijd weer die katholieke piek van de kerktoren en dan weer bossen met hele lange, ranke bomen. Ik heb het allemaal gezien, terwijl ik heel voorzichtig klauterde en daalde om niet te vallen. Hardlopen kun je dit niet noemen. Het is meer een wandelmarathon dacht ik, toen velen hun benen niet in de looppas versnelling konden krijgen. Zouden trial parkoersen nóg moeilijker zijn? Laatst las ik een trial wedstrijdverslag van Henk Sipers op UltraNed. Plotseling kreeg ik een nog groter respect voor hen die deze prestaties leveren.

De verzorging was buitengewoon goed. Water, Ultra buffer drank (Duitse isotone drank, denk ik), banaan, muesli, rozijnen, appel, sinaasappel en na het 25 km punt (2.42), bier. Niet te versmaden op het terras, ook geen dopingproduct in wedstrijden, het werkt eerder prestatieverminderend, maar voor ons, hobbysporters, kan een glas Duitse nationale drank geen kwaad (voor mij wel).

Rond de 30 km liepen we zowaar verhard door het centrum van Breitenberg. De kerkdienst was juist gedaan, dus belangstelling genoeg. Kerkgangers zijn geen enthousiaste toeschouwers, dus werden we niet toegejuicht wat wel gebeurde door de vele kinderen die zelf drinkposten hadden geplaatst en ons heel vriendelijk en uitbundig medelevend van spons en drinken voorzagen. De 30 km in 3.16. Normaliter begin ik in die tijd aan de laatste 5 km. Wat, weer een stuk verharde weg? Ja, maar daarmee heb je dan ook alles gezegd. Zo’n fikse klim dat alleen de allerbeste er hardlopend tegenop kunnen klauteren en dat 3 km lang. Hierna voerde de route weer door smalle bospaden met glibberende ondergrond. Op de 35 km 3.51. Op dat moment dacht ik met nog 7 km te gaan, dat als ik voor de 5 uur binnen zou zijn, ik dik tevreden moest zijn. Hier geen ludiek geklede mannen of vrouwen die kinderwagens voortduwen of honden die hun baasjes uitlaten, nee op eigen kracht finishen was al zwaar genoeg. Toch zag ik een man lopen met een blauwwit geblokte vlag waarin in het midden 2 gouden leeuwen stonden afgebeeld. ‘Vlaanderen is ook vertegenwoordigt, zie ik. Je maakt het jezelf wel moeilijk door zolang de leeuw van Vlaanderen mee te torsen’, riep ik. ‘Nein, dass ist die Bayrische flagge’, antwoordde hij bits en verontwaardigd alsof ik een of andere idioot was die zijn vlag niet herkende. ‘Bayern ist alles für mich’. ‘Verzeihung bitte. Warum kommst du hier laufen. Organisieren Sie in Bayern keine marathons’, riep ik terug. Hij zwaaide naar me met zijn vlag. Als ik naast hem was gaan lopen had ik de vlag of vlaggenstok waarschijnlijk in mijn nek gekregen. Nu loopt het tempo echt terug, 5 km in 37 min, 40km in 4.28, schandalig maar ik kon niet harder. Het parcours had me gesloopt. Eindtijd 4.44.38, 921e plaats in het algemeen klassement en slechts 32e in de M60 klasse (wat lopen die Duitse oudjes toch goed).

Toch was ik dik tevreden, ik had voor het eerst een zware marathon gelopen. Mijn knie en lies hadden gelukkig van de inspanning niks geleden. Alleen mijn spieren voelde ik vooral 2 dagen erna flink opspelen maar dat is morgen over. Dat Henk Sipers na zo’n 10 daagse nog 3.28 kan lopen vind ik van uitzonderlijke klasse. Jos was met zijn 4.50 niet helemaal tevreden maar hij was dan ook een week ziek geweest.

Een dagje Monschau, prachtig. De organisatie had alles perfect georganiseerd. Een marathon om nooit meer te vergeten.

Vincent Schoenmakers
vincentschoenmakers@hetnet.nl