Guus volgens Ton van ‘t Veer #2

GUUS

Door Ton van ’t Veer

Een klein bericht in de krant, maandagochtend op de voorpagina van de sportbijlage. “Ultraloper sterft na val in ravijn”. Direct wordt mijn aandacht getrokken. De regels dansen voor mijn ogen, want er is maar een ding dat mijn aandacht trekt, de naam in het artikel: Guus Smit. Meerdere malen lees ik het bericht. Ik hoop dat ik droom en roep iemand in huis om het nieuws te laten horen zodat ik zeker weet dat het waar is. Ongeloof overheerst. Na een telefoontje met Ton Smeets, organisator en ultraloopgoeroe, is het duidelijk; het is echt waar. Guus is overleden tijdens een zeer zware ultraloop. “Gestorven in het harnas” noemen ze dat. Hij liep zoals lopen in mijn opinie moet zijn, lopen voor de fun. Natuurlijk af en toe hard en ook wel eens een wedstrijd, maar bovenal de benen gebruiken als vervoermiddel. Tijdens zijn laatste telefoontje met mij werd dat nog eens benadrukt. “Joh, ik loop af en toe nog wel eens op zo’n baantje, maar het belangrijkste voor mij is tochten maken. Lange lopen door de duinen.” In zijn laatste mail doet hij verslag van zijn loop Trans Gaule, een meerdaagse wedstrijd in Frankrijk. Zijn relaas is Guus ten voeten uit.
“Ik heb er het maximale uitgehaald. Was ik in de eerste week gegaan voor meer resultaat dan was ik gegarandeerd zwaar geblesseerd geraakt. Nu nam ik op m’n gemak foto’s, ging ik cafeetjes in en legde ik aan de politie en omstanders uit wat we aan het doen waren. Vakantie dus! Na de derde etappe had ik elke ochtend een pijnlijk linker scheenbeen. Was me dit thuis overkomen dan had ik gegarandeerd 1 week rust genomen. Nu nam ik 2 Ibuprofen pijnstillers en startte ik langzaam (dat laatste was uiteindelijk het grote winstpunt voor de altijd te snel startende Guus Smit) na 2 uur lopen voelde ik weinig meer en na 3 uur lopen begon ik lekker warm te draaien en kon het feest beginnen. Van het asfalt had ik geen last (afdalingen gingen met 15 per uur). De pijn in m’n scheenbeen kwam tijdens het laatste uurtje lopen meestal weer terug. Bij de finish dus elke dag 2 koele biertjes voor de dorst en ijs op de benen om zwelling en pijn tegen te gaan. Met de redelijke loopsnelheid van mij was ik elke dag al weer vroeg binnen en was het resultaat om 4 uur ‘s middags op de WC alweer een heldere urinestraal. En dan moest het avondeten en drinken natuurlijk nog komen!!!!! M’n lichaam kon na de finish in Narbonne nog wel weken doorgaan. Erg aardig was echter dat vrijwel alle deelnemers de avond voor de laatste etappe zich erg moe voelden. Iedereen had zin in het einde en had zich gefocust op 18 dagen lopen en geen dag meer. De dag na de finish ben ik met Rainer Koch nog een uurtje wezen uitlopen op het strand. Alles voelde prima!! Ik heb zo’n 150 foto’s gemaakt onderweg. Van de organisatie ontvang ik nog een CD met ruim 700 foto’s en een video. Afijn, met de Kerst zal ik wel een fraai boekwerk bij elkaar hebben”. Guus is een echte opportunist. Niet de kwantiteit maar de kwaliteit van het leven was zijn grote drijfveer. Een echte loper. Hij sliep graag in de open lucht. Bij de eerste ValkenbergRUN in Breda sliep hij de nacht ervoor in het Park. Hij sleepte mij door de laatste twee uur van mijn eerste Zes uursloop. Een voorbeeld voor velen. Een man die voor altijd in je geheugen gegrift staat.

{b}Guus, waar je ook bent: KEEP ON RUNNING!{eb}